NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over het financiële steunpakket, de verlenging van de missie in Afghanistan na 2010 en de uitlatingen daarover van minister Van Middelkoop.
o STEUNPAKKET VAN HET KABINET
SVEN KOCKELMANN:
Het hele land heeft vandaag naar Den Haag gekeken, met de Trêveszaal, waar u heeft zitten vergaderen met de ministerraad. Met als grote vraag: welk reddingsplan gaat u bedenken voor de economie. En u steekt er geen stuiver extra in. Waarom niet?
BALKENENDE:
Ik heb uw uitzending vanochtend ook even bekeken, Goedemorgen Nederland. Toen u sprak over een pakket vandaag nodig. Toen dacht ik: nou, dat klinkt erg zwaar. Misschien goed om nog eens even…
KOCKELMANN:
Dat waren wel de verwachtingen, ook in de Tweede Kamer.
BALKENENDE:
Dat heeft een beetje verbaasd. Want ik heb vorige week aangekondigd - en niet alleen vorige week, maar ook al voor het kerstreces- dat we een aantal maatregelen zouden gaan nemen. Dat had te maken met een brief die we hebben verstuurd eind november. Toen hebben we gezegd: de vervroegde afschrijving voor bedrijven is van groot belang. Dat men gaat investeren. Dan hadden we de groeifaciliteit, dat bedrijven makkelijker aan krediet kunnen komen. Toen hebben we ook gezegd: er zijn nog een paar experimenten die willen we nader gaan bezien. Dat is vandaag aan de orde geweest. Dus datgene…
KOCKELMANN:
Maar dat zijn extra garantstellingen van de overheid om te zorgen dat bedrijven zich makkelijker kunnen verzekeren in het buitenland, makkelijker krediet loskrijgen bij banken. Maar als je dat afzet tegen uw eigen partijgenoot Elco Brinkman, die zei: we moeten bouwen. Tegen VNO-NCW: wegen aanleggen. De Rotterdamse haven: investeren in de Maasvlakte. Stop geld in die economie. Nu hoor ik Wouter Bos aan de overkant bij de Trêveszaal zeggen: het kost ons niets extra's. Dus er gaat geen stuiver extra naar toe.
BALKENENDE:
Dan moeten we even terug naar wat we allemaal hebben gedaan als kabinet. Vorig jaar was de zorg enorm groot over de financiële sector. We hebben nu negentig miljard in de financiële sector geïnvesteerd om te zorgen dat mensen hun spaargeld niet verliezen. Om te zorgen dat banken kunnen functioneren. Dat banken niet omvallen, in het geval van Fortis. Dat heeft de staatschuld al behoorlijk belast moet ik zeggen. Dus dat is wat gebeurde bij de financiële sector. Toen we spraken over de begroting voor dit jaar, toen hebben we gezegd: laten we de inkomens van mensen verbeteren. Geen btw-verhoging, geen betaling van WW-premies door werknemers.
KOCKELMANN:
De koopkracht, daar gaan we bijna allemaal op vooruit.
BALKENENDE:
Ja, de koopkracht gaat dus (onverstaanbaar, red.) goed. Dan hebben we een ander punt. We zien al dat natuurlijk, we hebben een begrotingsoverschot, maar dat gaat op naar een tekort. Met andere woorden, je neemt toch genoegen met iets dat je eigenlijk liever niet hebt. Dan hebben we vandaag ook weer besluiten genomen. Die zaken geven al aan dat we heel veel dingen doen. Nu kom ik bij het punt waar u op doelt, van: moet er meer worden geïnvesteerd? We hebben het bijvoorbeeld gehad over: we zijn al lang van plan in Nederland om te gaan investeren, te gaan bouwen. Laat ik een voorbeeld noemen. We hebben al jarenlang nu de discussie kunnen wij bepaalde wegen niet gaan verbreden. Daar is geld voor vrijgemaakt.
KOCKELMANN:
Versneld aanleggen, extra investering voor de overheid.
