Fiscale ondersteuning arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigde starters
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk: DB/2008/505 M
Onderwerp: Toezegging inzake fiscale ondersteuning voor arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden die een onderneming starten en uitvoering van de motie Vedder-Wubben c.s. inzake de mogelijkheden om de maximumpremiegrondslag in de derde pijler te verhogen
Geachte voorzitter,
Via deze brief wordt de toezegging inzake fiscale ondersteuning voor arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden die een onderneming starten gestand gedaan en wordt tevens een toelichting gegeven op de uitvoering van de motie Vedder-Wubben c.s. inzake de mogelijkheden om de maximumpremiegrondslag in de derde pijler te verhogen.
Toezegging inzake fiscale ondersteuning voor arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden die een onderneming starten
Tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan 2007 in de Eerste Kamer op 12 december 2006 heeft de toenmalige minister van Financiën toegezegd in overleg met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nogmaals te kijken of bijstandsgerechtigden ook in aanmerking moeten kunnen komen voor de fiscale startersregeling voor mensen die starten vanuit een arbeidsongeschiktheidsregeling (Handelingen I 2006/07, nr. 13, blz. 540).
Er bestaan ruime mogelijkheden om bijstandsgerechtigden te ondersteunen bij het starten van een onderneming. Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ) kent de volgende mogelijkheden.
• De bijstandsgerechtigde kan gedurende maximaal 36 maanden aanspraak maken op aanvullende inkomensondersteuning wanneer de inkomsten uit het eigen bedrijf beneden het bijstandsniveau liggen.
• Men kan maximaal een jaar vrijstelling krijgen van de sollicitatieplicht op voorwaarde dat men wordt begeleid door een deskundige.
• De gemeente kan een bedrag beschikbaar stellen voor begeleidingskosten.
• De Sociale Dienst kan een startende ondernemer een bedrijfskapitaal verstrekken van € 31 975 als rentedragende lening.
• Tot slot kan men gebruik maken van een renteloze lening van maximaal € 2 642 voor investeringen die samenhangen met de voorbereiding van de onderneming.
Deze ondersteuningsmogelijkheden zijn uiteraard ook toegankelijk voor arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden. Het kabinet is van mening dat (arbeidsongeschikte) bijstandsgerechtigden via het BBZ voldoende ondersteuning kunnen krijgen om een onderneming te starten.
Voorts is van belang dat het voor de Belastingdienst zeer lastig is om vast te stellen of een bijstandsgerechtigde arbeidsongeschikt is. Dit betekent dat extra ondersteuning van arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden via uitbreiding van de fiscale startersregeling voor mensen die starten vanuit een arbeidsongeschiktheidsregeling, praktisch zeer moeilijk te realiseren zou zijn.
Motie Vedder-Wubben c.s inzake de mogelijkheden om de maximumpremiegrondslag in de derde pijler te verhogen
Tijdens de Eerste Kamerbehandeling van de initiatiefwet Depla/Blok van 20 december 2007, houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw of aflossing eigenwoningschuld is de motie Vedder-Wubben c.s. (Kamerstukken I 2007/08, 30 432, F) aangenomen. Deze motie verzoekt de regering om te zoeken naar mogelijkheden om de per 1 januari 2008 ingevolge deze initiatiefwet verlaagde maximumpremiegrondslag in de derde pijler weer te verhogen.
Als gevolg van de genoemde wet van 20 december 2007 is de maximumpremiegrondslag in de derde pijler per 1 januari 2008 verlaagd (in cijfers 2007) van € 150 957 naar € 103 257.
Het kabinet heeft inmiddels in het wetsvoorstel Belastingplan 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 704, nr. 2) voorgesteld om de maximumpremiegrondslag per 1 januari 2009 te verhogen naar € 153 221 (cijfers 2008). Het kabinet zag geen mogelijkheden om deze verhoging van de maximumpremiegrondslag met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008 te laten plaatsvinden. Een verhoging met terugwerkende kracht zou namelijk betekenen dat een incidentele dekking voor 2008 gevonden zou moeten worden. Deze was echter niet voorhanden. Een belastingverhoging met terugwerkende kracht om alsnog dekking te realiseren acht het kabinet in dit geval niet te rechtvaardigen. Daarom is gekozen voor een verhoging van de maximumpremiegrondslag per 1 januari 2009.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager