Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij proef vermissing reisdocumenten in Amsterdam

Dames en heren,

Bij het meldpunt Mijnechtewerk.nl kwam een melding van brigadier Martin de Bruin van de Politie Gelderland Zuid binnen. Hij is hier vandaag ook aanwezig. Hij schreef: “Ik erger mij eraan dat veel van mijn kostbare politietijd moet worden besteed aan het registeren van vermissing van reisdocumenten. Dat kost ons erg veel tijd terwijl we weten dat het in het grootste deel van de gevallen echt niet om een misdaad of opzet gaat. Ik typ maar met 2 vingers en ik ben opgeleid om boeven te vangen. Kunt u niet regelen dat burgers zich voor dit soort zaken gewoon bij de gemeente melden en pas bij vermoeden van een strafbaar feit bij ons komen?” Brigadier De Bruin had in 2006 voor zijn korps berekend dat, met een vereenvoudigde procedure, een winst te boeken viel van 4631 uur. Landelijk zou dat zelfs op kunnen lopen naar 100.000 uur.


Op een andere website, Lastvandeoverheid.nl, kwam een melding binnen van een burger: “ik heb aangifte moeten doen van 4 verdwenen paspoorten uit mijn auto bij de politie. Ik ben daar 2 uur mee bezig geweest, en moest het daarna nog een keer doen bij het gemeentehuis. Ik zie dat er niets met mijn aangifte bij de politie gebeurt en voel me bezwaard dat ik hun tijd in beslag neem. Bovendien typen ze maar met twee vingers. Kan dat niet sneller worden geregeld?”

Nou zou je kunnen denken dat een typecursus de oplossing zou zijn en daar is op zich ook niets tegen, maar de echte winst voor iedereen zit natuurlijk in het vereenvoudigen van de procedure.

Amsterdam gaat dat nu doen. En daarvoor verdient u hier een reuze-pluim. In plaats van vol verwachting naar de Rijksoverheid te kijken, heeft u zelf, op lokaal niveau een nieuwe werkwijze bedacht en gerealiseerd. U heeft wel bij ons aangeklopt en mij aangesproken op wat ik zou kunnen doen. En ik deed dat graag.

Na het binnenkomen van meldingen waarover ik u net vertelde was het voor mij ook niet moeilijk, de nieuwe werkwijze bij wijze van proef goed te keuren. Ik vind het ook onnodig dat iedere burger in alle gevallen waarin hij of zij een paspoort of identiteitskaart kwijt is, altijd eerst naar de politie moet en daarna pas naar de gemeente kan om een nieuw document aan te vragen.

Maar ik wilde nog verder gaan en het bleek mogelijk Minister Eurlings te overtuigen de nieuwe werkwijze in Amsterdam ook toe te passen op rijbewijzen. Overigens ook dáárvoor een compliment voor de initiatiefnemers van de proef: ze hebben de nieuwe werkwijze in goede samenwerking met mijn departement, dat van Verkeer en Waterstaat en de RDW tot stand gebracht.

Ik kijk uit naar de resultaten van de proef en dat geldt ook voor Minister Eurlings, de Tweede Kamer en andere gemeenten en korpsen. U kunt er trouwens maar beter voor zorgen dat de proef lukt want de verwachtingen zijn hoog gespannen.

De proef in Amsterdam vind ik een goed voorbeeld van hoe je met burgers moet omgaan. We moeten niet in alle gevallen met wantrouwen beginnen. De filosofie bij het maken van beleid en regels moet zijn dat de meeste burgers te vertrouwen zijn. Zolang er niets aan de hand lijkt, is het niet nodig mensen die hun paspoort, identiteitskaart of rijbewijs verliezen, een extra gang naar het politiebureau op te leggen en de politie te belasten met het opmaken van een proces-verbaal. Het irriteert aan twee kanten.

Pas als aan de hand van fraudecriteria het vermoeden bestaat dat er wat mis is, wordt van de burger verlangd dat hij of zij zichzelf verantwoordt. En dán komt ook de politie in beeld om gedegen onderzoek te doen. Fraudebestrijding wordt dus niet verhapsnapt en toevallig, maar structureel efficiënter.

De burgemeester/wethouder en de commissaris hebben het ook al gezegd: Identiteitspapieren zijn de sleutel tot onze samenleving en die sleutels willen we niet aan iedereen geven. De dienst Burgerzaken controleert of er vermoedens bestaan dat er misbruik in het spel is. Is dat het geval, dan verwijst de gemeente de burger door naar specialisten van de politie. Daardoor kan de politie zich richten op waar ze goed in is en daardoor, wat even belangrijk is, wordt de politie niet ingezet bij gevallen waarin er niets aan de hand lijkt.

Bij de evaluatie van de proef wil ik ook meenemen of er mogelijkheden zijn om ook vérder de belasting voor het administratieve personeel van de politie te verminderen. De wet vraagt nu in alle gevallen een proces-verbaal van de politie. Daarom moest er in de proef een speciale administratieve dienst van de politie ingezet worden die zorgt voor afgifte van de processen-verbaal, ook in gevallen waarin er geen vermoedens van misbruik bestaan. Dat lijkt overbodig. Ik hoop en verwacht dat de resultaten van de proef meer inzicht zullen opleveren welke kant het beleid en de regelgeving in de toekomst op zal moeten gaan.

De proef in Amsterdam zal naar verwachting dus een belangrijke bijdrage kunnen leveren in mijn beleid, waarin ik steeds het evenwicht moet zoeken en bewaken tussen veiligheid en betrouwbaarheid aan de ene kant en minder administratieve lasten voor burgers en professionals aan de andere kant.

Ook andere professionals, naast die in de veiligheid, zoals in de zorg, sociale zekerheid en het onderwijs hebben last van te veel en onnodige administratieve lasten. Ook daar willen we helpen. Ik heb dat in kaart laten brengen in een profielenboek.

Het gaat er mij om dat we luisteren naar deze professionals, en dat we hun voorstellen ook serieus nemen. Dat hebben ze laten weten in recente onderzoeken en op het meldpunt Mijnechtewerk.nl. Zo laten we zien dat mensen onderdeel kunnen worden van de oplossing en dat professionals en burgers het vertrouwen in de overheid terug krijgen. Deze aanpak – ik ben daar eigenlijk heel trots op – is ondertussen binnen en buiten Europa bekend geworden en het dient velen als voorbeeld.

Het is daarom een groot genoegen om dit boekje officieel uit te reiken aan twee mensen die hebben laten zien dat zij ook daadwerkelijk tot actie overgaan als er signalen voor verbetering bij de overheid binnenkomen.