Audiovisuele branches gaan scherper letten op leeftijd voor films en games
De audiovisuele branches gaan met ingang van 2009 scherper letten op de leeftijd bij de verkoop, verhuur en uitleen van dvd’s en games en op de toegang tot de bioscopen. Dat schrijft minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag mede namens de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de minister van Jeugd en Gezin aan de Tweede Kamer. Winkels, bioscopen, videotheken en bibliotheken zullen een overeenkomst sluiten met het ministerie van Justitie, waarin zij afspreken de controle op leeftijden substantieel te verbeteren.
De minister en de audiovisuele branches willen dat de leeftijdsgrens van 16 jaar voor de zwaarste categorie beeldmateriaal strikt wordt nageleefd. In 2011 moet deze grens in tenminste 70 procent van de gevallen worden gerespecteerd. Tegelijk worden extra maatregelen genomen om volledige naleving te bereiken na 2011. Het ministerie zal de branches hierbij ondersteunen door het publiek te informeren over het belang van bescherming van jongeren tegen schadelijk beeldmateriaal.
De audiovisuele branches en het ministerie reageren met deze maatregelen op de uitkomsten van het onderzoek Horen, zien en verkrijgen?, dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie uitgevoerd is door de afdeling Communicatiewetenschap van de Universiteit Twente. Hieruit blijkt dat de naleving van de leeftijdsgrenzen onvoldoende is.
De naleving is onderzocht door middel van mysteryshopping en mysterycalls. Een mysteryshopper van 11 jaar die een dvd of game met de 16 jaar leeftijdsgrens wil kopen of huren of die een bioscoopfilm wil bezoeken, vangt bot bij gemiddeld 31% van de bedrijven. De naleving is aanmerkelijk lager als een 15-jarige op pad wordt gestuurd voor een audiovisueel product met de leeftijdsgrens 16 jaar. In dat geval weigert gemiddeld slechts 4% van de bedrijven. Wanneer een 11-jarige een audiovisueel product met de leeftijdsclassificatie 12 jaar wil kopen, is de naleving 7%. Gemiddeld is de naleving 14%. De naleving is het laagst bij warenhuizen (3%) en speelgoedwinkels (8%) die niet bij het NICAM zijn aangesloten. Beter presteren de branches, vooral de bioscopen en videotheken, die zijn aangesloten bij het NICAM (Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media). Bij de omroepen, die in een aparte deelstudie zijn onderzocht, is de naleving met 97% goed.
Vragenlijstonderzoek onder het personeel van de audiovisuele branche leert dat men positief is over Kijkwijzer en PEGI (leeftijdsclassificatie van games), maar het personeel acht zichzelf noch de werkgever verantwoordelijk. Het ondervraagde personeel vindt eerder dat ouders en jongeren zelf verantwoordelijk zijn. Bovendien acht men de kans op controle klein.
Verder toont experimenteel onderzoek aan dat er geen aantrekkende werking uitgaat van de Kijkwijzer- en PEGI-pictogrammen. Het is dus niet zo dat jongeren een bepaalde film willen zien of game willen spelen juist omdat die een hogere leeftijdsgrens heeft, of omdat er ‘spannende’ pictogrammen op staan.
Afspraken Het onderzoek heeft de basis gelegd voor het verbeteren van de naleving van de leeftijdsgrenzen. Het ministerie van Justitie bekijkt op welke manier meer verkooppunten bij het NICAM kunnen worden aangesloten. Daarbij behoort ook een wettelijke verplichting tot de mogelijkheden.Het NICAM zal een communicatieplan uitvoeren, waarin instructie en certificering van het verkopend personeel een centrale rol spelen. Het ministerie van Justitie zal alle ondernemers in een brief wijzen op het onderzoek en de verantwoordelijkheid die ondernemers op basis van artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht dragen voor de bescherming van de jeugd tegen schadelijk beeldmateriaal. Het ministerie van Justitie zal bovendien in kaart brengen hoe het overheidstoezicht op de naleving kan worden verscherpt.