Minister Cramer lanceert onderzoeksprogramma 'Kennis voor Klimaat'
Vandaag heeft minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu het startsein gegeven voor het onderzoeksprogramma 'Kennis voor Klimaat'. Dit volgt op het groene licht van de Europese Commissie. De bewindsvrouw sprak op het congres 'Op weg naar een klimaatbestendige samenleving' in de Doelen in Rotterdam.
Het onderzoeksprogramma moet duidelijk maken hoe Nederland zich in ruimtelijk opzicht het beste aan kan passen aan de klimaatverandering. Het kabinet stelt hier 50 miljoen euro voor beschikbaar. In combinatie met co-financiering door andere overheden en kennisinstellingen is tot 2013 100 miljoen euro beschikbaar.
De minister gaf, in aanwezigheid van onder anderen Ken Livingstone en Jim Hansen, aan zich te blijven inspannen voor het in internationaal verband tegengaan van klimaatverandering. Deze inspanningen, aldus de bewindsvrouw, zullen echter niet kunnen voorkomen dat ons klimaat de komende decennia nog verder veranderen zal. Dat vergt ingrijpende ruimtelijke ingrepen om ons land 'klimaat-proof' te maken. Via 'Kennis voor Klimaat' moet de relevante, toegepaste wetenschappelijke kennis op het gebied van klimaat en ruimte, infrastructuur en duurzaamheid voor bedrijven en beleidsmakers worden ontwikkeld en beschikbaar gemaakt.
De inzet wordt geconcentreerd op 8 nationale hot spots: gebieden waar de gevolgen van klimaatverandering het ingrijpendst (zullen) zijn. Het gaat om de Mainport Schiphol, Haaglanden, Rotterdamse regio, Grote Rivieren, Zuidwestelijke Delta, Ondiepe wateren en Veenweidegebieden, Droge Rurale gebieden en de Waddenzee. De opgedane kennis moet echter breder toepasbaar zijn. Ook in internationaal verband. Daarom zal ook contact worden gezocht met andere, internationale hotspots (denk aan Californië, Indonesië) om samen kennis over adaptatie te ontwikkelen. 'Adaptatie is niet alleen goed voor de ecologie, maar ook voor de economie', aldus Cramer. 'Onze kennis kan een waardevol exportproduct zijn.'
'Kennis voor Klimaat' zal worden uitgevoerd door Wageningen Universiteit en Researchcentrum, de Universiteit Utrecht, de Vrije Universiteit, KNMI, TNO en Deltares. Zij hebben hun krachten gebundeld met andere kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen). Doel is toegepaste kennis te genereren die nodig is om investeringen in ruimte, infrastructuur en instituties te beoordelen op klimaatbestendigheid en waar nodig aan te passen. Het programma moet de basis vormen voor een locale, regionale, nationale en internationale strategie voor klimaatadaptatie. Als zodanig vormt het de wetenschappelijke ondersteuning van het nationale programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK).