Antwoorden op kamervragen van Blok over de gevolgen voor de kinderbijslag van bijbaantjes van scholieren
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
16 februari 2009
DBO-K-U 2909578
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de antwoorden op de vragen van het kamerlid Blok (VVD) over de gevolgen voor de kinderbijslag van bijbaantjes van scholieren (2080910130).
Hoogachtend,
de minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat de ouders van zowel thuiswonende kinderen boven de 15 jaar die met een bijbaantje meer dan euro 1.240,- netto per kwartaal verdienen, als uitwonende, minderjarige kinderen die met hun bijbaantje meer dan euro 1.754,- per kwartaal verdienen, geen kinderbijslag meer ontvangen?
Antwoord 1
Ja, met dien verstande dat verwervingskosten van de inkomsten uit arbeid kunnen worden afgetrokken en dat voor (vakantie)werk uitsluitend tijdens de zomervakantie, een bedrag van euro 1.150,- netto (peil 2008) extra is vrijgesteld, zodat in die periode eventuele inkomsten boven euro 2.390,- resp. euro 2.904,- netto van invloed zijn op het recht op kinderbijslag.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de werking die hier vanuit gaat voor (kinderen uit) gezinnen met lage inkomens.
Antwoord 2
Van kinderen met een inkomen uit arbeid, zoals hierboven vermeld, kan gesteld worden dat zij een grote mate van (financiële) zelfstandigheid hebben en het is niet vanzelfsprekend dat de ouders nog (in dezelfde mate als voorheen) bijdragen in het onderhoud van deze kinderen. Dit geldt voor alle gezinnen want de Algemene Kinderbijslagwet is niet gerelateerd aan het inkomen van de ouders.
Vraag 3
Kunt u een inschatting maken hoeveel het de overheid kost om de bijverdienste van kinderen vrij te laten?
Antwoord 3
Als de bijverdienste van kinderen van 16 en 17 jaar uit arbeid volledig wordt vrijgelaten zou dit een extra overheidsuitgave betekenen van 11 mln euro jaarlijks.
Vraag 4
Bent u van mening dat de hierboven genoemde bepaling in strijd is met het inkomensonafhankelijke karakter van de kinderbijslag?
Antwoord 4
De kinderbijslag is een tegemoetkoming voor de kosten van het levensonderhoud van kinderen, ongeacht het inkomen van de ouders of verzorgers. Wanneer kinderen een dusdanig inkomen uit arbeid verwerven, kan gesteld worden dat er sprake is van een grote mate van (financiële) zelfstandigheid van 16- en 17-jarigen en is het niet vanzelfsprekend dat de ouders nog (in dezelfde mate als voorheen) bijdragen in het onderhoud van deze kinderen. Een tegemoetkoming in de onderhoudskosten voor de ouders ligt dan niet voor de hand.