Reactie motie uitgaansgelegenheden 12-18 jaar
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
12 februari 2009
Betreft: Reactie motie uitgaansgelegenheden 12-18 jaar
Geachte voorzitter,
Op 20 december 2007 heeft uw Kamer een motie van de Kamerleden Dibi en Van der Ham aangenomen, waarin de regering wordt verzocht met gemeenten in gesprek te gaan over de vraag hoe betere uitgaansmogelijkheden voor jongeren tussen de 12-18 jaar gerealiseerd kunnen worden en hoe in het rijksbeleid initiatieven daartoe kunnen worden ondersteund .
Uit signalen van de VNG is gebleken dat zij bij de realisatie van betere uitgaansgelegenheden voor deze leeftijdscategorie met name een rol voor lokaal beleid zien weggelegd. Gezien deze reactie heb ik besloten deze motie niet verder in de gesprekken tussen het Rijk en de VNG te behandelen, maar deze te betrekken in de notitie “Onze jeugd van tegenwoordig, leefwereld en leefstijl van jongeren” (voorheen: Nota gezonde jeugdcultuur) die op dit moment in voorbereiding is en op korte termijn naar de Kamer zal worden gezonden. In deze notitie zal het creëren van voldoende uitgaansgelegenheden voor de jeugd onder de nadrukkelijke aandacht van gemeenten worden gebracht. Daarnaast is de VNG schriftelijk meegegeven gemeenten op dit punt in hun beleid te stimuleren.
Ik vertrouw erop dat ik hiermee voldoende recht heb gedaan aan de strekking van de motie.
Hoogachtend,
de minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet