Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat de zorg in een derde van de gehandicapteninstellingen tekort schiet
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
22 december 2009
DLZ-K-U-2898520
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat de zorg in een derde van de gehandicapteninstellingen tekort schiet. (2080906480)
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten ‘Gehandicaptenzorg: een derde schiet tekort’ en ‘Schandpaaltechniek werkt: zorg voor gehandicapten gaat vooruit’? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat bij bijna een derde van de woonvoorzieningen voor verstandelijk gehandicapten de zorg niet aan de norm voldoet en dat in 15% van de gevallen de situatie zelfs zorgelijk is? Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 2
Nee, dat klopt niet. Deze cijfers zijn gebaseerd op een eigen analyse van de journaliste. De inspectie heeft een overzicht gemaakt van 96 bezochte organisatorische eenheden en hun scores. De scores van organisatorische eenheden die behoren tot een en dezelfde instelling kunnen fors uiteen lopen. In januari 2009 verschijnt het inspectierapport met algemene conclusies over de gegevens.
Vraag 3
Wat is de oorzaak van deze problemen?
Antwoord 3
Het inspectierapport dat in januari 2009 verschijnt, bevat een analyse van de oorzaken.
Vraag 4
Klopt het dat van de tien slechtst presterende gehandicapteninstellingen er zeven kampen met financiële tekorten? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Antwoord 4
De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit van zorg en niet op de financiële gang van zaken in een instelling. De inspectie heeft niet onderzocht in welke mate de huidige financiële problemen van instellingen (bijvoorbeeld Philadelphia) samenhangen met de uitkomsten van het toezichtbezoek. De bezoeken zijn afgelegd toen die problemen nog niet aan het licht waren gekomen.
Uit het overzicht valt dit dus niet af te leiden, omdat het overzicht betrekking heeft op locaties en niet op de instellingen, waaronder de locatie valt. Uit de gegevens van het jaardocument 2007 blijkt, dat van de tien slechtst scorende locaties behorende bij acht overkoepelende gehandicaptenzorginstellingen, twee instellingen te maken hebben met financiële problemen. Bij de overige zes instellingen is dat niet het geval.
Vraag 5
Bent u nog steeds van plan de voorgenomen bezuinigingen in de gehandicapten-zorg door te voeren? Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Er is niet voorzien in bezuinigingen in de gehandicaptenzorg. In tegendeel, ik zal voor de verhoging van de kwaliteit in deze sector extra middelen ter beschikking stellen. In 2009 is dit een bedrag van euro 42 miljoen en vanaf 2010 euro 72 miljoen.
De vraag is waarschijnlijk gericht op de voorgenomen ombuigingen in de functie begeleiding in de AWBZ. Deze ombuigingen zijn niet doelgroep gericht. Het kan dan ook betekenen dat ook gehandicapten in de thuissituatie met lichte beperkingen geen beroep (meer) kunnen doen op de functie begeleiding. Ik zie geen aanleiding deze voornemens niet uit te voeren.
Vraag 6
Wat voor invloed heeft de invoering van de Zorgzwaartepakketten (ZZP) op de financiële situatie van deze slecht presterende instellingen?
Antwoord 6
In 2009 krijgt de invoering van de zorgzwaartebekostiging voor het eerst beperkte financiële gevolgen voor de zorginstellingen. In 2009 kunnen instellingen er financieel op vooruitgaan of er maximaal 2% in budget op achteruit gaan als gevolg van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Instellingen hebben ruim de tijd gehad om zich te kunnen voorbereiden op de invoering van de zorgzwaartebekostiging.
Vraag 7
Welke maatregelen bent u van plan te nemen om deze instellingen snel weer op de rails te krijgen? Op welke termijn moeten deze maatregelen succes hebben?
Antwoord 7
Op basis van de uitkomsten van het inspectierapport zal ik mij beraden over eventuele vervolgstappen, aanvullend op de maatregelen die genomen zijn naar aanleiding van het inspectierapport van vorig jaar (zgn. eerste fase bezoeken Tweede Kamer 2006-2007, 24170, nr. 77).
Vraag 8
Wat is uw reactie op het standpunt van GGZ Nederland dat het op dit moment te vroeg is om over te gaan tot de zorgzwaartefinanciering en de daarbij horende herverdeling van middelen?
Antwoord 8
Ik ben van mening dat het ook voor de GGZ verantwoord is om in 2009 –net als in de andere AWBZ-sectoren– te starten met beperkte financiële effecten als gevolg van de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Zoals bij het antwoord op vraag 6 vermeld, bedraagt de maximale achteruitgang in budget 2%. Naast instellingen die erop achteruit gaan, zijn er ook instellingen met zware cliënten die er in budget op vooruit gaan.
Vraag 9
Wat wordt er precies bedoeld wanneer GGZ Nederland stelt dat de product- en tariefstructuur van de ZZP’s onvoldoende stabiel zijn?
Antwoord 9
GGZ Nederland is van mening dat de prijzen nog onvoldoende zeker zijn. Naar de mening van GGZ Nederland wordt dat vooral veroorzaakt doordat de indeling in de zogenoemde B-pakketten (voortgezet verblijf) en C-pakketten (verblijf in verband met ondersteuning en begeleiding) nog niet voldoende helder zijn.
Vraag 10
Deelt u de mening van GGZ Nederland dat het beter is om de uitkomsten van de nu lopende GGZ-onderzoeken af te wachten alvorens over te gaan tot de herallocatie? Hoeveel en welke onderzoeken lopen er?
Antwoord 10
Er loopt een onderzoek naar stabiliteit van product en tariefstructuur (zie vraag 9) en een onderzoek naar de aansluiting van DBC’s en ZZP’s. Ik zal de uitkomsten hiervan betrekken bij de verder uitwerking van ZZP in de GGZ.
Vraag 11
Deelt u de mening dat u onverantwoord veel risico neemt door niet naar het advies van de GGZ-sector te luisteren, mede omdat de financiële positie van de instellingen onder druk staat?
Antwoord 11
Nee, ik ben van mening dat het ook voor de GGZ verantwoord is om in 2009 een eerste voorzichtige stap te maken met de invoering van de zorgzwaartebekostiging.
Vraag 12
Vindt u dat er meer aandacht moet komen voor de zorg en voor het werven van personeel, in plaats voor de organisatie? Wat voor maatregelen bent u van plan te nemen om dit te bevorderen?
Antwoord 12
Ik vind dat de directe zorg en het personeel de aandacht van het management meer verdienen dan marktposities en fusies. Maar instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun prioriteiten. Ik kan ze niet dwingen personeel te werven. Met de openbaarheid van Inspectierapporten, de publicatie van kwaliteitsgegevens in jaardocumenten en op www.kiesbeter.nl lijkt er bij bestuurders toch meer aandacht te komen voor de kwaliteit van wat zij aan zorg leveren. Voor wat betreft de gehandicaptenzorg stimuleren wij daarnaast, samen met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de werving van personeel. Dit gebeurt in het kader van het arbeidsmarktbeleid, waarover ik u in de arbeidsmarktbrief 2007 (Tweede Kamer 2007-2008, 29282, nr. 46) heb bericht.
Vraag 13
Is het u bekend dat uit het onderzoek blijkt dat de slecht presterende instellingen een gebrek aan deskundige medewerkers en een groot personeelsverloop hebben waardoor invalskrachten moeten worden ingehuurd? Zo ja, wat is uw reactie hierop en hoe gaat u dit structureel oplossen?
Antwoord 13
Voor zover mij bekend blijkt dat niet uit het onderzoek van de inspectie. Het is primair een eigen verantwoordelijkheid van instellingen om de kwaliteit van personeel te verbeteren en te borgen. Maar waar de zorg onder de maat blijft zonder uitzicht op verbetering kan ik op advies van de inspectie een aanwijzing geven of bestuurlijke boetes opleggen.
Wel volg ik via het ‘Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn’ nauwlettend allerlei ontwikkelingen op het terrein van de arbeidsmarkt en personeelsontwikkelingen in de zorg.
Vraag 14
Is het feit dat er zelfs levensgevaarlijke situaties ontstaan bij de instellingen, zoals schimmel aan de muren en deuren die niet automatisch opengaan bij brand, ook te wijten zijn aan personeelstekorten? Zo neen, wat is daar dan wel de oorzaak van?
Antwoord 14
In eerste instantie wil opmerken dat ik een veilige en schone woonomgeving voor de cliënten in de zorg erg belangrijk vind. Of het ontstaan van schimmel toe te schrijven is aan een mogelijk personeelstekort kan ik niet beantwoorden. Er zijn mij daarover geen wetenschappelijke rapporten bekend die een dergelijke verband aantonen.
Voor de brandveiligheid verwijs ik u naar de aan uw Kamer toegezonden rapportage van het CBZ (Tweede Kamer 2006-2007, 26956, nr.48).
Vraag 15
Hoeveel vacatures zijn er op dit moment bij de GGZ instellingen?
Antwoord 15
Op 30 juni 2008 waren er volgens het CBS 2.500 openstaande vacatures in de GGZ. Dat wil overigens niet zeggen dat er 2.500 arbeidsplaatsen niet bezet zijn. Er zijn immers ook openstaande vacatures waarvan de arbeidsplaats pas later vrijkomt.
Vraag 16 en 17
Waarom is het personeelsverloop zo groot bij GGZ instellingen en hoe gaat u meer zorgmedewerkers behouden voor de zorg?
Hoe gaat u voorkomen dat deze personeelstekorten niet verder oplopen?
Antwoord 16 en 17
Het personeelsverloop in de GGZ is niet hoog. In 2007 heeft 11% van het personeel in de GGZ de baan opgezegd. Het merendeel daarvan gaat naar een andere baan in de zorg. Minder dan 4% van het personeel in de GGZ verlaat daadwerkelijk de zorg. Dat is inclusief degenen die met (vervroegd) pensioen gaan. De afgelopen 10 jaar is het vertrek van personeel niet zo laag geweest. Ook vergeleken met andere zorgbranches scoort de GGZ goed.
In de arbeidsmarktbrief 2007 (Tweede Kamer 2007-2008, 29282, nr. 46) is een plan van aanpak gepresenteerd om knelpunten op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te voorkomen. In de brief aan de Tweede Kamer van 24 september 2008 (Tweede Kamer 2008-2009, 29282, nr. 71) naar aanleiding van de motie Schippers e.a. is daar nog uitgebreid op ingegaan. Daarin staat precies aangegeven welk beleid VWS op dit terrein voert.
Vraag 18
Deelt u de mening dat de normering van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) belachelijk soft is omdat volgens de IGZ het al goed is dat een instelling op alle vlakken maar een 2 scoort, wat wel betekent dat er een matig risico is?
Antwoord 18
Een 2 betekent dat er een gering tot matig risico is. Dit acht de inspectie een acceptabel risico.
1) de Volkskrant, “Gehandicaptenzorg: eenderde schiet tekort”, 24 november 2008 en “Schandpaaltactiek werkt: zorg voor gehandicapten gaat vooruit”, 24 november 2008