Toespraak staatssecretaris Aboutaleb tijdens de SVB conferentie `Voorzorg voor nabestaanden` op 1 december 2008 in Den Haag
Dames en heren,
Deze middag staat in het teken van een onderwerp waar we liever niet te vaak aan denken: het overlijden van een partner. Zo’n overlijden heeft ingrijpende gevolgen. U werpt tijdens deze conferentie dan ook de vraag op hoe goed mensen hier financieel op zijn voorbereid. Verdriet, emoties, je leven opnieuw moeten inrichten en ook nog financiële zorgen aan je hoofd. Het zal je maar overkomen.
In het verlengde hiervan ligt een tweede vraag: hoe goed zijn nabestaanden er op voorbereid om na verloop van tijd te gaan werken? Kunnen zij, als zij rustig de tijd hebben gehad om het verlies te verwerken, zelfstandig aan de slag om een eigen inkomen te verdienen? Ook mensen die wellicht nooit eerder hebben gewerkt omdat zij door hun partner werden onderhouden?
De samenleving heeft zich om deze mensen nooit heel erg druk gemaakt. Voor nabestaanden geldt nog steeds wat lang voor meer groepen uitkeringsgerechtigden heeft gegolden. Zij kregen een uitkering en daarmee was onze solidariteit bewezen. Dat gebeurde ook met mensen in de bijstand, met een werkloosheids- en een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dat noemden we sociaal beleid.
Maar mensen het etiket ‘zielig’ opplakken en een uitkering geven ís geen sociaal beleid. Een uitkering kan een tijdelijke oplossing zijn. Mensen zijn beter af door mee te doen. Door ze in ons midden te hebben. Door hen een eerlijke kans op betaald werk te gunnen. Zij kunnen dan op eigen benen staan, carrière maken, ‘erbij’ horen. Met die aanpak hebben we de laatste jaren goede ervaringen opgedaan. Het merendeel van de mensen dat zich meldt voor een uitkering en via bemiddeling snel aan een baan wordt geholpen, is daar positief over.
Ook een andere groep in de bijstand, alleenstaande ouders met jonge kinderen onder de vijf jaar, willen we meer bij de arbeidsmarkt betrekken. Zij krijgen alleen een uitkering als zij zich scholen. Eenmaal goed geschoold kunnen zij makkelijker werk vinden. Ik realiseer mij dat het niet makkelijk is in je eentje een kind op te voeden. Toch is het belangrijk dat alleenstaande ouders in de bijstand zich voorbereiden op een zelfstandig bestaan. Het kind heeft er baat bij. Uitkeringsafhankelijkheid is vaak ‘erfelijk’. Dus is het ook in het belang van het kind als de ouder na verloop van tijd aan het werk kan en niet aangewezen blijft op een uitkering. Vooral omdat het werk niet direct fulltime hoeft te zijn.
Dames en heren, dit overziend is de vraag gerechtvaardigd of wij mensen met een ANW-uitkering niet te veel aan zichzelf overlaten. Zij krijgen hun uitkering maar hebben verder niet zoveel van de samenleving te verwachten. Als de uitkering afloopt rest vaak alleen een gang naar de bijstand. Ook dat nog! Gemeenten hebben de plicht nabestaanden die daarom vragen te helpen bij het vinden van werk. Maar van die mogelijkheid maken weinig mensen gebruik.
Het zou goed zijn als de ANW meer in overeenstemming wordt gebracht met het kabinetsbeleid om de arbeidsdeelname te vergroten. In de eerste plaats in het belang van de nabestaanden. Zij verdienen meer ondersteuning in hun verdere leven dan alleen een uitkering. Maar ook in het belang van de samenleving als geheel. Op termijn hebben we iedereen hard nodig op de arbeidsmarkt. Straks moeten honderdduizenden vacatures worden vervuld die ontstaan als de naoorlogse generatie babyboomers met pensioen gaat.
Daarom werk ik aan een wetsvoorstel om mensen die in de toekomst een ANW-uitkering krijgen omdat zij een kind onder de 18 jaar verzorgen en mensen met zo’n uitkering omdat zij arbeidsongeschiktheid zijn, onder dezelfde arbeidsverplichting en re-integratieplicht te brengen als mensen in de bijstand. In ruil voor hun uitkering moeten zij zich laten scholen en re-integreren. Zo wordt hun positie op de arbeidsmarkt sterk verbeterd. We hebben het namelijk over een kwetsbare groep. Maar liefst 45 procent van de nabestaanden met een kind onder de 18 heeft geen ander inkomen. Dan heb je een heel groot probleem als die uitkering stopt en je bent er niet klaar voor om te gaan werken. Het is belangrijk dat deze mensen niet wachten tot het te laat is, maar eerder worden geschoold en gere-integreerd.
Maar dat moet wat mij betreft ook niet té snel gebeuren. Ik realiseer me heel goed dat het tijd kost om het verlies van een partner te verwerken. Een termijn van twee jaar lijkt me daarvoor redelijk. Daarna moet het mogelijk zijn nabestaanden met een kind onder de 18 jaar en arbeidsongeschikte nabestaanden naar werk te begeleiden. Ofwel rechtstreeks ofwel via een re-integratietraject.
Samen met Sociale Verzekeringsbank en gemeenten wordt op dit moment hard aan het voorstel gewerkt. Er moeten nog wat puntjes op de i worden gezet. Het voorstel staat in de steigers. Het is belangrijk dat Sociale Verzekeringsbank en gemeenten straks goede afspraken maken over de uitvoering van de arbeids- en re-integratieverplichtingen. De Sociale Verzekeringsbank als uitvoerder van de ANW en de gemeenten als degenen die tot taak hebben nabestaanden te re-integreren. Hierin ligt voor SVB en gemeenten een belangrijke uitdaging.
Dames en heren, ik ga afronden. In deze tijd wordt bij ieder voorstel direct gevraagd wat het oplevert. Begrijpelijk. Mijn voorstel om mensen met een ANW-uitkering weerbaarder te maken op de arbeidsmarkt levert de overheid per saldo weinig op. Toch vind ik dat we ook mensen met een ANW-uitkering via een betaalde baan bij de samenleving moeten betrekken!
Ik dank u wel.