Deskundigen in strafzaken: eerste aangenomen wetsvoorstel in 2009
De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat de verdediging in het strafrechtproces het recht geeft om een nader deskundigenonderzoek te vragen, of deskundigen te laten oproepen. Het is het allereerste wetsvoorstel dat de Eerste Kamer in 2009 heeft aanvaard.
Nieuw is dat een verdachte een uitdrukkelijk recht krijgt om een tegenonderzoek of aanvullend onderzoek te vragen bij de officier van justitie en bij de rechter-commissaris. Als de officier van justitie dat verzoek afwijst, kan de verdachte het voorleggen aan de rechter-commissaris. Dat betekent dat de verdediging beter in staat wordt gesteld om toch eerder - dat wil zeggen voor het begin van de berechting op de terechtzitting - nader onderzoek te laten uitvoeren.
De verdediging krijgt in het stadium van het voorbereidend onderzoek meer armslag om aanvullend onderzoek of tegenonderzoek te vragen, omdat bij het geven van een opdracht aan een deskundige door de officier van justitie of de rechter-commissaris ook de verdediging moet worden geïnformeerd.
Toewijzing van een dergelijk verzoek heeft als voordeel dat de rechter op zitting meteen over (meer) informatie beschikt voor zijn beoordeling van deskundigenrapporten. Zaken behoeven daardoor geen vertraging op te lopen. Voor de deskundige komt er een eigen afdeling in het wetboek ter verduidelijking van zijn rechten en plichten.
In plaats van benoemingen per ressort komt er een nieuw landelijk register van vaste gerechtelijk deskundigen. Daarmee is de kwaliteit van deskundigen beter gewaarborgd. Het is voor openbaar ministerie en verdediging gemakkelijker kiezen als een deskundige als zodanig is erkend. De wet leidt ertoe dat wordt geregeld aan welke eisen deskundigen moeten voldoen; die eisen zullen worden geformuleerd in nauw overleg met de desbetreffende deskundigen en beroepsuitoefenaren.
De wet van 22 januari 2009, St. 33, zal naar verwachting op 1 juli 2009 in werking treden samen met het Besluit houdende kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken en een aanwijzing van het College van procureurs-generaal over het onderscheid tussen technisch, specialistisch onderzoek en deskundigenonderzoek.