Pilot individueel participatiebudget "werk en zorg"
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
12 januari 2009
Betreft Pilot individueel participatiebudget “werk en zorg”
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeren wij u over de eerste ervaringen die met de pilot individueel participatiebudget werk en zorg zijn opge¬daan en de vervolgstappen die het ministerie van VWS en SZW gezamenlijk zullen nemen.
In uitvoering van de motie van de leden Verburg en van der Sande (TK 2006-2007, 30 800 XV, nr. 42) is in 2007 gestart met de voorbereidingen van een pilot participatiebudget. Binnen deze pilot wordt het persoonsgebonden budget AWBZ samengevoegd met een budget voor de toegekende WIA-werkvoorziening(en) tot één budget. Met dit budget mogen cliënten zelf de benodigde zorg, hulp, ondersteuning en werkvoorzieningen inkopen. Het budget is zodanig in¬gericht dat er geen schotten staan tussen de verschillende voorzieningen. Hierdoor ontstaan er voor de cliënt uitruilmogelijk¬heden tussen het zorg- en werkdeel . In 2008 hebben de eerste deelnemers de beschikking gekregen over een participatiebudget.
Het doel van de pilot is te onderzoeken of een participatiebudget leidt tot meer keuzevrijheid en tot minder (ervaren) administratieve lasten voor de cliënten en of een dergelijk budget bijdraagt tot de bevordering van arbeidsparticipatie. Het aantal deelnemers aan de pilot is tot op heden echter zo gering dat op grond van de uitkomsten van de pilot daarover nog geen uitspraken kunnen worden ge¬daan. Dit is aanleiding geweest om de opbrengsten van de pilot tot nu toe te bezien en de verdere aanpak vast te stellen.
Gebleken is dat het geringe aantal deelnemers mede het gevolg is van de keuzes om de doelgroep van de pilot te beperken tot perso¬nen met zowel een persoons¬ge¬bonden budget AWBZ (pgb) als een WIA-werkvoorziening en om de pilot in een be¬perkt aantal (5) re¬gio’s te houden. Landelijk ge¬zien beschikten circa 1250 per¬sonen over een pgb én een werkvoorziening. Eind 2007 heeft het Uitvoeringsinstituut werkne¬mers¬ver¬zekeringen (UWV) 115 potentiële deelnemers in de pilotregio’s persoonlijk benaderd. Daarvan doen er op dit moment veertien mee aan de pilot.
Hoewel op basis van het geringe aantal deelnemers geen (beleids)¬con¬clusies kunnen worden getrokken, is wel duidelijk geworden dat de resultaten van deze kleinschalige pilot inzichten bieden in knelpunten van de huidige systemen van voorzieningen en onder¬steuning voor mensen met beperkingen. Deze informatie kan worden betrokken bij beleidsontwikkeling en input vormen voor verbeteringen in de uitvoering. In dat kader is het belangrijk dat de deelnemers aan de pilot en de uitvoerders (twee zorgkantoren en het UWV) meer ervaring opdoen. Daarom is de pilot individueel participatiebudget werk en zorg met één jaar verlengd en kunnen (potentiële) deelnemers uit de pilotregio’s tot en met 31 december 2009 instromen.
Zoals gebruikelijk wordt de pilot geëvalueerd. Deze evaluatie zal in de tweede helft van 2010 aan de uw Kamer worden gezonden.
Het kabinetsbeleid is erop gericht iedereen te laten meedoen in onze maatschap¬pij. Dit wordt op diverse manieren ondersteund en gestimuleerd. Er zijn verschil¬lende vormen van ondersteuning al dan niet in de vorm van een persoons¬gebon¬den budget. Te denken valt aan voorzieningen vanuit de AWBZ, (arbeidsplaats)voor¬zienin¬gen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en ondersteuning door gemeenten vanuit de Wet maatschappelijke onder¬steuning (WMO). Het kabinet heeft ondermeer in het Coalitieakkoord aangegeven dat iedereen volwaardig moet kunnen participeren. De mensen en hun mogelijk¬heden staan daarbij centraal. De (benodigde) ondersteuning dient vanuit de cliënt te worden benaderd. Vanuit die invalshoek zal worden bezien of er niet meer sa¬men¬hang tussen de verschillende systemen kan worden aangebracht en of mo¬gelijke knelpunten in de uitvoering kunnen worden opgelost. De pilot individueel participatiebudget werk en zorg belicht slechts een (klein) onderdeel daarvan en moet daarom dan ook worden beschouwd als een voorverkenning waarop andere initiatieven mogelijk kunnen voortbouwen. Er zijn meerdere, ook domeinover¬stij¬gende, initiatieven gaande onder¬meer op de beleidsterreinen van de ministeries van VWS, SZW, Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Jeugd & Gezin. Te denken valt aan onder andere “stroomlijning indicatieprocessen in Zorg en Sociale Zekerheid” en “geïn¬te¬greerde indi¬catiestelling”.
Parallel aan de pilot individueel participatiebudget zullen het ministerie van VWS en SZW verkennen op welke wijze de pilot individueel participatiebudget en de uitkom¬sten daarvan in de hierboven geschetste context kan worden geplaatst. Daartoe zal in ieder geval kennis over de werking van de verschillende systemen en de wensen van de ver¬schil¬lende actoren worden verzameld. Daarbij zal eveneens worden onderzocht welke andere initiatieven er lopen en op welke wijze de (uitkomsten van de) verschillende ini¬tia¬tieven samengebracht kunnen worden.
Gelijktijdig met de evaluatie van de pilot individueel participatiebudget zullen wij u informeren over de eerste bevindingen van deze verkenning.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner