Kamervragen lid Irrgang
Geachte voorzitter,
In de bijlage treft u mijn antwoorden aan op de vragen van het lid Irrgang (SP) over de verzekeraar Cardif, die aan mij zijn toegezonden bij brief van 31 december 2008, onder nummer 2080908830.
de Minister van Financiën,
Wouter Bos
2008Z10363/2080908830
Vragen van het lid Irrgang (SP) over verzekeraar Cardif (Ingezonden 30 december 2008)
1. [endif]Heeft u kennis genomen van de uitzending over de verzekeraar Cardif?[1] [endif]
Ja.
2. [endif]Vindt u de aanvankelijke opstelling van de verzekeraar moreel verdedigbaar?
Het is niet aan mij om een oordeel te vellen over de moraliteit van een financiële onderneming. Overigens merk ik op dat Cardif op 30 december 2008 een begin heeft gemaakt met het doen van periodieke uitkeringen aan de verzekerde die in de betrokken uitzending aan het woord kwam.
3. [endif]Mag een verzekeraar mensen, die naar eer en geweten een gezondheidsverklaring hebben ingevuld, weigeren uit te keren omdat de verzekerde bij het aangaan van de verzekering al ziek was? Zo ja, ook als dit bij de verzekerde en medici op het moment dat de verzekering werd aangegaan niet bekend was? Zo ja, deelt u dan de mening dat dit reden is om op dit punt de wet aan te scherpen?
Een verzekeringnemer is verplicht vóór het sluiten van een verzekering aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen, en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt of kan afhangen of, en zo ja op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten.
Een verzekeraar kan een verzekeringnemer die bij het sluiten van de verzekering niet wist dat hij ziek was en dit redelijkerwijze ook niet kon weten, als de ziekte zich openbaart dus niet weigeren om tot uitkering over te gaan. Aanpassing van de wet op dit punt is dan ook niet nodig.
[endif]
[1] [endif]Knelpunt, 19 december 2008