Brief Eerste Kamer over casus gezinshulp (WTCG)
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA 's-GRAVENHAGE
Ons kenmerk AFP/2008/994 U
Betreft Wetsvoorstel Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten - casus gezinshulp
Geachte Voorzitter,
Op maandag 15 en dinsdag 16 december 2008 heeft in uw Kamer het plenaire debat plaatsgevonden over het wetsvoorstel Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)[1]. In het debat zijn door mevrouw Dupuis vragen gesteld over de fiscale aftrek van kosten voor extra gezinshulp, met name of deze aftrek, zoals voorzien in de Wtcg, is gewijzigd ten opzichte van de aftrek zoals die gold onder de huidige buitengewone uitgavenregeling. Zij heeft daarbij gevraagd dit te illustreren aan de hand van een door haar aangereikte casus. In deze brief voldoen wij, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aan dat verzoek. Daarnaast komt in deze brief de uitkomst van het overleg met het CAK over de in te stellen onafhankelijke adviescommissie aan de orde.
Fiscale aftrekbaarheid uitgaven extra gezinshulp
Alvorens nader wordt ingegaan op deze casus willen wij voorop stellen dat de fiscale aftrek ter zake van de uitgaven voor specifieke zorgkosten voor extra gezinshulp niet is gewijzigd. De bepalingen zoals die op dit punt zijn opgenomen in de huidige buitengewone uitgavenregeling zijn zonder inhoudelijke wijzigingen overgenomen in de Wtcg. Desalniettemin zal de fiscale aftrek in 2009 anders uitvallen dan in 2008. Dit heeft te maken met het feit dat in 2009 de zogenoemde eigen bijdragen AWBZ/Wmo niet langer aftrekbaar zijn en voorts dat de algemene drempelsystematiek is gewijzigd. Deze wijzigingen zien echter niet specifiek op de kosten van extra gezinshulp maar gelden voor alle fiscale aftrekposten in het kader van de Wtcg. Bovendien wordt het vervallen van de aftrekbaarheid van de eigen bijdragen AWBZ/Wmo gecompenseerd door een korting op die eigen bijdragen.
De door mevrouw Dupuis aangereikte casus is aangevuld met aannames ter zake van de aard van de hulp, het verschuldigd zijn van een eigen bijdrage wat betreft het persoonsgebonden budget (PGB) en de hoogte van die eigen bijdrage. Wat betreft de verleende hulp wordt er van uitgegaan dat het gaat om verzorging die kan worden begrepen onder de fiscale aftrekpost voor uitgaven voor genees- en heelkundige hulp, en dat er overigens geen andere kosten als specifieke zorgkosten in aftrek worden gebracht. Voorts wordt aangenomen dat in deze casus onder verzamelinkomen wordt verstaan het gezamenlijke verzamelinkomen van beide partners en het bovendien gaat om het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek.
Mevrouw Dupuis heeft gevraagd om aan te geven hoe de fiscale aftrek zal zijn voor een gehuwde dementerende vrouw met een verzamelinkomen van € 75 000. Deze vrouw ontvangt thuis verpleging en verzorging waarvoor zij in 2008 - na aftrek van de eigen bijdrage - een persoonsgebonden budget (PGB) ontving van € 30 000. De eigen bijdrage die in 2008 bij een dergelijke PGB verschuldigd is, bedraagt - bij aanname - € 7500[2]. Het PGB bedraagt op die manier dus bruto € 37 500 (euro 30 000 en € 7500). Dit bruto-PGB ad € 37 500, gebaseerd op het indicatiebesluit, verandert in 2009 niet in vergelijking met 2008. De kosten voor de verpleging en verzorging bedragen € 50 000. De vraag is of er in 2009 recht bestaat op aftrek in het kader van de uitgaven voor specifieke zorgkosten en zo ja, voor welk bedrag.
De eigen bijdrage is in 2009 niet meer aftrekbaar. Dit is nieuw ten opzichte van de situatie in 2008, maar, zoals hiervoor al aangegeven is dit een algemene maatregel die niet specifiek betrekking heeft op de aftrek van uitgaven voor extra gezinshulp. In de plaats van het vervallen van de aftrekbaarheid van die eigen bijdrage wordt via het CAK een directe korting op die eigen bijdrage verleend. Hiermee komt de te betalen eigen bijdrage in 2009 - na aftrek van de korting van 33% - in 2009 uit op € 5.000 en bedraagt het netto PGB € 32.500.
