Toespraak bij 125 jaar ANWB en vijftig jaar Stichting Recreatie
Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij 125 jaarANWB en vijftig jaar Stichting Recreatie op 13 november 2008 in Den Haag.
Mijnheer Van Woerkom, mevrouw Vermeulen, hartelijk dank voor zoveel inspiratie.
Dames en heren,
De schilder Weissenbruch liet zich inspireren door de contrasten van licht en lucht. De grote tovenaars van het landschap, noemde hij ze. Hij was niet de eerste schilder die dat opmerkte, en zeker niet de enige.
'Buiten' is dan ook nooit gewoon buiten. Het heeft met wisselende combinaties van doen. Buiten is veranderlijk. Net als het gebruik ervan door de Nederlanders. Die Nederlanders kunnen kampeerders zijn, maar diezelfde kampeerders zijn soms ook forens. En in het weekend zijn ze dagjesmens.
De ANWB heeft daar al 125 jaar veel inzicht in. Het is ook het domein van de Stichting Recreatie. U bent vandaag vijftig jaar actief, eerst als belangenbehartiger, de laatste tijd is uw rol veranderd in kennismakelaar (wat u vandaag onderstreept met een naamswijziging). Dat is net zo lang als het recreatiebeleid van de overheid, dat ook vijftig jaar terug gaat. Ik kom daar nog op terug. Eerst mijn hartelijke gelukwensen met deze twee jubilea.
Ons ruimtegebruik is beweeglijk, maar de ANWB zit zelf óók niet stil. U dankt er een reputatie van agendasetter, en zelfs trendsetter aan. Terwijl leden al jaren een rotsvast vertrouwen koesteren in het geel-blauwe logo. Ik ben dan ook heel blij met uw inzet bij de Strategische Dialoog Recreatie (die ik met de samenleving en enkele organisaties in de recreatiesector voer) over hoe wij straks onze vrije tijd doorbrengen. Uw recreatievisie geeft ook weer blijk van die betrokkenheid. Ik hoor en zie uw kennis en inzichten erin terug. Hartelijk dank er voor.
Veel waardering ook, voor de initiatieven van de Stichting Recreatie. U organiseert debatbijeenkomsten over ideale vrijetijdslandschappen.
Ik ga nog even door met complimenteren (dat mag met twee jubilea!), want ook uw timing is uitstekend. Mijnheer Van Woerkom, u agendeerde zojuist de kwaliteit van de leefomgeving. Dat lééft in de samenleving. Ook het kabinet heeft het hoog op de agenda staan. Wij zien ons voor verschillende vragen geplaatst. Waar bouwen we huizen. Waar knopen we fiets- en wandelpaden aan elkaar. Waar begint de rand van de stad begint en waar het weiland met de koeien. Waar kunnen gezinnen in stadswijken de speeltuin vinden en waar is de kinderboerderij.
Ik ben dan ook erg gecharmeerd van het vertrekpunt van uw visie. Net als de overheid gaat u uit van mensen. Dat is lang niet zo logisch als u en ik misschien denken. Want er wordt in deze hoek wel vaak over 'groen' gedacht en gesproken. Onder andere dat groen groen moet blijven. Of moet verbeteren. Daar volgen nogal eens beperkingen voor de mens uit. Groen en mensen zijn voor elkaar geschapen. Het gaat erom om te kijken naar de kansen voor mensen. Verfrissend.
Wij hebben recent de structuurvisie Randstad 2040 gepresenteerd. Daarin staat alles heel goed op papier opgeschreven. Het is nu tijd om ermee aan de slag te gaan in de praktijk. Het is namelijk mooi opgeschreven maar iets als metropolitane parken is toch wel planologentaal. Vraag een boer of een willekeurige recreant wat daarmee bedoeld wordt en je krijgt toch in eerste instantie vragende blikken.
Het gaat nu om de uitvoering van Randstad 2040, een uitvoering met hart en ziel. Zodat het gaat leven en wij ons er allemaal bij kunnen vinden. Zodat er in de praktijk handen en voeten aan worden gegeven. En zijn veel mogelijkheden en de ruimte is er wel. Maar we moeten intelligente oplossingen, combinaties en verbindingen maken. Zoals waterberging met recreatie of landschap met recreatie.
