Persconferentie na de ministerraad van 13 februari 2009
Minister-president Balkenende blikte in de persconferentie na afloop van de ministerraad terug op zijn bezoek aan Afghanistan en Koeweit. Verder ging hij in op de economische ontwikkeling in Nederland.
Minister-president Balkenende:
Goedemiddag. We zijn vandaag begonnen met de Rijksministerraad en daarna de ministerraad. Laat ik ingaan op twee punten die aan de orde zijn geweest.
In de eerste plaats het bezoek dat ik deze week heb gebracht, samen met staatssecretaris De Vries aan Afghanistan. We hebben daar onze troepen bezocht en ik ben opnieuw onder de indruk van wat ze daar allemaal doen. Gemotiveerd, deskundigen, mannen en vrouwen die zich inzetten voor de toekomst van Afghanistan. Ze doen hun werk in moeilijke omstandigheden maar ze zijn buitengewoon gemotiveerd.
Ik heb alle bases bezocht in Kandahar, in Tarin Kowt, in Deh Rawod, de uitkijkpost Coyote en het hoofdkwartier van ISAF in Kabul. En het mooie is als je daar bent, dat je ziet de samenhang tussen de militaire activiteiten en ook de ontwikkelingsactiviteiten. Ik heb gesproken met vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties en dan zie je dat in vergelijking met een aantal jaren geleden er sprake is van verbetering en de vooruitgang. Bijvoorbeeld het aantal medische posten is enorm toegenomen in Uruzgan. Kijk je naar het aantal kinderen dat naar school gaat, dat was een aantal jaren geleden in 2002 nog zo'n 10.000. Inmiddels zijn het er meer dan 50.000, om eens een voorbeeld te noemen. Er is een ziekenhuis in Tarin Kowt. Werkgelegenheid: er wordt gekeken naar andere mogelijkheden voor mensen om aan hun inkomen te komen dan die papaverteelt. Het is een lastig proces, maar je ziet de vooruitgang. En het is goed om dat ook eens te zeggen.
En dan hebben we het ook gehad over het grote belang van goed bestuur. En dat punt heb ik ook aan de orde gesteld bij het bezoek aan president Karzai. President Karzai is onder de indruk van wat Nederland doet. Ik heb op mijn beurt weer gevraagd van: let op de kwaliteit van de Afghaanse politie, daar is nog veel te doen. Op het punt van het Afghaanse leger is een behoorlijke vooruitgang geboekt. Ook dat moet worden gememoreerd. En steeds komt ook aan de orde van zorg dat er wordt gewerkt aan verbetering van kwaliteit van het bestuur.
Het was voor mij erg mooi, moet ik zeggen, om - en dat heeft u ook allemaal meegekregen - te kunnen aankondigen dat op 29 mei er voor het eerst sinds jaren weer een Militaire Willems-Orde zal worden uitgereikt: aan kapitein Kroon. Ik vond het ook mooi om dat te kunnen zeggen in het gebied dat zo bekend is, ook bij kapitein Kroon. Een belangrijk signaal dat ook recht doet aan de inzet van mensen ver weg. Het was een goed bezoek aan Afghanistan.
Daarna ben ik in Koeweit geweest. We hebben daar gesproken met de emir en de minister-president. We hebben het gehad over versterking van onze banden, over de investeringen over en weer. En ik heb ook mijn collega uitgenodigd voor een bezoek aan Nederland. Dat wat betreft het bezoek aan Afghanistan en Koeweit.
Het tweede punt waar ik bij zou willen stilstaan dat is natuurlijk de economische ontwikkeling. Vandaag zijn de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgekomen. Daar heb ik kennis van genomen, en natuurlijk is er aan duidelijkheid niets te wensen over wat betreft de cijfers. Een krimp van bijna één procent in het vierde kwartaal is natuurlijk fors. En dat bevestigt nog eens de negatieve economische ontwikkeling waarin we ons bevinden. Nederland zit in een recessie, en dat geldt ook voor veel andere Europese landen. Heel recent hoorden we ook over de cijfers in Duitsland, en er werd zelfs gesproken van een percentage van meer dan twee procent in het vierde kwartaal krimp. Ik heb natuurlijk de berichtgeving in de media van gisteravond en vanmorgen goed gevolgd. De bezuinigingsbedragen die buitelden over elkaar heen. En dan gaan we even niet in hier op deze bedragen. Het is van groot belang dat het kabinet het hoofd koel houdt, zaken scherp analyseert en de stappen neemt die nodig zijn. Niet meegaan nu dus in de maalstroom van speculaties. En die zijn er heel erg veel.
Het kabinet wacht de nieuwe CPB-cijfers af, en u weet, die zullen komende dinsdag worden gepresenteerd. Ik koester overigens weinig illusies, want ook die zullen niet rooskleurig zijn. Op basis van de CPB-cijfers en onze eigen berekeningen en afwegingen zullen we niet alleen snel maar ook zorgvuldig en effectief handelen. En het kabinet heeft natuurlijk de afgelopen tijd het nodige gedaan. Ik noem de 90 miljard die we hebben vrij gemaakt, besteed aan de financiële sector. Geld dat als het goed gaat wel weer terug kan komen, maar voorlopig hebben we wel met zo'n bedrag te maken. We doen dat om het financiële systeem overeind te houden. U weet ook, de stimuleringsmaatregelen die we hebben getroffen voor de bedrijven: vervroegde afschrijvingen, de groeifaciliteit, de exportkredietverzekeringen.
We hebben het afgelopen jaar het nodige gedaan aan de koopkracht van mensen, geen WW-premie voor werknemers en het niet door laten gaan van de BTW-verhoging. Allemaal voorbeelden die aangeven wat er de afgelopen tijd is gebeurd. En vanaf volgende week zullen we als kabinet ons gaan zetten aan datgene wat ons te doen staat, namelijk het vinden van oplossingen, van wegen, die nodig zijn in deze tijd. We zullen na een korte rekenperiode gezamenlijk een geconcentreerd besluitvormingsproces ingaan, waarvoor we ook extra ministerraden zullen inlassen. We zullen dan voortvarend maar zorgvuldig te werk gaan wat betreft de te nemen integrale en effectieve maatregelen. Ik ga uiteraard nu daar niet op vooruitlopen, dat kan ook helemaal nog niet. Kortom: we gaan met de CPB-cijfers aan de slag en het kabinet werkt, zoals het ook hoort te zijn: snel, maar de zorgvuldigheid staat voorop. Kort en goed, de komende dinsdag de cijfers van het CPB, en daarna zitten we gedurende een aantal weken in een intensief proces van beraadslagingen binnen het kabinet. En dat tegen de achtergrond van een economische ontwikkeling die we natuurlijk in lange tijd niet hebben meegemaakt. Het is mijn overtuiging dat we ook dat aankunnen. Maar het is voorlopig wel zwaar weer.