Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Schippers over de hygiëne in ziekenhuizen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2888158

17 november 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Schippers (VVD) over de hygiëne in ziekenhuizen (2080903250).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘IGZ: Ziekenhuizen laks met hygiëne’? 1)

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herkent u het beeld dat in het bericht wordt geschetst, dat er nog veel te verbeteren is in met name de operatiekamers van ziekenhuizen? Wat wordt er concreet gedaan om de situatie snel te verbeteren en op een aanvaardbaar niveau te brengen?

Antwoord 2

Het rapport Toezicht Operatie Proces deel 2 (TOP 2) van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toont aan dat er in de cultuur van ziekenhuizen rond de veiligheid van patiënten en kwaliteit van zorg nog een flinke verbetering nodig is.
De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van een ziekenhuis spelen hierin een belangrijke rol: kritischer en strikter zicht op het zorgproces, sterkere bevoegdheden en directe aanspreekbaarheid en verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid.

Mede naar aanleiding van het TOP 2-rapport heb ik enkele acties in gang gezet. In mijn voorstel voor de Wet cliëntenrechten in de zorg (WCZ) zal ik de posities van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht verder verstevigen. Dit vergt dat de verantwoording van medisch-specialisten aan het verantwoordelijk bestuur goed moet zijn geregeld.
Daarnaast verlangt de IGZ in het TOP 2-rapport verschillende acties van instellingen, die essentieel zijn voor het leveren van verantwoorde zorg op de OK’s. De IGZ zal nauwgezet volgen of deze acties geïmplementeerd zijn. Tenminste 20% van de ziekenhuizen, die in dit onderzoek de minste resultaten lieten zien, worden hierop getoetst.

De IGZ geeft aan dat de veldpartijen (NVZ, NVVH en de Orde) de conclusies van het IGZ-rapport onderschrijven en doorgaan met het werken aan het verbeteren van de veiligheid. De onlangs genomen besluiten van de ziekenhuizen in Alkmaar en Amersfoort om tijdelijk operatiekamers te sluiten, wijzen op een verdere zichtbare bewustwording bij de ziekenhuizen van de veiligheidsrisico’s rond de OK.

Zoals ik de Kamer al eerder heb aangegeven acht ik het van groot belang dat zo snel mogelijk, daar waar die nog niet zijn, veiligheidsnormen worden ontwikkeld. Deze normen zullen basis zijn voor de handhaving van de IGZ. In de WCZ worden de bevoegdheden geregeld waarmee ik, waar nodig, kwaliteitsnormen kan preciseren. In de Wet uitbreiding bestuurlijke handhaving volksgezondheidswetgeving (WUBHV) worden extra handhavingsinstrumenten, zoals het opleggen van een bestuurlijke boete, voor de IGZ beschreven. Ik wil prioriteit geven aan het ontwikkelen van veiligheidsnormen op het gebied van de thema’s van het veiligheidsprogramma ziekenhuizen én op die onderwerpen die uit de thematische rapporten naar voren komen. Voor het operatief proces zal hier de komende tijd dus ook extra aandacht voor zijn.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe de uitspraken van de IGZ zich verhouden tot de doelstellingen uit het veiligheidsprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’? Bent u van mening dat de doelstellingen van dit veiligheidsprogramma gehaald worden? Zo ja, waarop baseert u dat vertrouwen? Zo neen, wat betekent dat dan voor het veiligheidsprogramma?

Antwoord 3

De uitspraken van de IGZ illustreren het belang van de doelstellingen van het veiligheidsprogramma. Samen met de betrokken veldpartijen ben ik druk bezig om de doelstellingen van het veiligheidsprogramma te bereiken.
Een van de thema’s van het veiligheidsprogramma is het voorkomen van ziekenhuisinfecties na een operatie. Een reductie van post operatieve wondinfecties (POWI) met 50% wordt nagestreefd. Voor dit thema worden prestatie-indicatoren ontwikkeld, die volgend jaar worden meegenomen in het toezicht van de IGZ. Deelname aan het PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance netwerk (PREZIES) is al een paar jaar onderdeel van de basisset prestatie-indicatoren van de IGZ. Ik heb er vertrouwen in dat de acties die alle betrokken partijen hebben genomen zullen leiden tot veiligere zorg.

Vraag 4

Krijgt de Kamer inzicht in de stand van zaken van het veiligheidsprogramma? Wordt er progressie gemaakt naar een meer veilige gezondheidszorg, of is sprake van stappen achteruit? Hoe kan de Kamer u controleren op één van de uzelf genoemde topprioriteiten - een betere veiligheid - als u weigert om de Kamer daarin inzicht te geven?

Antwoord 4

Ja, jaarlijks zal aan de Kamer worden gerapporteerd over kwaliteit, waar het veiligheidsprogramma deel van uitmaakt. Volgend jaar zullen de eerste metingen van de voortgang van het veiligheidsprogramma gepresenteerd worden.
In de begroting 2009 (artikel 42) heb ik aangegeven welke prestatie-indicatoren ik gebruik op het gebied van veiligheid. Ik heb hierbij ook streefwaarden benoemd voor onder andere vermijdbare incidenten en sterfte, die tussentijds en aan het eind van het veiligheidsprogramma behaald moeten zijn.

Er wordt progressie gemaakt naar een veiliger gezondheidszorg. Door de toegenomen transparantie en de tekortkomingen die hierbij aan het licht komen, kan het beeld ontstaan dat het almaar slechter gaat in de zorg. Ik acht transparantie over de uitkomsten en processen echter van essentieel belang bij het werken aan een veiliger gezondheidszorg. Op deze manier wordt een cultuur mogelijk die meer gericht is op openheid, het leren van fouten en het delen van informatie.

1) RTL Nieuws, 10 oktober 2008