Rapportage topinkomens publieke en semipublieke sector
In 2007 waren er 2.002 functionarissen in de publieke en semipublieke sector die meer verdienden dan het gemiddelde belastbare jaarloon van een minister (169.000 euro). In 2006 was het normbedrag 171.000 en waren er 1.115 meldingen In 2007 verdienden deze functionarissen gemiddeld 202.644 euro, in 2006 was dat 202.957 euro. Daarnaast waren er in 2007 181 mensen die een ontslagvergoeding kregen waardoor zij boven het jaarloon van een minister uitkwamen. In 2006 waren dit er 259. In totaal zijn er in 2007 2.183 functionarissen gemeld, werkzaam bij 525 verschillende organisaties. In 2006 betrof dat 1.374 meldingen bij 384 organisaties.
De verhoging van het aantal meldingen over 2007 wordt veroorzaakt door het zorgveld. Deze sector is vorig jaar pas onder de werking van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) gebracht. Het vermoeden bestaat dat de stijging van het aantal meldingen in de zorgsector vooral is veroorzaakt doordat eerst dit jaar de WOPT goed in de administratieve processen is ingebed. Mogelijk heeft men vorig jaar ook per abuis verondersteld dat de WOPT enkel betrekking zou hebben op bestuurders. In het overzicht van dit jaar is deze omissie rechtgezet.
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de rapportage over uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Het is de derde keer dat het kabinet op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) dit overzicht aan de Kamer zendt.
Sinds vorig jaar is de jaarlijkse analyse van het ministerie van VWS bij de WOPT-rapportage gevoegd. Beide rapportages zijn samen in één brief aan de Tweede Kamer aangeboden door de minister van BZK mede namens de bewindspersonen van VWS. In hun analyse van de gegevens over het beloningniveau binnen de zorginstellingen rapporteren de bewindspersonen van VWS over de inkomensgegevens uit 2007 van 1196 bestuurders.
Het gemiddelde ministersalaris dat op grond van de WOPT jaarlijks wordt vastgesteld aan de hand van het gemiddelde belastbare jaarloon is nadrukkelijk niet te vergelijken met de norm die het kabinet wil stellen voor de inkomens in de publieke en een deel van de semi-publieke sector. De WOPT-rapportage geschiedt op basis van het belastbaar loon, dat wil zeggen het belastbare jaarloon verhoogd met de pensioenafdracht, terwijl de laatste norm bestaat uit het bruto ministersalaris plus 30 procent.