FENEX diner
Toespraak gehouden door staatssecretaris Jan Kees de Jager op 24 november 2008 te Rotterdam
Dames en heren,
Vorige week keerde ik terug van de G20 top in Washington. U heeft het misschien meegekregen. De aanleiding was verdrietig, het overlijden van de vader van Minister-president Balkenende. Voor mij betekende het een ervaring die ik niet gauw zal vergeten. Als ik later een oud mannetje ben en iemand vraagt me, vertel eens over toen je staatssecretaris was, dan denk ik dat het verhaal over de G20 als één van de eerste komt. Het was zeker indrukwekkend om tussen al die wereldleiders te staan.
Het ging natuurlijk over de kredietcrisis. Ik heb namens Nederland drie speerpunten gemarkeerd bij onze inbreng:
- De noodzaak tot een verbeterd toezicht, met daarbij een prominentere rol van de Bretton Woodsinstellingen (het IMF en de Wereldbank),
- het tegengaan van perverse prikkels zoals die bonussen die uitsluitend gebaseerd zijn op korte termijn winsten zonder rekening te houden met lange termijn stabiliteit
- en tenslotte de noodzaak van vrije wereldhandel. Toegeven aan de roep tot protectionisme zou de situatie alleen maar verergeren. In dat kader heb ik ook opgeroepen tot een snelle hervatting en succesvolle afronding van de besprekingen over een nieuw handelsakkoord (de zogenaamde Doha ronde die nu al zeven jaar bezig is).
In de slotverklaring zijn de elementen zoals door Nederland ingebracht goed herkenbaar als onderdeel van de leidende principes. De G20 landen zijn een committent aangegaan om snel actie te ondernemen en het in de slotverklaring genoemde beleid ook daadwerkelijk te implementeren. In april is er weer een top waar de voortgang wordt besproken. Al met al een goed en concreet resultaat, zeker als je ziet hoeveel landen (incl. de EU was 90% van de wereldeconomie vertegenwoordigd) betrokken zijn geweest.
Tijdens zo'n top heb je, als je om je heen kijkt, heel letterlijk de blik gericht op de wereld. En door zo'n crisis realiseer je je heel expliciet hoezeer we een onlosmakelijk onderdeel zijn van de wereldeconomie. Maar ook een nieuwe Amerikaanse regering of de verscherpte veiligheidseisen hebben hun gevolgen voor de wereldeconomie en de wereldhandel.
Ook de wereld van de expediteurs wordt door die ontwikkelingen geraakt. De kredietcrisis heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de productie en handel vermindert. Daardoor word je alerter op kosten. Niet alleen de verladers, maar ook de logistieke sector moet hiermee rekening houden.
Wie op zoek gaat naar mogelijkheden om kosten te verlagen komt al gauw terecht bij het verminderen van regeldruk. Hoe ingewikkelder de procedures, hoe meer kosten. Vereenvoudiging van douaneprocedures en verlaging van administratieve lasten hebben dan ook prioriteit. Nederland heeft al behoorlijk eenvoudige procedures. De Europese Modernised Customs Code oftewel MCC laat zien dat het ook een Europese prioriteit is. Maar ook voor douanewetgeving geldt dat 'the devil is in the detail'. Nederland vindt het dan ook van het grootste belang dat we in de uitvoeringsbepalingen van het nieuwe douanewetboek nog verder gaan met de uitwerking van vereenvoudigde douaneprocedures dan wij nu al kennen. Daarom heeft Nederland vorige week samen met het Verenigd Koninkrijk en Zweden een High Level seminar over Self Assessment en System Based Approach georganiseerd.
Maar er zijn meer ontwikkelingen te noemen die ervoor zorgen dat de rol van de expediteur aan het veranderen is. Ontwikkelingen op nationaal, Europees en internationaal niveau. Omdat ik mijn verhaal begon met de wereldeconomie, eerst maar de internationale ontwikkelingen.
Je ziet een wereldwijd streven naar de ontwikkeling van 'smart and secure trade lanes': veilige maar tegelijk onbelemmerde handelsstromen. Nederland kan daar als distributieland en exportnatie bovengemiddeld profijt van trekken. Nederland heeft zich in de Wereld Douane Organisatie sterk ingezet om het 'SAFE Framework to secure and facilitate global trade' tot stand te brengen. Dat doet recht doet aan de roep om meer veiligheid, maar het zorgt evenzeer voor een optimale facilitatie van legitieme handelsstromen. Samenwerking met andere landen is nodig om daaraan invulling te geven. Maar ook samenwerking met bedrijven. Bedrijven kunnen en moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen om te komen tot nieuwe vormen van toezicht.
