Minister Van der Laan stelt toezichthouder aan bij Woonbron
Minister Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie stelt een externe toezichthouder aan bij woningbouwcorporatie Woonbron in verband met de situatie rond de SS Rotterdam. Bovendien geeft hij Woonbron een aanwijzing om voor 1 maart 2009 een plan op te stellen voor de verder afbouw, exploitatie, financiering en verkoop van de SS Rotterdam. Als het plan niet op tijd klaar is of onvoldoende van kwaliteit, zal Van der Laan de toezichthouder vragen het plan op te stellen.
Dat schrijft Van der Laan vandaag in een brief aan de Tweede Kamer, nadat hij vanmiddag de Raad van Commissarissen van Woonbron heeft ingelicht. De minister oordeelt in de brief dat hij waardering heeft voor het project SS Rotterdam, maar dat het niet zo kan zijn dat een corporatie door een dergelijk project in liquiditeits problemen komt. 'Woonbron heeft in het afgelopen half jaar twee keer van een noodmaatregel gebruik moeten maken wegens acute liquiditeitsproblemen, waaraan de SS Rotterdam ten grondslag lag', aldus de minister.
Behalve een aanwijzing voor de afwikkeling van de SS Rotterdam geeft Van der Laan Woonbron dan ook een tweede aanwijzing om een plan op te stellen voor de financiering van Woonbron voor de komende vier jaar tot en met 2012. Ook dit plan moet voor 1 maart 2009 gereed zijn. Het moet volgens de minister leiden tot een gedegen financiering van de corporatie, zodat de financiële contituïteit wordt veilig gesteld en verlies van maatschappelijk gebonden vermogen wordt voorkomen.
Van der Laan neemt deze maatregelen omdat Woonbron de afspraken die in juli 2008 zijn gemaakt in het kader van bijzonder toezicht, niet is nagekomen. De SS Rotterdam is per 15 december niet voor 80 procent verkocht. Ook is Woonbron er niet in geslaagd een lening zonder WSW-borging aan te trekken voor de financiering van de SS Rotterdam. Zodoende moet het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) op 15 december de lening van de Bank voor Nederlandse Gemeenten van 105 miljoen euro opnieuw van een garantie moeten voorzien.
Bovendien heeft Van der Laan moeten constateren dat sinds juli 2008 de raming van Woonbron van de totale investeringskosten verder is toegenomen van 180 tot bijna 200 miljoen euro en dat de oplevering van het schip is uitgesteld van november 2008 tot het voorjaar van 2009. 'Het project SS Rotterdam mag groot en complex zijn, maar dergelijke ontwikkelingen binnen een half jaar acht ik niet vertrouwenwekkend', aldus de minister.
De minister schrijft dat Woonbron de afgelopen weken niet bereid is gebleken een nieuwe krachtige bestuurder voor het project SS Rotterdam aan te trekken. Het CFV heeft daarop geadviseerd een externe toezichthouder aan te trekken, het WSW vroeg om passende maatregelen. Van der Laan ziet zich 'in het belang van de volkshuisvesting' daarom genoodzaakt tot het aanstellen van zo'n toezichthouder en het geven van de twee aanwijzingen op basis van de Besluit beheer sociale huursector (BBSH).
De minister zal de plannen laten beoordelen door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het WSW en bij onvoldoende invulling de toezichthouder vragen het plan op te stellen. Als laatste heeft de minister Woonbron aangezegd dat zij wekelijks een kasstroomoverzicht dient te verstrekken om acute liquiditeitstekorten direct te kunnen beoordelen.
De minister geeft de Tweede Kamer ten slotte aan dat hij Woonbron aan de afspraak zal houden om het schip voor ten minste 80 procent te verkopen. Ook moet het commerciële deel van het project op termijn structureel gefinancierd worden zonder WSW-borging. Woonbron heeft te weinig commercieel vastgoed (boven de huursubsidiegrens) om de financiering van het schip louter hier op te baseren. Derhalve is het onvermijdelijk dat, zolang het schip niet is verkocht, ook sociaal bezit tijdelijk als onderpand fungeert.
Download
- Kamerbrief (Word)