Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over het terughalen van de sta-op-stoel
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2895621
3 december 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het terughalen van de sta-op-stoel (Ingezonden 17 november 2008).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Is het waar dat zorgverzekeraars, waaronder Menzis, verzekerden oproepen reeds uitgegeven slaapstoelen voor 2010 terug te geven, omdat deze vanaf 2009 niet meer vergoed worden? Wat is uw oordeel hierover?
Vraag 2
Vindt u dit gerechtvaardigd, gezien het feit dat verzekerden wel de afgelopen jaren premie betaald hebben, en eventueel een eigen bijdrage voor hulpmiddelengebruik? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen? Zo ja, waarom?
Antwoord 1 en 2
Nee, dit is niet waar. Uit de informatie van zorgverzekeraars die ik tot mijn beschikking heb, blijken deze plannen niet te bestaan. Bovendien zou dat in strijd zijn met mijn besluit. Verzekerden die een dergelijke stoel in eigendom hebben gekregen van de zorgverzekeraar kunnen hun stoel gewoon behouden. Voor verzekerden die een sta-op-stoel in bruikleen hebben gekregen, geldt geheel 2009 overgangsrecht. Tot 2010 kunnen zij de stoel blijven gebruiken. Dit geeft zowel de zorgverzekeraar als de verzekerde voldoende tijd om zich te kunnen voorbereiden in het geval de zorgverzekeraar besluit om de bruikleenovereenkomst vanaf 2010 te ontbinden.
Vraag 3
Wat zouden de zorgverzekeraars volgens u kunnen, c.q. willen doen met de reeds gebruikte sta-op-stoelen?
Antwoord 3
Als eigenaar van deze stoelen is het aan de zorgverzekeraar om te bepalen wat er met in bruikleen verstrekte stoelen na 2009 gebeurt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat mensen die nu al een sta-op-stoel hebben deze mogen houden? Zo ja, bent u bereid hier bij de zorgverzekeraars op aan te dringen? Zo neen waarom niet?
Antwoord 4
Voor het antwoord verwijs ik U naar mijn antwoord op vraag 1, 2 en 3.