De ondertekening van de intentieverklaring samenwerking KNMI en Defensie
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Collega De Vries, geachte aanwezigen,
Fijn om u op het ministerie van Verkeer en Waterstaat te kunnen ontvangen. En nog wel bij zo’n positief stemmende gelegenheid!
We tekenen vandaag voor nog meer samenwerking binnen de Rijksdienst, nog meer professionaliteit en nog meer dienstverlening. We hebben een lange geschiedenis met elkaar en we hebben een grote toekomst voor ons.
Als je in deze tijd van het jaar de gesprekken op straat of in de trein beluistert, dan lijkt het er alsof er niets belangrijker is dan het weer. Zou het sneeuwen met de kerst? Kan er geskied worden? En zou er deze winter éindelijk weer eens een Elfstedentocht komen? Dat zijn van die onderwerpen waar iedereen wel iets mee heeft. Het weer raakt ons allemaal.
De meteorologen van het KNMI trekken daar allesbehalve de neus voor op. De zogenoemde gewone weersvoorspelling voor het leven van alledag is veel meer dan een aardigheidje. Het in ons land altijd wisselende weer is een risicofactor, bijvoorbeeld in het verkeer. Een goed weerbericht waarmee mensen in staat zijn het weer een stap voor te blijven, kan in het uiterste geval het verschil uitmaken tussen leven en dood.
En Jack, dat geldt natuurlijk helemaal voor de professionals van Defensie. De druk en daarmee de behoefte aan zo exact mogelijke gegevens is bij operaties van Defensie nog veel groter. Het is van levensbelang om de risico’s zo precies mogelijk in te schatten en daarop te anticiperen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de samenwerking tussen Defensie en het KNMI ver teruggaat in de tijd. Ik noem als voorbeeld de eerste wetenschappelijke ballonvaart in 1909, met aan boord commandant kapitein der Genie Post van der Steur en waarnemer-weerkundige Nell.
Nu kijkt niemand meer op van een ballonvaart; we denken dan eerder aan een mogelijk vakantieuitstapje met de kinderen dan aan de wetenschap. Maar die ballonvaart aan het begin van de vorige eeuw moet wat zijn geweest! Een grootse expeditie die zich in deze tijd laat vergelijken met een vlucht naar Mars.
Ook de eerste trans-Atlantische vlucht met de Snip naar Paramaribo in 1934 moet spanning en sensatie teweeg hebben gebracht. Opnieuw een prachtig voorbeeld van samenwerking, want er voer een onderzeeër mee die dienst deed als radiobaken.
Bij de mobilisatie in 1939 werkten Defensie en het KNMI weer nauw samen. In die vroege jaren, waarin satellieten alleen nog maar voorkwamen in sciencefictionboekjes, maakte het KNMI veel gebruik van de techniek en kennis van Defensie op het gebied van de luchtvaart.
Na de Tweede Wereldoorlog verdiepte de samenwerking zich tot uitwisseling van data en gezamenlijke opleidingen. Villa Orta, waar op een steenworpafstand van het KNMI in De Bilt opleidingen werden gegeven, was een begrip. Er zijn nog altijd heel wat mensen van het KNMI die ooit bij de Koninklijke Luchtmacht zijn begonnen. Velen hebben nog wel ergens militaire diploma’s in de kast liggen.
Sinds Villa Orta hebben de meteorologie én defensie zich sterk ontwikkeld. De deskundigheid is met sprongen toegenomen. Tegelijkertijd vragen de militaire operaties van vandaag om andere, verdergaande, meer gedetailleerde informatie. Staatssecretaris De Vries gaat daar straks nog meer over zeggen. Jack, ik laat de details aan jou.
Niet alleen in wetenschappelijk en politiek opzicht zijn het KNMI en Defensie sterk veranderd sinds de eerste ballonvaart in 1909. Ook organisatorisch is er heel veel gebeurd. Efficiency is steeds belangrijker geworden. En daarmee het besef dat je beter de krachten kunt bundelen en samen sterk kunt zijn.
Dat is ook in lijn met de Vernieuwing Rijksdienst van dit kabinet. Het doel is een Rijksdienst die beter beleid maakt en dat beter uitvoert, efficiënt werkt, de verkokering bestrijdt en met een compacte organisatie hoge kwaliteit levert. Dus: geen dingen twee keer doen, maar samen zo goed mogelijk.
Dames en heren,
Onze organisaties hebben daar sinds de eerste beschikking voor samenwerking uit 1953 stappen voor gezet. Vandaag vernieuwen we onze interdepartementale samenwerking door onze twee prachtige meteorologische instituten nog intensiever te laten profiteren van elkaars kennis en kunde. In vertrouwen, openheid en respect voor elkaars identiteit.
Dan geef ik nu graag het woord aan collega De Vries.