Zo kunnen we het mondiale financiële stelsel in evenwicht brengen
Minister-president Balkenende en minister Bos (Financiën) hebben een ingezonden brief gestuurd aan Europese kranten over de internationale financiële crisis.
Tekst van de brief:
Financiële stabiliteit is een mondiaal publiek goed. De internationale financiële crisis heeft laten zien hoe belangrijk het is dat regeringen en monetaire autoriteiten wereldwijd intensief samenwerken. Voor een stabiel, slagvaardig en duurzaam financieel stelsel dat alert kan reageren op de dagelijkse realiteit, is het noodzakelijk dat de internationale samenwerking op een hoger niveau wordt getild.
Hoe kunnen we dit realiseren?
Ten eerste door ervoor te zorgen dat anders wordt aangekeken tegen bankieren, financiële innovaties en door de beloningsstructuur bij financiële instellingen beter te richten op de lange termijndoelen en het publieke belang.
Ten tweede door de kloof te dichten tussen de internationale schaal van de activiteiten van banken en verzekeraars enerzijds en de op nationaal niveau opererende toezichthouders anderzijds.
En ten derde door te werken aan de ontwikkeling van een beter internationaal toezicht ten behoeve van de financiële stabiliteit, zonder dat daardoor de bureaucratie toeneemt.
Wij stellen daarom de volgende maatregelen voor.
Wereldwijd hebben regeringen zowel collectief als individueel ingegrepen om financiële instellingen te redden en bij te staan. Nu is het tijd dat ook de financiële sector zelf zijn verantwoordelijkheid neemt. Bonussen en optieregelingen bij financiële instanties en markten zijn te veel gericht op winstbejag op de korte termijn, en te weinig op het bredere publieke belang en stabiliteit op de lange termijn.
Banken dienen hun beloningssystemen te veranderen. Het is aan regeringen en toezichthouders hen hierbij de helpende hand te bieden en deze veranderingen - indien nodig - af te dwingen.
Het publieke belang moet in de financiële instellingen worden verankerd. Om te voorkomen dat te grote risico's worden genomen kunnen we bijvoorbeeld binnen financiële instellingen de tegenkrachten versterken.
Risicomanagers met vetorecht kunnen een plaats in de raad van bestuur krijgen. Het gedrag van werknemers en directeuren in de financiële instellingen kan worden veranderd door het beloningssysteem onderdeel te laten uitmaken van de risicobeoordeling door de financiële toezichthouders. Mocht dit niet voldoende zijn dan zouden we ook kunnen overwegen terugvorderingsclausules op bonussen in te voeren.
Maar dat is nog niet voldoende. Het financieel toezicht en de structuren voor crisismanagement moeten ook veranderen. Financiële problemen houden niet bij de landsgrenzen op. Voor een doeltreffend antwoord is snel en gecoördineerd ingrijpen essentieel. In tijden van crisis telt elke minuut. Daarom moet de kloof tussen de nationale toezichthouders en de op internationale schaal opererende banken en verzekeraars worden gedicht. Wij zijn het met bijvoorbeeld Gordon Brown eens dat toezichthouders de internationale samenwerking dienen te intensiveren en tot een gezamenlijke aanpak zien te komen.
Een mondiale agenda is een mooi idee, maar binnen Europa moeten we ook nog het nodige werk verzetten. Het toezicht in Europa is versnipperd en de recente gecoördineerde actie van de Europese regeringen is voor een groot deel toe te schrijven aan sterk individueel leiderschap. Het is zaak dat Europa nu snel koers zet naar een geïntegreerd Europees stelsel van zorgvuldig toezicht en crisismanagement.
Dat is echter nog steeds ontoereikend. Er is niet alleen behoefte aan nationale en Europese stelsels en regelingen. Mondiale financiële stabiliteit is alleen te bereiken door middel van internationale vormen van toezicht. Omdat wij niet geloven in extra bureaucratie, sluiten we liever aan bij de kracht van de bestaande internationale instellingen. Hiervoor komt het IMF uiteraard in aanmerking, maar met een ruimer mandaat en grotere bevoegdheden. De geloofwaardigheid zal zo toenemen. Het Fonds heeft een aantal sterke punten; een ruime expertise, een brede wereldwijde lidmaatschapsbasis en betere verantwoordingsstructuren dan welke andere bestaande organisatie ook.
Op deze basis kunnen we voortbouwen. Onderdeel van de jaarlijkse beoordeling van het economisch beleid van alle lidstaten zou een verplichte controle moeten zijn van de organisatie van het financieel toezicht van de betrokken landen. De resultaten van deze controle moeten bovendien, uit principe, openbaar worden gemaakt.
Het IMF krijgt dus meer invloed op het beleid van nationale regeringen, maar krijgt eveneens de bevoegdheid om aanbevelingen te geven aan internationale organisaties, zoals de BIS (Bank for International Settlements) en hierbinnen het Basel Comité, het IOSCO (internationaal samenwerkingsverband van effectentoezichthouders) en de IASB (Raad voor internationale boekhoudnormen). Om te zorgen voor politieke legitimiteit zou het Financiële Stabiliteitsforum (FSF), het gremium van norminstellingen en financiële autoriteiten die de grootste financiële centra ter wereld beheersen, onder de vleugels van het IMF moeten worden gebracht. Zo kan het Internationale Monetaire Fonds veranderen in de Wereldorganisatie voor Financiële Stabiliteit.
Het opnieuw in evenwicht brengen van het internationale financiële stelsel is een van de grootste uitdagingen van onze tijd. Waarschijnlijk hebben we maar één kans. Nu is het moment om die kans te grijpen en zaken op orde te brengen.