BALKENENDE:
U hebt gezien wat er is gebeurd. Een bepaalde procedure heeft er toe geleid dat er even niet gebouwd mag worden. Uitspraak van de Raad van State. Vervolgens is gezegd: wij willen tempo maken en gelukkig heeft minister Eurlings nu een wet door de Tweede Kamer gehaald, en ik hoop dat het ook goed gaat in de Eerste Kamer, zodat het sneller gaat om te kunnen investeren. Zo kan je procedures versnellen.
KOCKELMANN:
De Duitsers die stoppen er vijftig miljard extra in. Landen om ons heen doen dat ook. Van de VVD tot de vakbond zeggen ze: alternatieven, duurzame energie, nu investeren.
BALKENENDE:
We moeten oppassen om de situatie van het ene land zomaar te vergelijken met dat van een ander land.
KOCKELMANN:
Is het niet nodig om er extra geld in te stoppen nu?
BALKENENDE:
De uitgangssituatie van Nederland die is gewoon goed. De koopkracht is zeer behoorlijk dit jaar. Zelfs beter dan we vorig jaar dachten. De werkloosheid in Nederland is historisch laag en we zitten ongeveer op het laagste niveau van Europa. Overheidsfinanciën die er behoorlijk goed voorstaan. Kortom, de uitgangspositie is bepaald niet slecht. Dat is in andere landen soms anders. Dat is één voorbeeld. Het tweede voorbeeld. Wij hebben in Nederland een grote financiële sector. Wij doen veel om banken overeind te houden. In andere landen kan het soms heel anders liggen.
KOCKELMANN:
Maar meneer Balkenende, uw eigen partijgenoot Piet-Hein Donner op Sociale Zaken, die heeft het over massaontslagen.
BALKENENDE:
Dan moet u ook de heer Donner goed citeren. Wat heeft de heer Donner nu gezegd? Hij zei: ik zie het risico van massaontslagen. Dat er bij bepaalde bedrijven mensen ineens aan de kant komen te staan. Toen heeft hij gezegd: we moeten oppassen dat massaontslagen als ze zich voordoen omslaan in massawerkloosheid. Dat is ook de reden waarom hij het plan nu aan het ontwikkelen is om te zorgen dat wanneer mensen hun baan zouden verliezen ze zo snel mogelijk ander werk vinden.
KOCKELMANN:
Maar je spreekt toch niet voor niets over massaontslagen? Dat zeg je toch niet zomaar?
BALKENENDE:
De situatie is ernstig.
KOCKELMANN:
Is het uitgesloten dat er, laten we zeggen over een paar maanden als er weer nieuwe groeicijfers, of negatieve groeicijfers binnenkomen, dat u wel miljarden extra nog in die economie gaat stoppen?
BALKENENDE:
Alles naar volgorde. Eerst die financiële crisis. Die hebben we aangepakt. Toen zorgen dat kredieten kunnen worden verleend. We zitten nu in die fase. Dan, wat er nu het komend jaar gaat gebeuren. Eind februari krijgen we weer de nieuwe cijfers van het Centraal Planbureau. En dan praten we daarna over twee belangrijke zaken. Zijn er nog aanvullende maatregelen nodig voor dit jaar? Dat is wat je noemt de voorjaarsnota. Of, wat doen we voor volgend jaar? En dan kom ik even terug op het punt dat u noemt ten aanzien van investeringen. Ik praat ook veel met bouwers. Wat je nu vaak ziet is dat bepaalde groepen bouwers die hebben nu nog opdrachten, omdat ze gewoon wegen moeten aanleggen. Dus die orderportefeuille is nu nog gevuld. Maar op enig moment houdt dat op. En dan is het zaak om op dat soort momenten te zorgen dat er nieuwe projecten zijn. Daar zijn we druk mee bezig.
KOCKELMANN:
Dan is het dus niet uitgesloten dat u er dan dus wel heel veel geld instopt?
BALKENENDE:
Ik doe geen uitspraken over bedragen. Het moet financieel verantwoord zijn. Maar het is zo, we hebben steeds gezegd: wij willen doen wat nodig is.
KOCKELMANN:
Laatste vraag over dit onderwerp. U zei net zelf: het begrotingsoverschot slaat om in een tekort. Dat wil je eigenlijk gewoon niet hebben. Stel dat je meer geld nog dan u nu doet in de economie stopt, dan wordt dat tekort alleen maar groter. Kan dat (onverstaanbaar, red) extra bezuinigingen?
BALKENENDE:
Je kunt ombuigen niet uitsluiten. Het is ook zo, mensen zeggen van we moeten ook extra investeringen doen. Bijvoorbeeld wat u zegt, meer wegen, meer infrastructuurprojecten, meer bouwwerken wellicht. Dan moet je wel kijken of dat solide kan. Dat is ook precies wat het kabinet doet. We moeten goed kijken naar wat is de financiële ruimte. Ombuiging kun je niet uitsluiten. Waar kan je intensiveren en waar moet je hervormingen doorvoeren. Al die zaken liggen op ons bord als een complexe discussie.
KOCKELMANN:
U doet dat in etappes. Stap voor stap.
BALKENENDE:
Ja, en op een verstandige manier. Dat je maatregelen neemt die gewoon nodig zijn.
O VERLENGING AFGHANISTAN-MISSIE
KOCKELMANN:
Goed, ander onderwerp. Als Barack Obama na komende dinsdag belt met Nederland, want hij wil steun voor een nieuwe missie in Afghanistan, moet hij dan met u bellen, met Eimert van Middelkoop, minister van Defensie, of met Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken? Of misschien nog wel met Bert Koenders ook?
BALKENENDE:
Het is zo dat dit soort contacten, wanneer die worden gelegd, dan is het vaak zo dat de regeringsleiders hebben de contact met elkaar. De ministers van Buitenlandse Zaken hebben contact met elkaar. En de ministers van Defensie hebben ook contact met elkaar.
KOCKELMANN:
En nu is het probleem dat die Amerikanen dan uit drie monden drie verschillende dingen horen. Namelijk, u zegt: er ontstaat een nieuw wegingsmoment. De minister van Defensie zegt: Obama kan net zo vaak bellen als hij maar wil, maar wij gaan na 2010 geen nieuwe grote missie in Afghanistan opzetten. En de minister van Buitenlandse Zaken zegt: alle opties staan open.
BALKENENDE:
U maakt er toch een beetje een karikatuur van.
KOCKELMANN:
Dat is toch niet waar? De minister van Defensie heeft dit letterlijk gezegd tegen het Nederlands Dagblad, geautoriseerd en wel.
BALKENENDE:
Het is eigenlijk zo: Nederland zit een langere tijd in Afghanistan. We zitten met een groot aantal mensen die ik enorm bewonder in Uruzgan. We hebben anderen die actief zijn in de omgeving van Kandahar met F16's en helikopters. En we hebben Nederlandse militairen die actief zijn op het hoofdkwartier van ISAF in Kabul. Voor dat wij begonnen in Uruzgan waren we ook actief. Wat hebben we nu besloten? Nederland zou eerst twee jaar in Uruzgan zitten. Toen is het besluit genomen om dat te verlengen. Daar stoppen we mee in 2010. Ten aanzien van de vraag kunnen we andere dingen doen in Afghanistan, daarvan heb ik gezegd: dat zal op dat moment worden bekeken, wanneer er verzoeken zijn.
KOCKELMANN:
Een nieuw wegingsmoment, dat zei u voor de feestdagen. Tijdens de feestdagen vliegt Eimert van Middelkoop naar Uruzgan. Dus nadat u hier, aan deze tafel heeft gezegd: er ontstaat een nieuw wegingsmoment, zegt hij: Obama kan bellen tot hij er bij neervalt. Wij gaan niet na 2010… Dat heeft hij gezegd.
BALKENENDE:
Heeft u het vragenuurtje gevolgd deze week in de Tweede Kamer?
KOCKELMANN:
Jazeker, maar ik heb ook toevallig het geautoriseerde interview gezien in het Nederlands Dagblad.
BALKENENDE:
Dat weet ik wel.
KOCKELMANN:
Dat is toch wat anders dan wat u zegt?
BALKENENDE:
Ik heb uiteraard ook hierover gesproken met minister Van Middelkoop. De redenering die ik u net aangeef en hoe het zit met de besluitvorming ten aanzien Uruzgan en de andere dingen. En over die andere dingen zullen we gewoon op enig moment als er verzoeken komen ons buigen en dat zal dan worden bekeken. Voordat minister van Middelkoop in de Kamer heeft gesproken deze week, dat vragenuurtje, heb ik natuurlijk ook contact met hem erover gehad. Ten aanzien van de inhoudelijke zaken die hij naar voren heeft gebracht (onverstaanbaar, red).
KOCKELMANN:
Vond u het een gelukkig optreden trouwens?
BALKENENDE:
Het heeft wel tot gedoe geleid in (onverstaanbaar, red.)
KOCKELMANN:
Maar vond u het een gelukkig optreden?
BALKENENDE:
Het is altijd vervelend wanneer er een verklaring laat op de dag moet worden uitgeschreven naar aanleiding van zo'n vragenuurtje. Dat is natuurlijk niet leuk.
KOCKELMANN:
Het blijft toch vervelend als een minister in de Tweede Kamer iets zegt dat later niet waar blijkt te zijn.
BALKENENDE:
Dat is ook reden voor hem geweest om met een verklaring te komen. Vervolgens heeft dat weer geleid tot allerlei Kamervragen. Volgende week zal er een debat zijn in de Tweede Kamer.
KOCKELMANN:
(onverstaanbaar, red.) Vandaag ook nog in de Telegraaf, hergepubliceerd. Dat tweede interview, dat is wel geautoriseerd en daar herhaalt hij wat hij eerder heeft gezegd.
BALKENENDE:
Ik denk dat het goed is dat na alle commotie van deze week en alle publiciteit, dat minister Van Middelkoop nu in de gelegenheid is om een brief te sturen naar de Tweede Kamer. En dan zal volgende week daar een debat over volgen.
KOCKELMANN:
Heeft u nog vertrouwen in hem?
BALKENENDE:
Ik heb vertrouwen in minister van Middelkoop. Natuurlijk zijn er soms ook momenten dat je denkt: ja, dat is niet zo plezierig. Dat heeft natuurlijk ook met deze publiciteit…
KOCKELMANN:
Heeft u hem erop aangesproken?
BALKENENDE:
Ik doe geen uitspraken over wat de inhoud is van de gesprekken. Ik heb natuurlijk meerdere keren contact gehad met minister van Middelkoop deze week.
KOCKELMANN:
Is het nu de laatste keer dat hij zo blundert in de media?
BALKENENDE:
Ik denk dat een minister eigenlijk altijd moet voorkomen, proberen te voorkomen, dat je nodeloze discussies krijgt. Want het natuurlijk veel belangrijker om over de inhoud te praten.
KOCKELMANN:
Maar die inhoud is juist zo belangrijk in deze kwestie. Dus dan zou je ook kunnen zeggen: dit is de laatste keer geweest.
BALKENENDE:
Laten we eerst maar eens het debat van volgende weke afwachten.
KOCKELMANN:
Daar moet hij zich verantwoorden. En wat hangt daar dan precies van af?
BALKENENDE:
Hoe hij nog precies kan aangeven hoe het nu zit met zijn inhoudelijke visie ten aanzien van Afghanistan. Dan zullen er opmerkingen komen van de kant van de Tweede Kamer en dan kan hij daarop ingaan.
KOCKELMANN:
En u wacht dat debat af?
BALKENENDE:
Natuurlijk, dat is te verwachten.
KOCKELMANN:
Ik dank u wel voor dit gesprek.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd)