Rijksministerraad stemt in met Rijkswet Openbaar Ministeries
De Rijksministerraad heeft vrijdag 5 december ingestemd met de Rijkswet die de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbaar ministeries regelt wanneer de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk van kracht worden. Het voorstel van Rijkswet heeft betrekking op de vijf eilanden die nu nog samen de Nederlandse Antillen vormen.
In de nieuwe staatkundige structuur zal sprake zijn van drie openbaar ministeries: één voor Curaçao, één voor Sint Maarten (eilanden die ieder een afzonderlijk land binnen het Koninkrijk zullen vormen) en één voor de eilanden die als openbaar lichaam onderdeel van Nederland worden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Elk openbaar ministerie komt te vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van Justitie van het desbetreffende land.
De openbaar ministeries worden geleid door één procureur-generaal. De procureur-generaal stelt de jaarplannen op en is belast met de organisatie en de bedrijfsvoering van de openbaar ministeries. Hij zal voorts een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, waarbij de drie betrokken landen nauw zullen samenwerken. De procureur-generaal zal werkzaam zijn onder de ministeriële verantwoordelijkheid van elk van de drie landen.
In het voorstel van Rijkswet wordt voorts de aanwijzingsbevoegdheid voor de Nederlandse minister van Justitie namens de Rijksministerraad geregeld. Hij kan met het oog op de opsporing en vervolging van strafbare feiten aanwijzingen geven aan de procureur-generaal in geval fundamentele menselijke rechten en vrijheden, rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur in een betrokken land niet worden gewaarborgd. Het betreft een laatste redmiddel ofwel een ‘ultimum remedium’.
De Rijksministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State van het Koninkrijk zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer en toezending aan de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba.