Landbouwministers moderniseren Europees landbouwbeleid ingrijpend

De Europese landbouwministers gaan het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingrijpend moderniseren. Zij hebben tijdens de Landbouw- en Visserijraad in Brussel een akkoord bereikt over de zogenoemde health check. Dit is een tussentijdse evaluatie van het Europees landbouwbeleid en de hervormingen die in 2003 zijn ingezet.

Er komt meer marktwerking in het landbouwbeleid waardoor Europese boeren de concurrentie met de wereldmarkt beter aankunnen. Het melkquotum wordt verruimd. En er komt meer aandacht voor plattelandsbeleid.

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is tevreden met het akkoord. "Door deze modernisering kan de Europese landbouw beter inspelen op de groeiende en veranderende vraag naar landbouwproducten. Daarbij wordt het Europees landbouwbeleid aangepast aan de eisen van de tijd en wensen van de maatschappij", aldus Verburg. "Het waren langdurige en lastige onderhandelingen, maar aan de belangrijkste punten van Nederland is uiteindelijk tegemoet gekomen."

Hieronder staan de belangrijkste onderdelen van het akkoord.

Melkquotering

Per 1 april 2015 wordt de melkquotering afgeschaft. De melkquotering was in 1984 ingesteld om overproductie van melk tegen te gaan. Om melkveehouders in 2015 een zachte landing te bezorgen, worden de quota de komende jaren stapsgewijs met 1 procent per jaar verruimd. Hiernaast wordt het Nederlandse quotum verhoogd met nog eens 1,5 procent door een technische aanpassing van de vetcorrectie. Dat betekent dat de Nederlandse melkveehouderij in 2009 opnieuw een quotumstijging van 2,5 procent tegemoet kan zien.

Minister Verburg is opgetogen dat er ondanks forse weerstand van de meeste lidstaten een verruiming van het melkquotum komt. "Melkveehouders kunnen zo profiteren van een wereldwijd groeiende vraag naar zuivel. En ze zijn beter voorbereid op 2015, zodat het einde van het systeem van melkquotering geen buiklanding wordt. En het is natuurlijk mooi dat Nederland een extra verhoging krijgt."

De Commissie zal voor eind 2010 op basis van een marktanalyse aanvullende voorstellen doen om een zachte landing van de melkquotering veilig te stellen.

Versterking plattelandsbeleid

De middelen voor het Europese plattelandsbeleid worden verruimd via modulatie. Modulatie is het overhevelen van geld bestemd voor inkomenssteun naar het fonds voor plattelandsbeleid. De Landbouw- en Visserijraad heeft besloten om een extra modulatie toe te passen, bovenop de 5 procent die al bestaat. De extra modulatie wordt stapsgewijs opgevoerd: 2 procent in 2009, 3 procent in 2010, 4 procent in 2011 en 5 procent in 2012. Minister Verburg is blij dat het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie flink is bijgesteld.

Bij modulatie komt ook cofinanciering kijken. Dat betekent dat de lidstaten moeten meefinancieren. Wel is het percentage van cofinanciering voor deze extra modulatie mede op aandringen van Nederland fors lager (25 procent).

Er is verder afgesproken dat het geld dat door de extra modulatie bij elkaar wordt gebracht in zijn geheel wordt besteed aan het plattelandsbeleid van de lidstaat waar het geld vandaan komt. Het vloeit dus niet terug naar Brussel, zoals eerder gebeurde met 20 procent van het geld. Nederland houdt daardoor meer over.

Bufferstroken

Anders dan andere lidstaten hoeft Nederland geen extra bufferstroken langs waterlopen in te stellen. Omdat Nederland veel waterlopen heeft, zouden extra bufferstroken verstrekkende gevolgen hebben. Minister Verburg is opgelucht dat de Commissie heeft ingezien dat Nederland al genoeg doet om milieurisico's te beperken.

Ontkoppeling van inkomenssteun

Voor de meeste landbouwsectoren is de inkomenssteun inmiddels ontkoppeld van productie. De ministers zijn overeengekomen dat de resterende sectoren uiterlijk in 2012 worden ontkoppeld. Het gaat hierbij met name om slachtpremies voor kalveren en volwassen runderen, steun voor telers en verwerkers van zetmeelaardappelen, en verwerkingssteun voor vlas.

Specifieke steunmogelijkheden

Artikel 68 biedt de mogelijkheid om extra inkomenssteun te geven aan vijf verschillende doelen. De Europese lidstaten mogen hiervoor maximaal 10 procent van de inkomenssteun inzetten. Zo kan er steun worden gegeven voor kwaliteitslandbouw, met name via milieumaatregelen en door Nederlandse inzet nu ook dierenwelzijn. Ook kan steun worden gegeven aan boeren in sommige sectoren zoals zuivel en schapenvlees die in moeilijke omstandigheden produceren. Andere doelen zijn bijvoorbeeld subsidie voor risicoverzekeringen voor gewassen en voor dierziekten en bijdragen aan waarborgfondsen hiervoor.

De landbouwministers hebben verder afgesproken dat lidstaten geld voor directe inkomenssteun dat niet benut is alsnog mag worden ingezet. Hier is een maximum aan verbonden van 3,5 procent van het totale bedrag aan inkomenssteun van een lidstaat. Het geld mag ingezet worden voor artikel 68, dus voor het stimuleren van bijvoorbeeld kwaliteitslandbouw. Voor Nederland gaat het om ongeveer 28 miljoen euro.

Vereenvoudiging

Ook is de raad het eens geworden dat vereenvoudiging prominent op de agenda moet blijven. Minister Verburg is hier verheugd over. "Ik heb mij de afgelopen maanden actief ingezet voor een vereenvoudiging van de regels van het Europees landbouwbeleid. Hierdoor verminderen de administratieve lasten voor boeren en de uitvoeringslasten van de overheid. Daar gaan dus gewoon mee door."

Afslanking markt- en prijsbeleid

Markt- en prijsinstrumenten zoals interventie worden teruggebracht. Interventie is het uit de markt nemen van landbouwproducten in afwachting van een betere prijs. De afslanking stimuleert verdere marktoriëntatie en maakt het bereiken van een WTO-akkoord gemakkelijker. Er blijft wel een vangnet voor tarwe, boter en melkpoeder in de vorm van een publieke noodvoorziening bestaan in geval van ernstige marktverstoring.

Braakverplichting

Afgelopen zomer werd de afschaffing van de verplichte braaklegging al aangekondigd. Deze is nu officieel. Tot nu toe was een deel van de graantelers verplicht om op een gedeelte van de landbouwgrond geen graan te verbouwen. Dit was om de graanproductie te beperken. Deze zogenoemde braakverplichting is nu opgeheven omdat er voldoende vraag is naar graan.

Ondergrens voor betalingen

Er komt een ondergrens voor betalingen. Dit om de uitvoeringslasten te beperken. Lage steunbedragen of steunbedragen die betrekking hebben op een klein oppervlakte landbouwgrond zullen niet meer worden uitbetaald.

Minister Verburg gaat met dit akkoord verder invulling geven aan de Houtskoolschets, haar visie op de verdere toekomst van het Europees landbouwbeleid.