Brief aan de Tweede Kamer inzake overlast bij de jaarwisseling
Bij brief van 5 december 2008 [1] heb ik u mede namens mijn ambtgenoten van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het rapport "Een prettige jaarwisseling” van de Commissie overlast jaarwisseling (hierna: Commissie) en onze reactie daarop aangeboden.
Bij brief van 5 december 2008 [1] heb ik u mede namens mijn ambtgenoten van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het rapport "Een prettige jaarwisseling” van de Commissie overlast jaarwisseling (hierna: Commissie) en onze reactie daarop aangeboden.
Naar aanleiding het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december jl.[2] merk ik mede namens mijn vorengenoemde ambtgenoten het volgende op.
In het tijdschrift Binnenlands Bestuur van 12 december jl. wordt door de voorzitter van de Commissie, de heer De Graaf, opgemerkt dat hij het jammer vindt dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich beperkt tot een campagne tegen geweld tegen hulpverleners en dat geen sprake is van een landelijke campagne voor de door hem gewenste cultuurverandering.
De campagne richt zich weliswaar vooral op geweld tegen hulpverleners met een publieke taak, maar heeft ook een bredere uitstraling. Verder staat deze campagne niet op zichzelf. Het is voldoende duidelijk dat het kabinet overlast en geweld niet tolereert. Deze boodschap wordt ook duidelijk gecommuniceerd door gemeenten, het openbaar ministerie en de politie. Verder verwijs ik u naar de brieven van de Minister van Justitie van 10 oktober 2008[4], waarin de mogelijkheid van toepassing van (super)snelrecht mede in dit kader wordt aangegeven.
Op dit moment zie ik dan ook geen aanleiding om vóór de aanstaande jaarwisseling een aanvullende campagne te voeren.
Het rapport “Een prettige jaarwisseling” is beschikbaar gesteld aan gemeenten, politie- en brandweerkorpsen en ambulancediensten en is daarnaast gepubliceerd op de websites van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en van departementen. Het rapport bevat aanbevelingen waarvan gebruik kan worden gemaakt. Op deze wijze en in combinatie met het eerder aan gemeenten toegezonden COT-rapport over bevoegdheden voor gemeenten en burgemeesters op het gebied van handhaving openbare orde zijn de gemeenten op voldoende wijze bekend gesteld met de mogelijkheden om effectief op te treden tegen overlast en geweld. Uit informatie van onder meer regionale politiekorpsen blijkt dat voor de komende jaarwisseling in dit kader door lokale partners voorbereidingen worden getroffen met gebruikmaking van de aanbevelingen uit het rapport.
Conform het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zullen wij in januari 2009 uw Kamer een evaluatie van de aanstaande jaarwisseling toezenden.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
[1] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VII nr. 47
[2] 31700 – VII – 47/2008D23120
[3] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VI, nr. 9
[4] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VI, nr. 83
In het tijdschrift Binnenlands Bestuur van 12 december jl. wordt door de voorzitter van de Commissie, de heer De Graaf, opgemerkt dat hij het jammer vindt dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich beperkt tot een campagne tegen geweld tegen hulpverleners en dat geen sprake is van een landelijke campagne voor de door hem gewenste cultuurverandering.
De campagne richt zich weliswaar vooral op geweld tegen hulpverleners met een publieke taak, maar heeft ook een bredere uitstraling. Verder staat deze campagne niet op zichzelf. Het is voldoende duidelijk dat het kabinet overlast en geweld niet tolereert. Deze boodschap wordt ook duidelijk gecommuniceerd door gemeenten, het openbaar ministerie en de politie. Verder verwijs ik u naar de brieven van de Minister van Justitie van 10 oktober 2008[4], waarin de mogelijkheid van toepassing van (super)snelrecht mede in dit kader wordt aangegeven.
Op dit moment zie ik dan ook geen aanleiding om vóór de aanstaande jaarwisseling een aanvullende campagne te voeren.
Het rapport “Een prettige jaarwisseling” is beschikbaar gesteld aan gemeenten, politie- en brandweerkorpsen en ambulancediensten en is daarnaast gepubliceerd op de websites van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en van departementen. Het rapport bevat aanbevelingen waarvan gebruik kan worden gemaakt. Op deze wijze en in combinatie met het eerder aan gemeenten toegezonden COT-rapport over bevoegdheden voor gemeenten en burgemeesters op het gebied van handhaving openbare orde zijn de gemeenten op voldoende wijze bekend gesteld met de mogelijkheden om effectief op te treden tegen overlast en geweld. Uit informatie van onder meer regionale politiekorpsen blijkt dat voor de komende jaarwisseling in dit kader door lokale partners voorbereidingen worden getroffen met gebruikmaking van de aanbevelingen uit het rapport.
Conform het verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zullen wij in januari 2009 uw Kamer een evaluatie van de aanstaande jaarwisseling toezenden.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
[1] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VII nr. 47
[2] 31700 – VII – 47/2008D23120
[3] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VI, nr. 9
[4] Kamerstukken II, 2008/09, 31700 VI, nr. 83