Strenge controle gastouderbureaus
Om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, worden gastouderbureaus aan strenge eisen onderworpen. Dat staat in het wetsvoorstel Gastouderopvang waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Dijksma op 19 december 2008 heeft ingestemd.
Voor gastouderbureaus blijft er een rol binnen de wet Kinderopvang. Om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, worden ze aan strenge eisen onderworpen. Dat staat in het wetsvoorstel Gastouderopvang waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 19 december 2008 heeft ingestemd.
In juni maakte het kabinet bekend maatregelen te nemen in de gastouderopvang om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan en de kinderopvang betaalbaar te houden. Deze maatregelen zijn nu door het kabinet vastgelegd in het wetsvoorstel Gastouderopvang. In het wetsvoorstel komen gastouderbureaus onder streng toezicht te staan om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De kosten die een gastouderbureau mag rekenen aan ouders worden gemaximeerd. De belastingdienst controleert aan de hand van het betalingsverkeer tussen vraagouders en gastouders en opvangouders of toeslagen regelmatig worden aangevraagd en inkomstenbelasting wordt opgegeven. Ook wordt een bureau voor de start gecontroleerd door de GGD. Er komt een verplichte registratie van gastouders/opvangouders. Er komen eisen aan de verhouding tussen het aantal beroepskrachten werkzaam bij het gastouderbureau en het aantal aangesloten gastouders/opvangouders.
De wet maakt, zoals aangekondigd bij de Voorjaarsnota, twee vormen van gastouderopvang mogelijk; minicrèches (professionele kleinschalige opvang) en thuisopvang ("informele" opvang). Voor de beide vormen van gastouderopvang geldt een nieuw maximumuurtarief; 4 euro voor de thuiscrèches en 2,50 euro voor de thuisopvang. Voor de thuisopvang wordt tevens het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders recht op hebben gemaximeerd op 12 uur per week. De wet treedt naar verwachting per 1 januari 2010 in werking.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.