Op Europees niveau zie je dat dit al concreet vorm krijgt met het AEO-certificaat. De EU streeft naar versterking van haar buitengrenzen, zeker sinds de aanslagen van 11 september. Dat betekent scherper toezicht. Maar de hoeveelheid goederen groeit en hoewel het huidige economische klimaat die groei raakt, is de verwachting dat deze uiteindelijk wel zal doorzetten. Bovendien wil het bedrijfsleven minder oponthoud en minder administratieve lasten. Ondernemers die zaken doen buiten de EU kunnen sinds 1 januari van dit jaar de status van Authorised Economic Operator krijgen. Dat brengt voor die ondernemer allerlei mogelijke voordelen mee, zoals minder vertragingen en minder administratieve rompslomp.
AEO is een manier om greep te houden op de internationale logistieke ketens, zonder dat de boel vastloopt. Wanneer een bedrijf voldoet aan bepaalde voorwaarden op het gebied van fiscaliteit en veiligheid kan zo'n bedrijf het AEO-certificaat krijgen. Zo'n bedrijf vertrouwen we in feite en andere vormen van controle zijn dan mogelijk. Dat betekent dat we minder tijd hoeven te besteden aan de controle van deze bedrijven en tegelijk beter kunnen letten op de andere bedrijven. We hebben aan de invulling van de AEO in Nederland vormgegeven door samen te werken met individuele bedrijven en koepels zoals de FENEX.
De AEO past op een heel natuurlijke manier in de Nederlandse traditie. Vergelijk het met het horizontaal toezicht zoals die binnen de belastingdienst de laatste jaren steeds meer gestalte krijgt. Onze ambitie met horizontaal toezicht ligt hoger dan de AEO. We willen nog verder gaan met certificeringen en het douanetoezicht horizontaal maken. Wat wil dat zeggen? Het betekent dat we de verantwoordelijkheid voor het toezicht gaan delen met het bedrijfsleven. Dat kan ook heel goed. Het Nederlandse bedrijfsleven biedt allerlei waarborgen. Kijk maar eens naar de criteria waaraan je moet voldoen om te kunnen exporteren naar de VS. Of aan de ISO standaarden waaraan bedrijven moeten voldoen. Als Douane kunnen we eenvoudig aansluiten bij dergelijke normen.
Zo zien we dat de ontwikkeling naar smart en secure trade lanes mogelijk wordt als we het toezicht meer grondvesten op onderling vertrouwen. Daarvoor zijn nieuwe procedures nodig zoals de AEO en in de Nederlandse situatie horizontaal toezicht. Maar dat is niet zomaar gerealiseerd. In praktische zin is daarvoor gereedschap nodig. De internationale veranderingen in douaneprocedures leiden dan ook tot nieuwe ondersteunende automatiseringsprojecten. Een belangrijk stuk gereedschap om tot de nieuwe procedures te komen is Electronic Customs of kortweg e-customs.
E-customs ondersteunt deze veranderende manier van werken als het gaat om de afhandeling van procedures.
Zonder hier al te lang op te willen ingaan, komt het kort gezegd neer op volledige geautomatiseerde afhandeling. Dat leidt tot minder administratieve lasten en eenvoudige procedures zonder paperassen. De lidstaten van de EU ontwikkelen nieuwe automatiseringssystemen die dit ondersteunen. We gaan systemen koppelen van de verschillende douaneorganisaties en het bedrijfsleven moet elektronische toegang hebben tot douanesystemen om informatie aan te leveren over al hun douaneprocedures.
Deze andere manier van werken, waarbij bedrijven zelf aansluiten op douanesystemen, stelt de FENEX natuurlijk voor een grote uitdaging. Wat wordt dan de rol van de leden van de FENEX als logistiek dienstverlener? Er ontstaat ruimte voor een nieuwe rol voor de leden van de FENEX. Die ruimte wil ik graag reserveren om het zo maar te zeggen. FENEX-leden doen traditioneel heel veel werk als tussenpersoon voor bedrijven. Zij zouden zich nu kunnen richten op het veilig maken van logistieke ketens voor hun klanten, zodat ook die stromen optimaal gefaciliteerd kunnen worden.
Daarnaast hebben we de FENEX hard nodig als partner om gestalte te geven aan horizontaal toezicht bij de Douane.
Ik heb die term nu een paar keer laten vallen. Maar wat is horizontaal toezicht feitelijk?
De Belastingdienst is in 2005 voor de belastingheffing een pilot gestart voor horizontaal toezicht. Het doel is om in wederzijds vertrouwen te komen tot een goede, open relatie met de Belastingdienst, waarin snel zekerheid kan worden geboden, gewerkt wordt in de actualiteit en waarbij minder intensief toezicht achteraf noodzakelijk is.
Bij grote ondernemingen wordt aan horizontaal toezicht invulling gegeven door het sluiten van handhavingsconvenanten. Zo'n handhavingsconvenant is een afspraak over de wijze en de intensiteit van het toezicht. Het komt erop neer dat de onderneming de Belastingdienst vooraf informeert over alle voorziene fiscale risico's. De Belastingdienst geeft dan direct zekerheid over de fiscale gevolgen daarvan. Zo weet iedereen meteen waar hij aan toe is. Die zekerheid is voor beide partijen erg prettig. Doordat je werkt aan onderling vertrouwen kan het toezicht achteraf minder frequent en intensief. Dat geeft minder administratieve lasten. De pilot was dan ook een groot succes. En had een positieve invloed op ons vestigingsklimaat. Daarom wilde ik het vorig jaar ook sterk uitbreiden.
Bij de middelgrote ondernemingen loopt nu een pilot met 100 ondernemingen. Hier is echter ook een rol weggelegd voor de intermediairen zoals accountants en belastingadviseurs. Zowel wat betreft de externe controle bij individuele bedrijven als de ontwikkeling van mogelijke standaardonderdelen van de interne beheersing. Op 31 oktober hebben we een convenant getekend met de SRA. Dat is het eerste convenant met een fiscale intermediair - we willen er graag meer.
Bij het MKB zijn de brancheorganisaties onze gesprekspartners. We werken daar aan convenanten waarin we knelpunten per branche oplossen.
Horizontaal toezicht bespaart een onderneming veel tijd, geld en onnodig risico. Het geeft rechtszekerheid en stabiliteit.
We willen zoals gezegd ook binnen de douane toe naar horizontaal toezicht. We willen die ontwikkeling in samen met het bedrijfsleven. We maken afspraken over systemen en methodes voor zelfcontrole.
Ook de nieuwe Algemene Douanewet die in augustus is ingevoerd past in het streven om steeds meer toe te gaan naar horizontaal toezicht.
Je ziet een verschuiving van de expediteur die alles regelt naar de rol van manager van de supply chain.
Voor de Douane is dat eigenlijk een goede ontwikkeling, omdat daarmee het horizontaal toezicht als het ware een handvat krijgt.
Hier is een belangrijke rol voor de FENEX weggelegd.
We hebben met de FENEX inmiddels een lange geschiedenis van goede samenwerking. Die samenwerking willen we voortzetten. Ook in een wereld die verandert.
Daarom is het buitengewoon goed dat de FENEX meedoet aan een pilot om te komen tot een brancheafspraak in het kader van een AEO. Ik juich dat zeer toe. Want de Douane is daarmee zeer gebaat. Wanneer we allerlei branchegerelateerde problemen kunnen oplossen, krijgt de Douane goed bruikbare AEO aanvragen binnen waardoor die efficiënt kunnen worden behandeld. Dat levert alle partijen voordeel op.
Zo is de FENEX onze directe partner in de 'smart and secure trade lanes'.
Dames en heren,
Ik rond af.
Als ondernemer wil je kansen grijpen op de wereldmarkt. Om de concurrentie in een wereldeconomie aan te gaan, moet ons bedrijfsleven in topconditie zijn. Administratieve lasten en overbodige procedures kun je niet gebruiken als je te maken krijgt met een kredietcrisis of met veiligheidseisen. De procedures voor grensoverschrijdend goederenverkeer moeten zo soepel zijn dat je er eigenlijk geen last van hebt, maar tegelijkertijd heb je die procedures heel hard nodig omdat iedereen gebaat is bij veiligheid en zekerheid. Dan zijn nieuwe vormen nodig. Een internationale wetgeving die progressief is, proeven met smart and secure trade lanes, volledig gebruik van de mogelijkheden van de automatisering en nieuwe vormen van toezicht.
Partijen binnen het proces worden partners. De Douane trekt samen op met bedrijven en koepels om de gemeenschappelijke doelstellingen van zekerheid, veiligheid en eenvoud te kunnen realiseren.
Ik begon mijn verhaal met de G20 top en de kredietcrisis. De teruggang van de wereldhandel is ook voor de FENEX-leden voelbaar. Dat de economische groootmachten met elkaar de weg vooruit hebben uitgestippeld en nu zijn ingeslagen is dan ook van groot belang.
Wij, hier vanavond met elkaar zijn de weg naar zekerheid, veiligheid en eenvoud ingeslagen. Douane en FENEX kijken samen vooruit. En soms even naar opzij, zodat we elkaar in de ogen kunnen kijken, zoals vanavond. Ik dank u dus voor de uitnodiging en ga graag met u op deze expeditie.
Dank u wel.