Inspectie kritisch over aansluiting nazorg gevangeniswezen
De nazorg voor gedetineerden die de gevangenis verlaten is landelijk niet gelijk en wordt bovendien niet consequent uitgevoerd. Dat schrijft de Inspectie voor de Sanctietoepassing in haar rapport “Aansluiting nazorg in het gevangeniswezen” dat vandaag is gepubliceerd. De Dienst Justitiële Inrichtingen moet de nazorg beter organiseren.
De inspectie constateert in haar rapport dat de medewerkers maatschappelijke dienstverlening (mmd) weliswaar gemotiveerd en betrokken zijn, maar dat zij onvoldoende houvast hebben in de informatiesystemen en werkprocessen van de justitiële inrichtingen. Hierdoor ontstaan verschillende werkwijzen per inrichting en is het onmogelijk om vast te stellen of met de inzet van mmd’ers de beoogde doelstellingen bereikt worden. Er is onvoldoende zicht bij de mmd’ers welke overdracht voor het einde van de detentie wanneer gedaan moet worden. PI’s versturen een korte berichtgeving aan de gemeente als ze er niet tijdig in slagen om een overdracht te doen voor het einde van de detentie. Prioriteiten liggen bij de gedetineerden die goed in beeld zijn of die veel hulp nodig hebben. De inhoud van het overdrachtsdocument is vaak summier.
De rol en taken van het MMD zijn onvoldoende vastgelegd om een situatie te kunnen bereiken dat alle gemeenten in Nederland op eenzelfde wijze vanuit alle penitentiaire inrichtingen worden geïnformeerd en betrokken bij de nazorg van inwoners van hun gemeente die daarin na een detentie terugkeren. Dit is lastig voor gemeenten, die met meerdere penitentiaire inrichtingen te maken hebben. De gemeenten maken het de PI’s ook niet gemakkelijk. Nog niet alle gemeentes hebben een contactpersoon voor de nazorg aangewezen.
De inspectie doet de volgende aanbevelingen aan de Dienst Justitiële Inrichtingen:
Scherp het profiel van de functie van de mmd’er aan; Zorg dat de betrouwbaarheid van gegevens in de overdrachten verbetert; Draag er zorg voor dat de werkwijze en werkafspraken scherper worden vastgelegd om tot een eenduidige werkwijze te komen; Investeer blijvend in de samenwerking met ketenpartners en andere organisaties; zorg er voor dat overdracht van informatie over nazorg naar inrichtingen waar geen mmd’ers zijn aangesteld wel altijd kan plaatsvinden.
Wat houdt de nazorg in?
Vanaf 2006 zijn op het gebied van de nazorg veel nieuwe werkprocessen doorgevoerd in de penitentiaire inrichtingen. De medewerkers maatschappelijke dienstverlening zijn in de PI’s de spilfunctionarissen voor de nazorg. Zij screenen de gedetineerden op de praktische zaken die bij het ontbreken daarvan de terugval in criminaliteit kunnen beïnvloeden, namelijk identiteitsdocumenten, inkomen, huisvesting en zorg. De mmd’ers informeren de gemeente hierover bij aanvang van de detentie; spannen zich tijdens de detentie in om deze vier ‘leefgebieden’ op orde te brengen en informeren de gemeente wederom aan het einde van de detentie in hoeverre noodzakelijke acties op de vier ‘leefgebieden’ gerealiseerd zijn.
Reactie staatssecretaris van Justitie
Het onderzoek illustreert dat met het aanstellen van medewerkers maatschappelijke dienstverlening (mmd’ers) binnen de penitentiaire inrichtingen belangrijke stappen zijn gezet ten behoeve van een zo goed mogelijke terugkeer van (ex-)gedetineerden in de samenleving, aldus de staatssecretaris in haar reactie op het rapport. De ISt beoordeelt de inzet van de mmd’ers als positief. Ze zijn inventief, betrokken en enthousiast. Zo wordt er in steeds meer gevallen en steeds vaker tijdig (minimaal een basale vorm van) informatieoverdracht naar de gemeenten gerealiseerd. Gedetineerden zijn over het algemeen tevreden over de inzet van de mmd’ ers en over de voorlichting die zij geven.
De ambities op het terrein van nazorg vragen om een continue aanpak, waarbij sprake is van nauwe samenwerking tussen justitie, gemeenten en maatschappelijke organisaties. Niet uitsluitend het interne werkproces van DJI is daarbij van belang. Het samenwerkingsmodel nazorg justitie-gemeenten dat dit voorjaar wordt opgeleverd betekent een belangrijke stap voorwaarts als het gaat om structurele inbedding van nazorg in de gemeentelijke en justitiële organisatie en meer uniformiteit in werkwijze. Een aantal van de aanbevelingen van de inspectie loopt parallel met samenwerkingsmodel nazorg, dat dit voorjaar getekend moet worden. Andere aanbevelingen neemt de staatssecretaris over.
Het rapport is beschikbaar op de website van de Inspectie voor de Sanctietoepassing.