Het restantbedrag van (in de beschreven situatie) € 50 000 -/- (euro 32 500 (het netto PGB) -/- € 5000 (de eigen bijdrage) = € 12 500 komt in beginsel voor aftrek in aanmerking onder de post genees- en heelkundige hulp. Wel geldt hiervoor uiteraard dat aan de voorwaarden voor aftrek moet zijn voldaan.
Voor zover de kosten niet kunnen worden aangemerkt als uitgaven voor genees- of heelkundige hulp, maar wel als met ziekte of invaliditeit verband houdende extra gezinshulp, geldt het vorenstaande eveneens. In dat geval wordt het hiervoor berekende restantbedrag echter nog verminderd met een specifiek voor deze aftrekpost geldend drempelbedrag. Dit drempelbedrag bedraagt in dit geval 3% van het verzamelinkomen, in casu 3% van € 75 000. Daarnaast moet in dat geval de naam en het adres van de gezinshulp blijken uit gedagtekende facturen.
Alle hiervoor genoemde voorwaarden golden ook al onder de huidige buitengewone uitgavenregeling en zijn gehandhaafd in de nieuwe fiscale regeling.
De aftrek bedraagt derhalve € 12 500 indien de hulp is aan te merken als genees- en heelkundige hulp en ( € 12 500 -/- € 2250 =) € 10 250 indien de aftrekpost extra gezinshulp van toepassing is.
Op deze kosten dient vervolgens uiteraard nog de algemene drempel te worden toegepast.
Overigens hebben wij helaas moeten constateren dat er een omissie is geslopen in het wetsvoorstel waar het betreft het niet in aanmerking nemen van de eigen bijdragen AWBZ/Wmo binnen de fiscale regeling. Dit is nu beperkt tot de eigen bijdragen die verschuldigd worden krachtens de artikelen 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Verzuimd is echter ook de overige eigen bijdragen die verschuldigd worden krachtens de AWBZ en de Wmo, van de aftrek uit te sluiten. Ook op deze eigen bijdragen zal immers wel de voorziene korting worden toegepast. Het in stand houden van de aftrek voor deze eigen bijdragen zou afbreuk doen aan de doelstellingen van en de consistentie binnen de Wtcg. Om die reden dient deze technische omissie te worden gecorrigeerd. Het voornemen is om dit te doen bij nota van wijziging op het wetsvoorstel tot wijziging van de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten[3], dat momenteel aanhangig is in de Tweede Kamer.
Onafhankelijke adviescommissie
Tijdens de plenaire behandeling is een motie ingediend waarin de regering verzocht wordt een onafhankelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 7.13 van de Algemene wet bestuursrecht in te stellen ten behoeve van de beslissing op eventueel door verzekerden in te dienen bezwaarschriften.[4] In reactie hierop heeft het kabinet laten weten in de geest van de motie te zullen handelen en in overleg te treden met het CAK over een dergelijke - door het CAK in te stellen - adviescommissie. Dit overleg heeft inmiddels plaatsgevonden. Het CAK heeft laten weten bereid te zijn een dergelijke adviescommissie in het leven te roepen. Artikel 7.13 Awb formuleert enige eisen waaraan die commissie wat betreft samenstelling en werkwijze moet voldoen. Het behoort tot de bevoegdheden en taken van het CAK om in de instellingsregeling van de commissie nadere regels te stellen omtrent de wijze waarop de commissie haar werk moet doen (bijvoorbeeld het horen van bezwaarden en het uitbrengen van adviezen aan het CAK omtrent de beslissing op een bezwaar). Verder behoort het tot de verantwoordelijkheid van het CAK om te regelen welke zaken aan de adviescommissie worden voorgelegd en welke zaken zonder tussenkomst van de adviescommissie kunnen worden afgedaan alsmede ervoor te zorgen dat na het uitbrengen van het advies door de commissie tijdig een beslissing op bezwaar wordt genomen. Het voorgaande laat overigens onverlet dat het CAK hier overleg over zal voeren met de Staatssecretaris van VWS.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. M. Bussemaker
[1] Kamerstukken I 2008/09, 31 706, nr. C
[2] De hoogte van de eigen bijdrage wordt bepaald door de verhouding tussen verpleging en verzorging. In de AWBZ geldt voor verpleging een andere eigen bijdrage dan voor verzorging.
[3] Wetsvoorstel tot wijziging van de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten, (vervanging g-rekeningenstelsel door een depotstelsel, tijdelijke verlaging van het MKB-tarief van de vennootschapsbelasting, aanpassing van artikel 8.12 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en aanpassing van artikel 45 en artikel 91 van de Comptabiliteitswet 2001) (Kamerstukken II 2008/09, 31 301)
[4] Kamerstukken I, 2008/09, 31 706, nr. J.