Antwoorden op kamervragen van Gillárd over nepfoetussen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum 16 januari 2009
Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Gill'ard (PvdA) over nepfoetussen (ingezonden 17 december 2008).

Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Gill'ard over nepfoetussen.
(ingezonden 17 december 2008)

Vragen van het lid Gill’ard (PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over nepfoetussen. (Ingezonden 17 december 2008)

Vraag 1

Kent u het bericht dat de stichting “Schreeuw om leven” nepfoetussen verspreid, om zo de aandacht te vestigen op abortus provocatus? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze manier van actie voeren?

Vraag 3

Wat is uw mening over het voornemen om begin volgend jaar een half tot vijf miljoen poppetjes bij de burger op de mat te laten vallen?

Antwoord 2 en 3

Ik ben van mening dat het van groot belang is in Nederland een open en vrije discussie te kunnen voeren over een gevoelig en belangwekkend onderwerp als abortus. De stichting “Schreeuw om leven” heeft op haar website aangegeven dat de plastic modellen, die een foetus van 10 weken moeten verbeelden alleen zijn verzonden aan “de brede medische beroepsgroep, het maatschappelijk werk, de politiek, het onderwijs, de media en de jongerenbeweging”.

Vraag 4

Kwalificeert u deze actie als een vorm van geestelijke vrijheidsberoving en geestelijke huisvredebreuk?

Antwoord 4

Ik kan mij voorstellen dat het thuis ontvangen van deze plastic modellen voor sommige vrouwen pijnlijk, verdrietig en kwetsend kan zijn. Hierbij denk ik onder andere aan vrouwen die een miskraam hebben gehad, die hun zwangerschap hebben afgebroken of die vanwege vruchtbaarheidsproblemen niet zwanger kunnen raken. Ik vind het dan ook kwalijk dat deze actie hen hier aan herinnert.

Vraag 5

Bent u van mening dat deze actie smakeloos is, en voor sommige vrouwen intimiderend dan wel zeer kwetsend kan zijn, bijvoorbeeld voor vrouwen die een miskraam hebben gehad of vrouwen die een abortus hebben gehad? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

De stichting “Schreeuw om het leven” heeft, omwille van de vrijheid van meningsuiting, het recht om op deze manier haar mening kenbaar te maken en actie te voeren. Ik meen echter vanuit mijn uitgangspunten van autonomie, beschermwaardigheid en goede zorg, dat indien de stichting toch mocht besluiten de plastic foetussen landelijk te versturen, dit voor een aantal vrouwen (en hun partners) kwetsend kan zijn. Bovendien ben ik van mening dat deze actie niet bijdraagt aan de zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces. De hulpverlening aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn vindt plaats op basis van professionaliteit en vertrouwen. Vrouwen moeten de ruimte hebben om in vrijheid een zorgvuldige beslissing te nemen. Ik meen dat het verzenden van de plastic modellen niet de zorgvuldigheid bij deze emotionele beslissing zal vergroten.

Vraag 6

Wordt de stichting “Schreeuw om leven” direct of indirect financieel ondersteund door de overheid? Zo ja, wat is uw mening over het gegeven dat publieke middelen worden gebruikt om burgers op deze manier te willen raken of zelfs bewust te kwetsen?

Antwoord 6

De stichting wordt financieel niet ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

1) de Volkskrant, 11 december 2008, Pauw en Witteman, 11 december 2008