21 overheden verklaren rechtmatig te hebben gehandeld
Alle 21 overheden met uitgezette middelen bij twee IJslandse banken en Lehman Brothers hebben verklaard dat zij rechtmatig hebben gehandeld met hun uitzettingen. Zij hebben dus geen geleend geld uitgezet bij de desbetreffende banken met als enig doel meer rente te krijgen. Dit meldt staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer.
De verklaringen van de betrokken overheden zijn afgegeven op basis van interne en/of externe onderzoeken. In de provincie Noord-Holland en de gemeenten Alphen aan den Rijn en Goes zijn de externe onderzoeken nog niet afgerond. Staatssecretaris Bijleveld houdt de mogelijkheid open tot een breder onderzoek bij deze overheden mochten de externe onderzoeken en de uitkomsten van het verantwoordingsproces daarover daartoe aanleiding geven. Voor de overige betrokken overheden ziet zij nu al geen aanleiding voor een breder onderzoek.
De besturen van de medeoverheden zijn zelf verantwoordelijk voor het rechtmatig handelen. Zij leggen daarover verantwoording af aan hun eigen volksvertegenwoordigingen. Het is die volksvertegenwoordigingen om aan de hand van de uitkomsten van de accountantscontrole en zo nodig aanvullende instrumenten zoals een onderzoek van de eigen rekenkamer te oordelen over de rechtmatigheid en daar zonodig politiek consequenties aan te verbinden.
Door nagekomen technische correcties is het totaal aan uitzettingen van medeoverheden licht gedaald. Het procentuele risico bij de twee IJslandse banken en Lehman Brothers van euro 238,2 miljoen is ten opzichte van het totaal aan uitzettingen gelijk gebleven, namelijk 2,3 procent.