Toespraak minister Ter Horst bij opening Brandweer Opleidings- en trainingscentrum (BOTC)
Sehr geehrter Herr Staatssekretär,
(Lieber Herr Palmen)
dames en heren,
Een Nederlands oefencentrum, op Duits grondgebied, op het terrein van een voormalige Britse militaire basis: het nieuwe oefencentrum is allereerst een goed voorbeeld van Europese eenwording!
Vorig jaar was ik op werkbezoek in Singapore en ik heb daar onder andere een oefencentrum bezocht van de Civil Defense Academy waarin alle hulpdiensten zijn geïntegreerd. Ik was onder de indruk van de mogelijkheden daar, maar nu ik met mijn eigen ogen dit oefencentrum heb gezien, ben ik minstens zo onder de indruk van de mogelijkheden hier, vlak over de grens.
De opening vandaag betekent een belangrijke stap voorwaarts.
Alleen al vanwege de omvang: een woonwijk met 300 woningen, een stuk snelweg met afrit, een benzinestation, een krachtcentrale, een cellencomplex: uit alles blijkt dat u hier grootschalig en realistisch kunt oefenen. En daarnaast kunt u hier ook goed gezamenlijk oefenen met meer hulpdiensten tegelijk.
De realiteit vraagt om nauwe samenwerking, om hulpdiensten die elkaars taal begrijpen, die elkaars bevoegdheden kennen, die weten dat ze op elkaar kunnen rekenen. Niet alleen op papier maar ook in de praktijk.
In Nederland groeien de hulpdiensten al meer naar elkaar toe. Er is beweging. Zoals in bestuurlijk opzicht. Versnippering gaan we tegen door de opzet van sterke Veiligheidsregio’s waarin de hulpdiensten samenwerken. Er komen gezamenlijke meldkamers, waarin ambulancediensten, brandweer en politie nauw samenwerken. En ‘last but not least’ wordt door Defensie in steeds meer situaties samengewerkt met de hulpdiensten en wordt inhoud gegeven aan de civiel-militaire samenwerking.
Twee opmerkingen hierbij.
We krijgen echte samenwerking alleen goed onder de knie als we regelmatig gezamenlijk oefenen. In de nieuwe wet Veiligheidsregio’s staat dan ook dat er ten minste één keer per jaar multidisciplinair wordt geoefend. Ik verwacht niet dat de regio’s gaan oefenen omdat het een wettelijke verplichting is. Ik verwacht wel dat ze het doen omdat ze hun verantwoordelijkheid willen nemen.
Een tweede punt is gezamenlijk opleiden. Daar is echt nog winst te boeken. De medewerkers van de verschillende hulpdiensten worden nu nog mono-disciplinair opgeleid, en daarna moeten ze opeens multi-disciplinair aan de slag.
Multi-opleiden staat nog in de kinderschoenen en verdient meer aandacht. Twee gezamenlijke opleidingen staan nu in de steigers: de opleiding tot proces-manager oefenen en een opleiding tot evaluator van oefeningen. Daarnaast hebben drie opleidingsinstituten de handen ineen geslagen in de opzet van een oefenorganisatie ‘CENS-2’. Ik heb het over de Politieacademie, het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid en de Nederlandse Defensieacademie. Kennis over multidisciplinair oefenen en opleiden wordt nu gebundeld. Ik hoop dat met deze ontwikkelingen de kiem is gelegd voor een brede multi-disciplinaire opleiding.
Het BOTC is ook een stap vooruit in internationaal opzicht. Een van de knelpunten van de Euregio’s is dat er te weinig grootschalige multidisciplinaire oefenlocaties in de grensgebieden zijn. Het grensoverschrijdend oefenen komt hierdoor te weinig van de grond terwijl u elkaar in de praktijk wel tegenkomt. De komst van dit BOTC betekent ook in dit opzicht een belangrijke impuls.
Nog één opmerking over de constructie van het BOTC. We zijn er lang van uitgegaan dat we zelf een oefencentrum gingen oprichten. Maar tot onze verrassing was er vanuit de private kant veel belangstelling in de opzet van dit centrum. Zo zie je maar dat niet alles wat de overheid verstandig vindt ook moet worden uitgevoerd en betaald door de overheid. Een interessante constructie, ook voor mijn collega van Financiën.
Tot slot. Het BOTC betekent in veel opzichten goed nieuws. Het is goed nieuws voor onze hulpdiensten omdat ze voor grootschalige realistische oefeningen vaak ver van huis moesten. Met dit BOTC binnen handbereik hoeft u niet meer naar Zweden of Engeland, maar zijn de rollen eerder omgekeerd: de Zweden en Engelsen komen hier naartoe!
Het oefencentrum is natuurlijk vooral goed nieuws voor onze inwoners: het is in hun belang dat we goed getrainde hulpdiensten hebben. Zij mogen erop rekenen dat de overheid er alles aan doet om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op risico’s. Ik verwacht daarom dat alle veiligheidsregio’s de weg naar Weeze zullen vinden. Met andere woorden: “In Weeze moet je wezen!”
Ik wens u allen veel succes.