Accreditatie hoger onderwijs eenvoudiger
De procedure om een opleiding in het hoger onderwijs te accrediteren wordt eenvoudiger. Er komen minder bureaucratische lasten voor universiteiten en hogescholen, wat hen op termijn een jaarlijkse besparing van in totaal 7 miljoen euro oplevert.
Ook komt er in de procedure meer aandacht voor de inhoud van opleidingen. De ministerraad heeft op voorstel van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd met een daartoe strekkend wetsvoorstel.
Het kabinet past het accreditatiestelsel aan naar aanleiding van een aantal evaluaties. Doel van de wijzigingen is om in het hoger onderwijs kwaliteitszorg 'op maat' te leveren: waar een lichte vorm van kwaliteitszorg volstaat, moet dat mogelijk zijn; waar het zwaarder moet, moet dat ook kunnen. Alle opleidingen blijven getoetst worden, maar zaken die op een instelling voor iedere opleiding hetzelfde zijn (zoals het personeelsbeleid of de studentenvoorzieningen), kunnen straks op het niveau van de instelling worden getoetst. Verder zullen de resultaten van een opleiding en het oordeel van inhoudelijk deskundigen over de opleiding belangrijker worden. Ook zullen verschillen in kwaliteit zichtbaar worden gemaakt: opleidingen kunnen het oordeel 'onvoldoende', 'voldoende', 'goed' en 'excellent' krijgen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Het kabinet streeft er naar de wijzigingen in het systeem per 1 januari 2010 door te voeren.