Dankwoord van minister Rouvoet bij Andries van Dantzig Penning
Kindermishandeling is de ernstigste schending van de rechten van het kind, zo onderstreepte minister Rouvoet, bij het in ontvangst nemen van de Andries van Dantzig Penning. Hij prees Van Dantzig voor zijn inzet in de strijd tegen kindermishandeling en zijn rol als voorzitter van de stichting RAAK.
Dames en heren,
Het is voor mij oprecht een grote eer de Andries van Dantzig Penning in ontvangst te nemen. Geraakt ben ik ook door de lovende woorden van mevrouw Boos aan mijn adres.
En ik ben blij met haar warme oproep om het programmaministerie van Jeugd en Gezin ook na 2011 te laten voortbestaan.
Dames en heren,
Eigenlijk zou ik deze onderscheiding helemaal niet moeten krijgen. Zeker, ook als minister voor Jeugd en Gezin is het mijn plicht om de strijd tegen kindermishandeling aan te gaan. En dat doe ik uit overtuiging. Daarom heb ik aan dit thema hoge prioriteit gegeven en direct na mijn aantreden een actieplan bestrijding kindermishandeling gepresenteerd.
Kindermishandeling is in mijn ogen een groot maatschappelijk kwaad waar we niet in ogen berusten. Het is de ernstigste schending van het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind. We moeten alle op alles zetten om kindermishandeling te voorkomen, signaleren en bestrijden. Dat is een opdracht aan iedereen in de samenleving.
Prof. Andries van Dantzig, Dries voor zijn intimi, heeft de opdracht verstaan en met een geweldige inzet aan de vervulling ervan gewerkt. Daarin mag hij voor ons een voorbeeld zijn. Andries van Dantzig was een man die mensen beter wilde maken. En niet alleen in zijn hoedanigheid als psychiater, maar als betrokken burger. Als verantwoordelijk mens. Sterker nog, hij wilde de wereld beter maken. Als overlevende van concentratiekamp Neuengamme wist Van Dantzig welk kwaad er in de mens kan zitten en hoeveel troost, hulp en begrip de slachtoffers van dat kwaad nodig hebben.
Om deze reden trok Van Dantzig ten strijde tegen kindermishandeling.
Het was in zijn perceptie een onaanvaardbare situatie dat tienduizenden kinderen jaarlijks slachtoffer zijn van mishandeling, verwaarlozing, intimidatie, misbruik.
Als voorzitter van de stichting RAAK beet hij zich vast in het onderwerp en liet hij vervolgens niets na om dat onderwerp ook hoog op de politieke agenda te krijgen.
Andries van Dantzig zag kindermishandeling als een terrein waarop de overheid te kort schoot. Hij pleitte vurig voor opvoedcursussen voor ouders en zag een duidelijke taak voor de consultatiebureaus. Het doet mij deugd dat ik een groot deel van zijn voorstellen over het signaleren en bestrijden van kindermishandeling heb kunnen vertalen naar beleid, naar een concrete aanpak van kindermishandeling.
De RAAK-aanpak wordt momenteel in elke regio in Nederland ingevoerd.
Ik ben verheugd dat alle betrokken overheden - gemeenten, provincies en grootstedelijke regio’s - door het tekenen van de Actieverklaring Aanpak Kindermishandeling zich bereid hebben verklaard daaraan mee te werken en aan de slag zijn om kindermishandeling te bestrijden.
Van Dantzig en ik spraken en discussieerden ook over andere dingen. Over moraal bijvoorbeeld, over ‘The abolition of man’ van C.S. Lewis, en over religie. Op dat laatste vlak konden we – hij de overtuigde atheïst en ik de overtuigde gelovige - elkaar niet vinden. Maar het wederzijds respect was groot en ik bewaar goede herinneringen, bijvoorbeeld aan onze gesprekken in het Amstel-hotel.
En het was Jan Willems die de verzuchting van Van Dantzig leende – pikte zei Jan zelf – voor zijn boek: Maar wie zal de opvoeders opvoeden? Ook al een treffende zin.
En wie zal de opvoeders opvoeden? was eind 1999 ook de titel van een congres georganiseerd door Stan Meuwisse. Een congres dat de oprichting inluidde van de stichting RAAK: de Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling, waarvan Van Dantzig de voorzitter werd. Een jaar later werd het RAAK-manifest aangeboden aan leden van de Tweede Kamer.
Het is de verdienste van Van Dantzig dat de vier proefregio’s RAAK er kwamen, waar op regionaal niveau alle betrokken instanties de handen ineenslaan om kindermishandeling te voorkomen, te signaleren en te bestrijden. De landelijke invoering van de RAAK-aanpak is gebaseerd op de missie van Andries van Dantzig.
Dames en heren, mevrouw Boos,
Nogmaals, ik voel me vereerd en dankbaar dat ik vandaag de Andries van Dantzig Penning krijg uitgereikt.
Uit respect voor de inspanningen van de naamgever aan deze penning aanvaard ik deze penning graag en beschouw ik deze als een aansporing om de strijd tegen kindermishandeling met onverminderde inzet te blijven voeren. Dank u wel.