Stabiele en evenwichtige arbeidsverhoudingen
De kaders die de overheid biedt voor goede arbeidsverhoudingen in Nederland lijken goed te functioneren. Dat geldt zowel voor het faciliteren en stimuleren van moderne arbeidsrelaties als voor de rechtsbescherming van werknemers. Dat is echter geen reden om achterover te leunen. We moeten alert zijn op economische ontwikkelingen, de toenemende dynamiek op de arbeidsmarkt en de gevolgen van globalisering.
Dit staat in de beleidsdoorlichting Arbeidsverhoudingen die minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer stuurt. De overheid wil goede arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers bevorderen en biedt daarvoor waar nodig de (wettelijke) kaders.
Centraal overleg tussen kabinet en sociale partners kan het vermogen van de economie om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden bevorderen. Sinds 2002 hebben kabinet en sociale partners zes akkoorden gesloten, ook al was de weg daar naartoe niet altijd even gemakkelijk. De akkoorden hadden belangrijke gevolgen voor zowel de arbeidsmarkt als de arbeidsvoorwaarden. Ze gingen zowel over lonen als over ingrijpende veranderingen in de sociale zekerheid.
Het kabinet constateert in de beleidsdoorlichting dat een aantal recente ontwikkelingen van invloed kan zijn op het stelsel van arbeidsverhoudingen. Globalisering, demografische- en technologische ontwikkelingen zorgen voor een sterke dynamiek op de arbeidsmarkt. Individualisering en economische ontwikkelingen laten ook hun sporen na. Als gevolg hiervan is de klassieke vaste baan voor het leven minder vanzelfsprekend dan vroeger: niet baanzekerheid maar werkzekerheid komt centraal te staan. De overheid heeft daarin een stimulerende en faciliterende rol, maar die is wel beperkt. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben een wezenlijke rol en verantwoordelijkheid op het terrein van de arbeidsverhoudingen.