Wijziging televisierichtlijn
Om concurrentievervalsing tussen audiovisuele mediadiensten in de lidstaten van de Europese Unie te voorkomen en de consument te beschermen, is in december 2007 een nieuwe Europese richtlijn tot wijziging van de Televisierichtlijn tot stand gebracht. Deze richtlijn richt zich op alle audiovisuele mediadiensten, waardoor ook de televisiediensten op aanvraag onder de Europese regels te vallen. De ministerraad heeft op voorstel van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd met het wetsvoorstel ter uitvoering van de nieuwe Europese richtlijn Audiovisuele mediadiensten in Nederland.
De richtlijn Audiovisuele mediadiensten zorgt ervoor dat voor televisiediensten op aanvraag - die bijvoorbeeld via het internet beschikbaar worden gesteld - reclameregels met betrekking tot de herkenbaarheid van reclame- en telewinkelboodschappen, sponsoring en productplaatsing in het media-aanbod gelden. De richtlijn voorziet ook in de bevordering van de toegankelijkheid van televisiediensten op aanvraag voor auditief en visueel gehandicapten. Verder bepaalt zij dat aanbieders van deze diensten adres- en contactgegevens beschikbaar stellen zodat zij voor de consument gemakkelijk herkenbaar en bereikbaar zijn.
In de richtlijn Audiovisuele mediadiensten worden de reclamevoorschriften versoepeld. Bovendien krijgen omroepen in de nieuwe regeling het recht korte fragmenten te kiezen uit het programma-aanbod van collega-omroepen met exclusieve rechten.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Op grond van de nieuwe richtlijn dient de aanpassing van de mediawetgeving per 19 december 2009 in werking te treden.