Het 63ste Havengildediner
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Het is bijzonder plezierig om bij u te zijn op dit 63ste Havengildediner. Vorig jaar was ik verhinderd; nu kan ik er gelukkig bij zijn. Dit is een evenement met een lange traditie. Een uitgelezen mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en van gedachten te wisselen. Tijdens dit diner gaat het niet om een nostalgische terugblik. Het gaat om het nú. En het gaat om de toekomst.
U allen bent betrokken bij de haven. Met hart en ziel. U werkt elk dag weer aan het creëren en benutten van kansen. Als ondernemer. Als bestuurder. Als belangenbehartiger. Waar mogelijk steunen wij u vanuit de rijksoverheid.
Het zijn mensen zoals ú die waarborgen dat Nederland haar positie als een van de meest open economieën ter wereld kan handhaven. Het belang van mainports voor ons land kan niet onderschat worden. Kijk eens naar de cijfers. Kijk eens naar de structuur van onze economie. Hoe verdienen wij eigenlijk ons brood in dit land?
De waarde van onze uitvoer in procenten van ons Bruto Nationaal Product is 69%.
Vergelijk dat met de landen om ons heen.
In Duitsland is het 39%
In het Verenigd Koninkrijk 27%.
En verder weg, in de Verenigde Staten, is het 11%.
Nederland leeft van haar openheid. Alleen al onze zeehavens voegen jaarlijks 30 miljard euro toe aan ons Bruto Nationaal Product. De goederenoverslag hier in de zeehavens Amsterdam is twintig jaar tijd verdubbeld.
We danken onze positie als 16de economie van de wereld mede aan onze handelsmentaliteit. En we hebben die positie kunnen opbouwen dankzij onze goede verbindingen met de hele wereld. Over het water. Door de lucht. Via kabels en pijpleidingen. Over de weg. Over het spoor. Digitaal.
Die verbindingen zijn voor Nederland van levensbelang. Daarom zijn we ook voortdurend bezig ze te versterken en uit te breiden. Want de concurrentie – dicht bij huis en verder weg - is stevig en laat geen kans onbenut.
Ik weet dat velen van u zich zorgen maken over de nabije toekomst. De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn niet gunstig. En dat heeft consequenties voor ons land. Velen van u merken al dat het moeilijker wordt om groei te realiseren. Het kabinet doet wat nodig is om niet alleen de kredietcrisis te helpen oplossen, maar ook op een verstandige manier te reageren op de economische situatie.
Internationale conjunctuurgolven komen en gaan. Daar hebben we niet altijd invloed op. Maar wat we wèl kunnen en moeten doen, is zorgen dat we ons fundament op orde hebben. Dat ons begrotingsbeleid degelijk is, onze economie concurrerend en onze infrastructuur ‘state of the art’.
Hier in het Noordzeekanaalgebied is zichtbaar hoe hard we samen werken aan versterking van verbindingen. Aan een betere bereikbaarheid. Aan directere doorstroming. Er is de afgelopen jaren veel bereikt.
· De IJ-geul is verdiept.
· Het Noordzeekanaal is uitgebaggerd.
· De passagemogelijkheden van de zeesluis zijn verbeterd, waardoor een sneller sluisverkeer mogelijk is geworden.
Verder heb ik deze maand besloten een planstudie te starten naar het verplaatsen van de lichterlocatie in de Voorhaven IJmuiden. Daarmee kunnen we de doorstroming bij de toegang tot het Noordzeekanaal aanzienlijk verbeteren.
Op dit moment zijn ook toonaangevende projecten in voorbereiding voor het wegverkeer.
Volgens de planning starten we volgend jaar met de aanleg van de Tweede Coentunnel onder het Noordzeekanaal en de Westrandweg. Als die in 2012 klaar zijn, betekent dat een welkome vermindering van de verkeersdruk hier in de regio.
Verder is in de MobiliteitsAanpak een aantal extra maatregelen opgenomen die deze regio ten goede komen.
· We investeren als Rijk 200 miljoen euro in hoogwaardig openbaar vervoer in de Metropoolregio Amsterdam. Daardoor wordt onder meer Schiphol beter bereikbaar. De uitvoering start volgend jaar.
· We maken het wegennetwerk rond de A4 robuuster (13 miljoen euro).
· En we verbeteren het verkeersmanagement op de ring Amsterdam (12 miljoen).
Dames en heren, het Noordzeekanaalgebied is van grote nationale en internationale betekenis. Deze regio toont ambitie en dat is volkomen terecht.
In dat kader pleit u voor het verder verbeteren van de zeetoegang IJmond.
Een betere ontsluiting van de zeehavens in dit gebied is iets waaraan ik met u wil werken. Op een solide en verstandige manier.
Daarom heb ik een uitgebreide Verkenning laten uitvoeren naar de bredere problematiek van de aan- en afvoer van goederen in het Noordzeekanaalgebied. Deze maand zijn de resultaten daarvan bekend geworden. Eén maand later dan ik had beloofd. Dat had te maken met het feit dat we de verkenning tot 2040 hebben laten lopen in plaats van tot 2020.
Uit de verkenning blijkt dat we hier praten over een project met een uitzonderlijke omvang. Een majeur project, dat veel geld vergt als we het willen realiseren. Een investeringsbeslissing waar goed over nagedacht moet zijn alvorens er toe te besluiten. Dat doen bedrijven zelf ook.
Voor mij is van belang of we nu alle informatie op tafel hebben om de volgende fase in te gaan en een Planstudie te starten.
We moeten nu tegenover elkaar wel open uitspreken dat ons nog werk te doen staat voordat we de conclusie kunnen trekken dat een nieuwe sluis werkelijk haalbaar en rendabel is. En dan hebben we even niets aan al te ruige taal over hoe de een of de ander tot nu toe zijn werk heeft gedaan.
We zullen innovatief moeten zijn. En kritisch moeten durven kijken naar alle mogelijke opties. Vorig jaar heb ik de partijen in de regio gevraagd een business case op te stellen met verschillende scenario’s voor de financiering van dit project. Die business case is er nog niet. Het is helder dat de 100 tot 150 miljoen euro die de provincie Noord-Holland en Amsterdam samen met het regionale bedrijfsleven hebben toegezegd, niet voldoende zijn voor de financiering van dit project. Als er een groot belang wordt gezien, moet dat ook in een substantiële financiële bijdrage vanuit de regio tot uitdrukking komen.
Ook vind ik het nodig goed te kijken naar de bestuurlijke organisatie van de havens in en rond het Noordzeekanaal. Inclusief het scenario waarin het Amsterdams Havenbedrijf wordt verzelfstandigd. De verzelfstandigingsoptie dient nadrukkelijk meegenomen te worden in de varianten die u bestudeert. Dat is voor mij een belangrijke voorwaarde.
In dit verband is het goed om de ervaringen in Rotterdam bij de overwegingen te betrekken. Daar was men aanvankelijk huiverig voor verzelfstandiging van het Havenbedrijf. Maar uiteindelijk bleek die een hefboom te zijn voor verandering, waardoor een groot project als de Tweede Maasvlakte van de grond kon komen. En nu is men enthousiast.
In het Noordzeekanaalgebied is de bestuurlijke organisatie versnipperd. Er is op dit terrein wellicht de nodige efficiencywinst te boeken. Efficiencywinst die ten goede kan komen aan de haven en aan de verbetering van de maritieme toegang. Het is belangrijk dat we dat helder op het netvlies krijgen. Uiteindelijk moet een tweede zeesluis niet alleen voor de regio, maar voor heel Nederland een meerwaarde hebben.
Ook ik heb nog werk te doen. Ik zal – in afwachting van uw business case – alvast starten met het onderzoek naar de meerwaarde van een eventuele PPS-constructie (de Private Public Comparator Studie).
Kortom, als we de business case op tafel hebben, als we de bestuurlijke voorwaarden hebben geformuleerd, als we de publiek-private meerwaarde in beeld hebben, als we de budgettaire kant kunnen afdekken, als dat allemaal gezamenlijk valt op te lossen, dan zal ik er samen met u ook voor gaan dat de vernieuwde zeesluis er komt.
Dames en heren, het Noordzeekanaalgebied staat niet op zichzelf. Dat besef leeft sterk bij u. Je hoort wel eens van een rivaliteit tussen ‘020’ en ‘010’. Maar het valt me op dat u elkaar als havenpartners steeds beter weet te vinden. Bijvoorbeeld in de koppeling van uw ICT-systemen.
Het is een groot compliment waard dat Amsterdam en Rotterdam hebben besloten hun ICT-systemen te integreren. Daarmee komt één nationaal port community systeem binnen bereik. Dat is goed voor u, goed voor uw klanten en goed voor ons land. Uw samenwerking versterkt onze concurrentiepositie als leidend land in Europa op het gebied van transport en logistiek.
Ook op het gebied van duurzaamheid slaat u de handen ineen, onder meer bij het ontwikkelen van een beoordelingsinstrument schone schepen. Amsterdam heeft een naam op te houden als eerste Nederlandse haven die een milieucertificaat in de wacht sleepte van de Europese stichting EcoPorts. Het is van groot belang dat u zich samen als duurzaam blijft manifesteren.
Dames en heren, Amsterdam is de vierde haven van Noordwest-Europa. Vorig jaar streefde u concurrent Le Havre voorbij. In sommige segmenten is Amsterdam een wereldspeler. Zo bent u ’s werelds grootste cacaohaven.
Meer dan 50.000 mensen verdienen in en via de Noordzeehavens hun brood. Dat is indrukwekkend.
Ik sta met u pal voor een goede toekomst voor deze regio. Een toekomst waarin de havens hier blijven floreren.
Dat vraagt ondernemingsgeest, creativiteit en doorzettingsvermogen. Al die eigenschappen zijn hier in ruime mate voorhanden.
Het vraagt ook: samenwerking en bundeling van krachten. We moeten samen stevig aan het werk blijven willen we alle toekomstige plannen kunnen waarmaken.
Al 450 jaar heeft Amsterdam een haven van internationale allure. Ik wil er op een verstandige manier met u voor zorgen dat dat zo blijft. Ik reken op u.
Dank u wel.