Innovation Lecture
Speech van mw. M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken over open innovatie, ter gelegenheid van de Innovation Lecture in de Ridderzaal te Den Haag, 19 november 2008
Dames en heren,
Allereerst wil ik de heer Leadbeater bedanken voor zijn inspirerende lezing. We hebben vanmiddag een aantal van de contouren van onze toekomstige samenleving wat scherper in beeld gekregen, en dat stemt mij optimistisch!
'You are what you share' vind ik een heel mooi motto. Maar hier hoort nog iets bij: 'You are what you can give away'. Dat ben je namelijk zelf. Overige bezittingen zijn dingen. Die kunnen van iedereen zijn. Hier gaat het om je spiritualiteit, je creativiteit. Dat komt van binnenuit. Dat is het enige wat je echt 'hebt' en dus kunt weggeven.
Mensen zoveel als mogelijk bij elkaar brengen en ze laten delen: dat is wat telt. Zo'n uitgangspunt is traditioneel en modern tegelijkertijd. Want hoe we ons verhouden tot onze medemens, in hoeverre we bereid zijn met elkaar te delen, is al eeuwenlang een belangrijke graadmeter voor onze beschaving.
Ik wil helpen om van Nederland een werkelijke 'Community of Talents' maken. Een land waar samenwerking en delen de norm is. Waar individuen, bedrijven en non-profit organisaties volledig tot hun recht komen. Waar we kunnen laten zien wat we waard zijn.
'Open innovatie' geeft mensen ruimte. Ook ruimte om te mislukken. Ik wil dat menselijke aspect graag beklemtonen. We zijn gewend te denken in termen van 'deliverables'. Als iets langer duurt, vragen we ons al snel af: 'moet dat wel?'.
De rondetafelgesprekken die u vanmiddag heeft gevoerd zijn geen vrijblijvende oefening. Verre van dat! Er gaat iets mee gebeuren. Innovatie moet, willen we mee blijven tellen in de wereld. Innovatie moet, willen we onze economie gezond en veerkrachtig houden.
De resultaten van vanmiddag nemen we mee in ons werk. Zo kwam net uit de zaal het idee om via het web EZ-innovatiebeleid te maken. EZ-innovatiebeleid als product van co-creatie, dus. Ik vind dat een mooi voorstel. Daar gaan we mee aan de slag!
Juist in deze tijd van economische tegenwind, van onzekerheid, moeten we samen goed kijken naar de fundamenten van ons economisch handelen. Wat kan er beter? Wat moet er anders?
Ik wil u graag een voorbeeld geven uit de praktijk: de website RedesignMe.com.
Het gaat om een 'open community' op internet. Wat je noemt een web 2.0-initiatief. Iedereen kan zich aanmelden om bij te dragen aan het ontwerp of herontwerp van een product. Een meer ergonomisch verantwoorde drukknop voor het stoplicht, bijvoorbeeld, of een ouderentelefoon die nog handiger is in het gebruik.
RedesignMe blijkt een levendige 'community of talents'! De laagdrempeligheid werkt aanstekelijk. Je wordt aangesproken als 'professionele amateur'. Dat stimuleert om mee te denken, om je betrokken te voelen. Ook de gebruiker is een deskundige, tenslotte. Dat weten de gebruikers zelf al heel lang; de vaklui moeten er alleen soms nog aan wennen… Maar initiatieven als RedesignMe.com laten zien dat 'co-creatie' loont!
Wat me vooral opvalt bij dit soort vormen van co-creatie is dat het zoveel passie bij mensen losmaakt. En ook betrokkenheid. 'Open innovatie' is een verzamelbegrip voor allerlei initiatieven die een beroep doen op ons enthousiasme voor nieuwe dingen, en ons vermogen energie te halen uit samenwerking met anderen. 'Open innovatie' stimuleert sociale innovatie. Dat betekent anders met elkaar omgaan. En dat gebeurt niet alleen via het web, maar ook op kantoor, in de fabriek en op straat.
Het gaat erom dat we niet langer in hokjes denken. Neem de High Tech Campus in Eindhoven. Een project dat ik van harte ondersteun. Het is een toplocatie voor internationaal baanbrekend onderzoek, bijvoorbeeld op het terrein van persoonlijke verzorging, communicatie en medische apparatuur. Er werken op de Campus meer dan 7000 mensen uit ruim 50 landen. Niet alleen het onderzoek is vernieuwend, ook de werkomgeving breekt met het oude. Dat is een voorwaarde om echt innovatief te kunnen zijn. Daar ben ik van overtuigd.
