De jaarvergadering van Transport en Logistiek Nederland
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
We gaan voor méér!
Beste mensen,
Wat goed hier te zijn. Ik ben blij met de complimenten die de heer Sakkers mij geeft. We zijn het in het afgelopen jaar inderdaad niet altijd met elkaar eens geweest. Maar we hebben veel bereikt. En het resultaat, dat telt.
Vandaag wil ik graag met u van gedachten wisselen over het belang van uw sector voor de Nederlandse economie. En – andersom - het belang van economische ontwikkelingen voor uw sector.
Transport en logistiek zijn het brood van honderd duizenden Nederlanders. De smeerolie van onze economie. We hebben de mensen, we hebben de kennis, we hebben de ervaring om iedere dag opnieuw onze positie als toegangspoort tot Europa te verdienen.
De Nederlandse transportsector heeft een leidende positie in de wereld. Dat heb ik gezien toen ik begin deze maand met een handelsdelegatie door Rusland reisde. Het grote Rusland weet Nederland goed te vinden als partner voor transport en logistiek. Volgend jaar komt de Russische minister Levitin van Transport naar Nederland om te bespreken hoe wij onze samenwerking kunnen intensiveren.
De Russen kijken vol interesse hoe wij onze haven koppelen aan een hoogwaardig distributienetwerk. Hoe wij maatwerk leveren. Just in time en met de juiste modal split.
Wij hebben een reputatie die over de hele wereld deuren opent. U denkt er misschien niet iedere dag over na, maar úw werk is bepalend voor de manier waarop er internationaal naar ons land wordt gekeken.
Uw uitgangspositie is dus sterk. Maar we hebben nu te maken met een economische crisis. En daar maakt u zich natuurlijk zorgen over. Transport en Logistiek schreef vorige maand: ‘Over het afgelopen kwartaal valt weinig goeds te melden’. De olieprijs is onberekenbaar, de hoeveelheid vracht neemt af, de verkoop van vrachtauto’s valt stil en investeren is moeilijk nu banken de hand op de knip houden.
Deze zorgen werpen een schaduw over dit vrolijke bezoek van aan de Efteling. Alsof de financiële crisis als een donderwolk samenpakt boven dit sprookjesbos. Sprookjes lopen altijd goed af. Het verhaal van de transportsector is geen sprookje. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat u deze moeilijke periode goed doorkomt.
Ik denk dat u zelf als sector ook vertrouwen heeft. Niet voor niets zijn we hier bij elkaar onder het motto: we gaan voor méér! En terecht, want de Nederlandse transportsector kan echt een stootje hebben.
Toch mogen we niet achteroverleunen in het vertrouwen dat alles wel goed komt. Daar is uw sector veel te kostbaar voor. Het is cruciaal dat Nederland haar positie als toegangspoort tot Europa vasthoudt en verder uitbouwt.
Daarom werk ik – samen met u – keihard om uw positie te versterken. Zodat u kunt blijven rijden en zo weinig mogelijk hinder ondervindt van regels en files. Want dat zijn u pijnpunten en ik zal u uitleggen wat ik doe om dat leed te verzachten.
Vrachtverkeer stopt niet bij de grens. Daarom pas ik niet alleen Nederlandse regels aan, maar richt ik mij ook tot de Europese Unie.
Bijvoorbeeld als het gaat om Lange Zware Vrachtauto’s. Ik heb de gewichtsgrens voor LZV’s eerder dit jaar opgehoogd naar 60 ton. Nederland is, samen met een aantal Scandinavische landen, op dit gebied koploper in Europa.
Maar het zou natuurlijk nóg mooier zijn als u met uw LZV’s door heel Europa kunt rijden. Eerder deze week had ik een gesprek met eurocommissaris Tajani van transport en heb ik er op aangedrongen dat hij dit mogelijk maakt.
Een ander punt dat we graag op de Brusselse agenda willen zetten, is de digitale tachograaf. De Europese regels hiervoor worden in verschillende landen op een uiteenlopende manier geïnterpreteerd.
Sommige landen controleren bijvoorbeeld of chauffeurs niet te lang rijden. Anderen controleren juist of zij wel lang genoeg rusten. Voor chauffeurs is dit natuurlijk zeer verwarrend, zij weten vaak niet waar zij aan toe zijn.
Daarom streven we naar een éénduidige interpretatie van regels in de hele Europese Unie. Ik heb daar bij eurocommissaris Tajani op aangedrongen.
Een ander probleem is dat de techniek van de tachograaf achterhaald is. Gelukkig ziet de Europese commissie dat ook. De commissie gaat technische verbeteringen doorvoeren zodat het apparaat gebruiksvriendelijker wordt. Ik dring er bijvoorbeeld bij de commissie op aan dat de downloadtijd korter kan.
Ook is er de afgelopen tijd veel te doen geweest over de fraudegevoeligheid van de digitale tachograaf. Het apparaat zou op grote schaal gemanipuleerd worden. De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft hier geen aanwijzingen voor gevonden.
Maar ieder geval van fraude is er natuurlijk één te veel. Daarom is het belangrijk dat frauderen technisch onmogelijk wordt.
Juist als het gaat om de tachograaf, is het belangrijk dat ook u als sector uw stem rechtstreeks in Brussel laat horen. U moet tenslotte met het apparaat werken.
En er is méér dat u kunt doen: zoek contact met uw counterparts in het buitenland. Dring er bij hen op aan dat zij hun overheden vragen deze problemen aan te pakken. Want Nederland kan Europese kwesties niet alleen veranderen. Daarvoor hebben we de steun nodig van landen als Frankrijk, Duitsland, Engeland en Polen.
Het is goed als we weten wanneer we kunnen rijden en wanneer we moeten rusten. Maar uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat we – àls we rijden - de vaart erin kunnen houden. Daarom doe ik er alles aan om de doorstroming op het Nederlandse wegennet te verbeteren.
We gaan anders betalen voor mobiliteit. Hiermee geven we een impuls voor een betere spreiding van verkeer over de wegen en over de dag. Zo worden drukke wegen in de spits ontlast.
Ook kies ik voor een spoedaanpak, die het mogelijk maakt dat we nog deze kabinetsperiode beginnen aan de verbreding van dertig snelwegen. Voor 2012 ronden we een flink deel van deze wegverbredingen af.
Maar ik kijk ook naar wegen die voor het vrachtverkeer bijzonder belangrijk zijn. Daarom krijgt de A15 vanaf 2010 een flinke opknapbeurt. We verbreden de weg en vervangen de Botlektunnel.
Ook de A67 is een belangrijke levensader voor de transportsector. En ook deze weg pakken we aan. We verbreden kunstwerken, verlengen uitvoegstroken, veranderen aansluitingen en leggen pechhavens aan.
Dames en heren,
In economisch opzicht hebben we de wind niet in de rug. Maar de uitgangspositie van de sector transport en logistiek is sterk. Samen werken we aan een nòg sterkere positie. Ik vanuit Den Haag en u vanuit het hele land. Want we gaan voor méér.
Ik heb vandaag de eer om hier de Ondernemersprijs Transport en Logistiek uit te reiken aan drie ondernemers die voor méér gaan. Laten we niet langer wachten, en kijken wie de genomineerden zijn voor deze prijs.