Pilots mestverwerking tot mineralenconcentraat kunnen van start
Van dierlijke mest kan een vloeibaar mineralenconcentraat wordt gemaakt: een kunstmestvervanger. Op die manier kan het overschot aan dierlijke mest minder worden én kunnen belangrijke meststoffen worden hergebruikt. Tien pilots daarvoor kunnen van start.
Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister Cramer van Ruimte en Milieu hebben daarover bericht ontvangen van de Europese Commissie. Dit betekent dat tot en met 2010 maximaal tien producenten kunnen meedoen aan een grootschalig onderzoek. In dat onderzoek worden de gevolgen van het gebruik van mineralenconcentraat onderzocht.
Het bericht van de Europese Commissie is belangrijk, omdat op deze manier de verwerkte mest als vervanger voor kunstmest gebruikt kan worden. Op dit moment vallen volgens de EU-regels alle producten waar dierlijke mest inzit of van dierlijke mest zijn gemaakt onder 'dierlijke mest'. Door de dierlijke mest nu zo te verwerken dat er verschillende producten ontstaan, kan een vloeibaar deel als een soort kunstmest worden gebruikt. Het bericht van de Europese Commissie maakt het mogelijk om deze kunstmestvervanger de komende twee jaar in de proef ook als kunstmest te gebruiken en niet - zoals de regels voorschrijven - als dierlijke mest.
In de landbouw wordt naast dierlijke mest ook veel kunstmest gebruikt. In kunstmest zitten ondermeer de mineralen stikstof en fosfaat. Met veel energie wordt in een fabriek 'zuivere' stikstof gemaakt. Het fosfaat wordt als delfstof uit het buitenland gehaald. Het kost veel energie om kunstmest te maken en de fosfaatmijnen raken uitgeput. Mocht de pilot slagen, dan wordt het mogelijk om mineralen te hergebruiken.
Minister Verburg is op zoek naar tien innovatieve ondernemers die mest willen verwerken tot mineralenconcentraat. Vanaf 1 januari kunnen deze ondernemers aan de slag. De mestverwerking kan op verschillende manieren, maar de laatste stap moet de zogenaamde 'omgekeerde osmose' zijn. Daarin wordt op industriële wijze bruikbare ingrediënten zoals stikstof en kalium, gescheiden uit de resten mest.
Er bestaat op dit moment al een zo'n installatie. Eerst wordt de mest vergist. Dat levert gas op waarmee electriciteit wordt gemaakt. Het restant wordt weer verder verwerkt. Het eindproduct is een vloeistof waarin vooral stikstof en kalium zit en vrijwel geen andere stoffen. Stikstof en kalium zijn belangrijke voedingstoffen voor planten. Deze vloeistof kan dus uitstekend als kunstmestvervanger worden gebruikt.
De inschrijving voor de innovatieve ondernemers is gestart. Meer informatie is te vinden bij het LNV-Loket.
Er is ook een korte film gemaakt van de installatie die mest verwerkt tot een vloeibare kunstmestvervanger, het mineralenconcentraat.