Op de Campus opende ik vorig jaar het nieuwe gebouw van het Holst Centre, een onderzoekscentrum voor hoogwaardige technologie. Net om de hoek staat ook het gloednieuwe Bèta-gebouw. Alles daar is er op gericht dat mensen over de grenzen van hun eigen discipline heen kijken. Dat mensen elkaar ontmoeten, jong en oud, en dat nieuwe ideeën meteen uitgeprobeerd kunnen worden in gedeelde onderzoeksruimtes. Techneuten en ondernemers steken er letterlijk de koppen bij elkaar én ze betrekken de consument bij hun beslissingen. Er ontstaan 'levende laboratoria' in plaats van ivoren torens.
Het zal u niet verrassen dat juist een initiatief als de RedesignMe-website op de Eindhovense campus onderdak heeft gevonden. In Eindhoven weten ze het goed te formuleren: 'iedereen wil hier zijn, iedereen wil meepraten…..maar niemand is de baas'!
Dames en heren, dat is de kern van 'open innovatie'. We zijn gewend te denken in hiërarchieën, baas boven baas, maar dat moeten we toch echt even loslaten. De tafels zijn vanmiddag rond en dat is zeker geen toeval…. Als leider moet je af en toe op je handen gaan zitten. Het gewoon eens laten gebeuren! Het belangrijkste is een vruchtbare omgeving te creëren voor vernieuwing. Geen eilandjes. Nee, mensen moeten juist bij elkaar worden gebracht!
In Eindhoven voelde ik iets in de lucht zinderen! Je kan er de vernieuwingsdrift als het ware opsnuiven. Maar ook vanmiddag, hier in de oude Ridderzaal, is iets gebeurd. Ik heb u met verve over 'open innovatie' horen spreken. Ik heb uw enthousiasme vanmiddag gezien.
Laten we ondertussen ook met beide benen op de grond blijven staan. Want wat verwachten we nu precies van 'open innovatie'? Wat moet het ons gaan brengen? En durven we inderdaad ook fouten te laten maken, risico's te nemen?
Charles Leadbeater benadrukt in zijn boek 'We think' dat 'open innovatie' onze belangrijkste waarden kan bestendigen. Vrijheid, gelijkheid, democratie - ze sturen ons denken over de samenleving en dus ook over vernieuwing. Het zijn essentiële voorwaarden voor 'open innovatie'.
Als minister van Economische Zaken zou ik daar nog iets aan willen toevoegen. Innovatie betekent ook business, big business. Daar is niks mis mee.
Want innovatiekracht is concurrentiekracht. Zo simpel moeten we het zien. Ik wil daarom bedrijven - juist nu - stimuleren om de uitdaging aan te gaan, kansen te grijpen en vooral: krachten te bundelen. Samenwerking moet de motor zijn achter innovatie. Samenwerking tussen publiek en privaat, tussen bedrijven onderling, tussen bedrijven en universiteiten of hogescholen en tussen bedrijven en eindgebruikers.
Ik heb u net de High Tech Campus in Eindhoven genoemd. Het is een mooi voorbeeld van hoe het kan, hoe het zou moeten. Maar het is slechts één voorbeeld. Het is mooi om te zien dat we rondom Amsterdam, in Nijmegen en op Chemelot in Geleen een zelfde ontwikkeling zien. En zo zou ik meer voorbeelden kunnen noemen.
We zullen er echt samen voor moeten gaan staan dat Nederland haar belofte om te vernieuwen gaat waarmaken. Dat gebeurt op basis van dialoog in die sectoren waarin wij in Nederland uitblinken zoals food and nutrition, deltatechnologie en Point One. Daarnaast hebben we het bedrijfsleven nodig om maatschappelijke opgaven op te lossen. Dat kan niet alleen vanuit de politiek of wetenschap. Een reeks van maatschappelijke innovatieprogramma's helpen ons Nederland veiliger, welvarender, toegankelijker, gezonder en duurzamer te maken. Dat is van het grootste belang.
Ik wil helpen een nieuw, innovatief Nederland op de kaart te zetten. Soms als aanjager, dan weer als toezichthouder of 'launching customer'. Of als degene die mensen bij elkaar brengt.
Maar wat overeind blijft is dit: we zullen het samen moeten doen!
Aan de basis van 'open innovatie' staat de dialoog. En daarom ben ik ook zo blij dat ik vanmiddag heb kunnen proeven van de sfeer van openheid die nodig is om innovatie werkelijkheid te laten worden. Een kritische blik naar onszelf, een portie lef en vooral: vertrouwen. Trust. Dat is wat we nodig hebben om 'open innovatie' tot iets vanzelfsprekends te maken. Tot een levenskunst, zou ik bijna willen zeggen. En dat geldt voor iedereen: producenten, consumenten, onderzoekers, ontwerpers, kunstenaars, trendwatchers, voor mij ook. Laten we zonder vooroordeel de toekomst inkijken en zien waar de mogelijkheden liggen om van elkaar te leren. Dat is leuk. En dat plezier wens ik ons allen van harte toe!
Dank u wel voor uw aandacht.