Toespraak bij het seminar Kenniskamers
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gerda Verburg, seminar Kenniskamers, 8 december 2008.
Dames en heren,
Welkom op deze bijzondere bijeenkomst. Op dit bijzondere uur. Een Nederlands spreekwoord zegt daarover: 'Hoe later op de avond, hoe schoner het volk'. En hoewel de avond nog jong is, zie ik hier in de zaal inderdaad een bijzonder gezelschap. Welkom genodigden voor de Kenniskamers, welkom leden van de Tweede Kamer. Fijn dat u er bent.
Fijn dat u er bent, omdat er vanavond toch wel iets bijzonders gaat gebeuren. Vanavond namelijk zet het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een nieuwe stap in de versterking van ons Kennishuis. Zo meteen namelijk is de officiële start van de LNV-Kenniskamers.
Voordat ik daartoe over ga, wil ik graag eerst een achtergrond schetsen. Want waarom zijn die Kenniskamers nodig?
Zoals u allen ongetwijfeld weet, staat de maatschappij de komende jaren voor enorme opgaven op het gebied van energie, klimaat, milieu, dierenwelzijn, diergezondheid, natuur en landschap. Om die opgaven te kunnen aanpakken, is kennis en kennisontwikkeling hard nodig.
Het verband waarin LNV kennisontwikkeling stimuleert is doordacht en stevig. Het leidt tot veel innovaties voor met name de landbouw-, natuur- en voedingssector. In de afgelopen jaren is het LNV-Kennishuis uitgegroeid tot een omvangrijk, en wellicht niet eenvoudig te doorgronden geheel. Voor de uitdagingen van de toekomst is een strategische versterking nodig in de vorm van nieuwe kennisnetwerken aan de top van de kennispiramide.
Secretaris-generaal André van der Zande heeft naast de beschrijving van de trends en ontwikkelingen net al een begin gemaakt. Hij heeft als het ware de voordeur van ons Kennishuis voor u geopend. Ik leid u graag kort rond. En u zult straks de keuken zien. Waar de juiste kennisingrediënten hun weg vinden naar de ondernemer. Met vaak hele mooie en aansprekende resultaten.
Want dat mogen we zeker niet vergeten. De manier waarop we bij LNV op dit moment kennisontwikkeling stimuleren, financieren en aansturen werkt. Samen met de agrosector, de maatschappelijke partijen, de natuur- en milieuorganisaties en het bedrijfsleven weten we iedere keer weer de juiste vragen te stellen. En weten we iedere keer weer de goede partijen te vinden die mee willen werken aan onderzoeks- en onderwijsprojecten.
Ook slagen we er in om de kennis die we zo ontwikkelen op een goede manier in te zetten. Dat alles heeft ons land ver gebracht: Nederland is een van de belangrijkste agroproducenten ter wereld. Onze landbouwsectoren hebben een hoog innovatief gehalte en imago. En ook onze ecologische kennis is van wereldklasse. En daar mogen we best trots op zijn.
Echter, stilstand is achteruitgang. We kunnen en mogen niet achteroverleunen. Het LNV-kennishuis moet wel up-to-date blijven, moet voortdurend worden aangepast aan de eisen van de moderne tijd. En die moderne tijd vraagt niet alleen om goed in te spelen op de kennisbehoeften van ondernemers en maatschappelijke organisaties. De moderne tijd vraagt juist ook om het agenderen van de urgente opgaven en de bijbehorende kennisvragen op met name het strategische niveau. De Kenniskamers gaan daarin een belangrijke rol spelen.
Ik wil daarin samen met u vanuit de trends en ontwikkelingen binnen het LNV-domein de voor Nederland belangrijkste kennis- en innovatieopgaven voor de aankomende jaren in kaart brengen.
Mijn SG heeft er al een paar genoemd, maar ik ben ook benieuwd wat uw prioriteiten en urgenties zijn. Out of the box denken, dat vind ik daarbij belangrijk. Laten we vooral ons focussen op waar kansen liggen die onverwachte oplossingen opleveren. Want dat hebben we nodig.
In één van mijn innovatieprogramma's bio-based economy voor het MKB zie ik daar mooie voorbeelden van. Ik daag daarin het MKB uit om commerciële producten en diensten te ontwikkelen als vervangers voor fossiele brandstoffen. Het MKB heeft daar vijftig innovatieve voorstellen ingediend. Zoals een nieuwe composiet voor de neus van treinen, waardoor deze minder energie verbruikt of een biobased scooter.
Leuke initiatieven die ik graag steun.
U zult in de Kenniskamer de kans krijgen om mij te adviseren over de ontwikkeling van dat soort programma's: waarover ze zouden moeten gaan en hoe we ze moeten inrichten. Dus het WAT en het HOE. Dat advies zal ik gebruiken voor de strategische aansturing van al mijn onderzoeks- en innovatieprogrogramma's. En als dat nodig is, zal ik nieuwe starten.
Maar altijd in gezamenlijkheid. Zoals u weet is het LNV-domein omvangrijk en rijk geschakeerd. De overheidsbemoeienis is van oudsher intensief: onderzoek, voorlichting en onderwijs hebben de afgelopen decennia een grote rol gespeeld en veel opgeleverd.
Maar Nederland verandert, en daarmee de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de overheid en u. De wensen uit de samenleving zijn anders, de burger is mondiger en kritischer geworden ten opzichte van de natuur, milieu en dierenwelzijn. De eerder beschreven trends zoals globalisering, toenemende wereldbevolking en de mondiale welvaartsvraagstukken maken dat de overheid uw hulp nodig heeft. Ik kijk dan ook uit naar deze samenwerking.
Want U allen bent in staat om binnen de geschetste context die urgente opgaven en bijbehorende kennis- en innovatievragen te formuleren. En daarom ben ik bijzonder blij dat u hebt ingestemd om toe te treden tot de Kenniskamer. Want door toe te treden tot de Kenniskamers 'Agrocluster', 'Natuur en Landschap' of 'Voeding en Consument' kan ik profiteren van uw specifieke kennis en kunde, uw inzichten en uw zienswijzen. Daarmee kunnen we het LNV Kennishuis verder uitbouwen en versterken met de deskundige blik vanuit de samenleving. Zodat we ook in de toekomst van betekenis blijven voor de Nederlandse agrosector en de Nederlandse economie.
Graag vraag ik daarom twee van de drie voorzitters van de Kenniskamers naar voren. De derde voorzitter is Jaap Vink, maar die was helaas verhinderd vanavond.
- Gert Verwolf. U gaat de Kenniskamer Natuur en Landschap voorzitten.
- En Yvonne van Rooy. U gaat zich inzetten voor de Kenniskamer Agrocluster.
Ik ben u zeer erkentelijk voor de inspanning die u als voorzitters wilt verrichten om van de nieuwe kenniskamers een succes te maken. En ik ben mij ervan bewust dat dit geen lichte taak is. Ik geef u een aandenken mee en wens u en de leden van uw kenniskamer vruchtbare gesprekken, interessante inzichten en natuurlijk waardevolle bijdragen aan ons kennishuis toe.
Ik dank u voor uw aandacht.