Persoonsgerichte aanpak van gedetineerden
Staatssecretaris Albayrak (Justitie) wil de tijd dat gedetineerden vast zitten effectiever benutten om te voorkomen dat zij na detentie opnieuw de fout in gaan. Op grond van een zorgvuldige screening van problemen wordt voor elke gedetineerde een individueel reïntegratieplan opgesteld. Dat schrijft de staatssecretaris in een brief over het programma Modernisering Gevangeniswezen, die vandaag met de eerste voortgangsrapportage van het programma naar de Tweede Kamer is gestuurd. De brief gaat tevens in op de invulling van de financiële taakstelling voor het gevangeniswezen.
Het programma Modernisering Gevangeniswezen is onderdeel van de Justitie-brede aanpak om de recidive in deze kabinetsperiode met 10% terug te dringen. Naast de vergelding voor het gepleegde delict moet de tijd in detentie zoveel mogelijk worden benut om in nauwe samenwerking met de ketenpartners via gedragsinterventies, onderwijs, zorg en nazorg een succesvolle reïntegratie in de samenleving voor te bereiden. Het werken aan gedragsverandering gebeurt onder strikt toezicht en is verre van vrijblijvend. Door de Wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling en de nieuwe regeling voor persoonsgebonden verlof, krijgt de gedetineerde een grotere prikkel en verantwoordelijkheid om actief mee te werken aan zijn reïntegratie.
De nieuwe werkwijze werkt door in alle facetten van het gevangeniswezen.
Plaatsing en screening
Om de samenwerking met belangrijke ketenpartners als de gemeenten, zorginstellingen en de reclassering te verbeteren worden gedetineerden na hun veroordeling zoveel mogelijk geplaatst in inrichtingen in de regio van terugkeer. De ruim veertig bestaande regimes verdwijnen en worden vervangen door zes doelgroepen: preventief gehechten, kortverblijvenden, langverblijvenden, bijzondere groepen, vrouwen en strafrechtelijke vreemdelingen.
Vanaf eind 2009 worden alle gedetineerden bij binnenkomst in een Huis van Bewaring geplaatst op een inkomstenafdeling. Op deze afdeling vindt binnen twee weken een standaard screening en observatie plaats, waarvan de resultaten worden vastgelegd in een reïntegratieplan. Dit plan omvat onder meer het risicoprofiel, de zorgbehoefte en een inventarisatie van noodzakelijke nazorgactiviteiten. Voor langverblijvende gedetineerden biedt de duur van detentie de ruimte voor een aanvullende screening op criminogene factoren, op grond waarvan een aanbod van gedragsinterventies wordt opgesteld.
Dagprogramma
Begin 2010 wordt voor alle doelgroepen een nieuw dagprogramma geïntroduceerd. Naast de vaste onderdelen als onder meer sport, bezoek en luchten, omvat het dagprogramma een individueel variabel deel met meer ruimte voor activiteiten gericht op de reïntegratie van de gedetineerde. Dit betreft onder meer zorg, onderwijs en gedragstrainingen. Op basis van het risicoprofiel kan een gedetineerde bij goed gedrag meer bewegingsvrijheid binnen de inrichting krijgen. Overtreding van de regels en afspraken leidt tot beperking of intrekking van deze individuele vrijheden. Ook wordt in 2009 het huidige algemene verlof vervangen door een persoonsgebonden verlof. Om in het dagprogramma meer ruimte te maken voor reïntegratieactiviteiten en bezoekmogelijkheden wordt vanaf 2010 voor 2 avonden per week het avondprogramma heringevoerd en worden de weekendactiviteiten verruimd.
Zorg
Het aantal zorgplaatsen voor gedetineerden met psychiatrische problemen wordt in de periode tot eind 2010 uitgebreid van 500 naar 1200. De helft van de extra zorgplaatsen wordt ingekocht bij GGZ-instellingen. De bestaande zorgafdelingen binnen het gevangeniswezen worden geconcentreerd op vijf zorglocaties. Alle overige inrichtingen krijgen een Extra Zorgvoorziening (EZV), gericht op de eerstelijns hulp aan gedetineerden, die (psychosociale) zorg nodig hebben.
Arbeid en onderwijs
In de nieuwe plannen krijgen alle doelgroepen arbeid aangeboden. Ondanks deze uitbreiding is het toch mogelijk om door aanpassingen in de organisatie van de arbeid tot een substantiële kostenbesparing te komen. Op het gebied van arbeidstoeleiding wordt de samenwerking met de Centra voor Werk en Inkomen voortgezet. Voor onderwijs in detentie wordt samen met de ketenpartners, zoals de regionale opleidingscentra, een nieuw beleidsplan opgesteld. Uitgangspunt is dat langverblijvenden in detentie basaal onderwijs of een vakopleiding kunnen volgen, gericht op het aanpakken van onderwijsachterstanden. Voor preventieven en kortverblijvenden gaat het om het continueren van onderwijstrajecten die al voor detentie zijn gestart of na detentie kunnen doorlopen.
Capaciteit
Eind maart 2009 wordt het Masterplan Detentiecapaciteit Gevangeniswezen 2012 gepresenteerd. Dit plan brengt op basis van de nieuwste prognoses de gevolgen van de regionale plaatsing en de nieuwe indeling in doelgroepen in kaart en omvat tevens maatregelen om de bestaande overcapaciteit op te lossen. Het doel is te komen tot een efficiënter en effectiever capaciteitsbeheer bij een fluctuerend aanbod van gedetineerden. In samenhang met de nieuwe capaciteitsverdeling wordt een mobiliteitsplan ontwikkeld, waarin de loopbaanmogelijkheden voor de medewerkers binnen en buiten DJI worden uitgewerkt.
Medewerkers
De medewerkers in de inrichtingen krijgen een belangrijke rol in de motivatie van gedetineerden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen reïntegratie. Vanaf 2009 krijgen alle executieve medewerkers hiervoor aanvullende opleidingen. Ook de medewerkers die een taak hebben in het kader van de screening en observatie worden hiervoor aanvullend opgeleid.
Implementatie
Bij de ontwikkeling van de MGW-plannen zijn naast de ketenpartners ook alle functiegroepen binnen het gevangeniswezen betrokken. Dit geldt ook voor de groepsondernemingsraad van het gevangeniswezen. Naar verwachting kan de visie en de uitwerking in de (deel)projecten van het programma in december 2008 voor advies aan de medezeggenschap worden voorgelegd. Ook worden de plannen ter advisering voorgelegd aan de Raad voor de strafrechtoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
De invoering van de plannen is een omvangrijke operatie. In de loop van 2009 zal in samenspraak met de lokale medezeggenschap per vestiging een implementatieplan worden opgesteld, waarin staat beschreven hoe en in welk tempo de vestiging de veranderingen doorvoert. Binnen de landelijke kaders en termijnen is daarbij ruimte voor regionale invulling.
Financiële taakstelling
De modernisering van het gevangeniswezen vergt een extra investering van structureel 24 miljoen euro. Dit bedrag komt boven op de taakstelling uit het regeerakkoord en een resterende financiële problematiek uit voorgaande jaren van 140 miljoen euro. De totale taakstelling wordt gecompenseerd binnen het brede budget van de Dienst Justitiële Inrichtingen (2,2 miljard euro) en zal niet ten koste gaan van het primair proces en de inhoudelijke vernieuwingen. De voorgestelde maatregelen betreffen onder meer de uitstel van nieuwbouw, optimalisering van de personele inzet en de verbetering van het capaciteitsmanagement.