Een goede verbinding naar het groen, dat geldt wat mij betreft óók voor de Randstedelijke fietser. Ook hij moet zich makkelijk in de grote binnentuin van het Groene Hart kunnen begeven. Waar weilanden, boerderijen en koeien zijn. Geen Randstad zonder koeien.
En als je dan met de hond door dat klaphekje bent gegaan, dan wil je natuurlijk niet alsnog op dat bedrijventerrein stuiten. Of dat snelwegviaduct. Nee, je wilt het groen ín, niet erlangs. U suggereert dat het gebruik van schouwpaden uitkomst kan bieden. Of het recht op overpad, zoals in Engeland gebruikelijk is. Die mogelijkheden laat ik momenteel laat onderzoeken.
Natuurlijk is daar de stadsrandzone-discussie niet mee gesloten. Ik neem uw inbreng graag mee in de Strategische Dialoog over het toekomstig recreatiebeleid.
Recreatie gaat niet alleen over groen, landschap of natuur. Shoppen, de computer, het tv-scherm zijn even goed vrijetijdsbestedingen. En recreëren doe je tegenwoordig niet uitsluitend op de fiets, te paard of met hardloopschoenen aan. In vijftig procent van de gevallen, en hier ga ik af op de Stichting Recreatie, pakken we de auto. Helaas, zeg ik er bij. Om heel vaak niet meer dan vijf kilometer verderop weer uit te stappen. Opnieuw helaas. We houden daar ook niet snel mee op; het aantal mobiele ouderen groeit. Ook in de toekomst zijn er dus mensen die eventjes de auto pakken om naar de winkel te gaan. Even weg de auto in voor dat rondje over de dijk. Het zou niet realistisch zijn als we daar geen rekening mee houden.
Als overheid voeren we al enige tijd een actief recreatiebeleid. Recreatie, zo staat het in de Grondwet, is van nut voor maatschappelijke en culturele ontplooiing. Het is een gezonde bouwstof. Hoe groener de recreatie, hoe beter mens, plant en dier zich voelen. Wonderolie bovendien voor wijk, stad en ommeland. Dat laatste staat overigens niet in de Grondwet.
Wat er wel in staat is, dat de overheid daar goede voorwaarden voor moet scheppen. We doen dat door te investeren. Met ambitie.
- In 2013 moet er in de Randstad 16.000 hectare recreatiegroen zijn. Gratis toegankelijk voor iedereen.
- Er komen landelijke routenetwerken, waar je kunt wandelen, fietsen en varen. Dan heb ik het over respectievelijk 4750, 4500 en 4400 kilometer. Ook zet ik mij in voor 1000 kilometer wandelpaden over boerenland.
- Tegelijkertijd wil ik waardevolle landschappen behouden en ontwikkelen in de gebieden van Staatsbosbeheer, de EHS, de Nationale Landschappen en gebieden daarbuiten. Mèt recreatieve toegankelijkheid. In 2009 trek ik daar 39 miljoen euro voor uit.
- Boeren moeten in ons land, net als wij allemaal, kunnen leven van het land en geven om natuur. Ons platteland moet vitaal blijven, de natuur mooi, en je moet er kunnen komen. Je moet kunnen zien hoe en waar ons voedsel wordt geproduceerd.
- Kinderen moeten in de natuur kunnen ravotten. Hutten bouwen, kuilen graven.
- Ik steun het initiatief van de recreatiesector om te innoveren. Met de zogeheten Innovatiefaciliteit. Het draait om de vraag: hoe kan recreatie bijdragen aan het landschap, mèt duurzaam rendement voor de ondernemer?
En zo kan ik nog wel even door gaan. Mijnheer Van Woerkom, u schetste al hoezeer onze gedragingen en behoeften evolueren. Ik voeg daar nog de bestuurlijke ontwikkelingen - decentralisatie en deregulering - aan toe. Daarom wil ik het recreatiebeleid herijken. Ik wil dat graag samen met u doen. Samen dragen we verantwoordelijkheid. Samen hebben we de kennis en de mogelijkheden.
Gisteren overhandigde de heer Rinnooy Kan mij zijn advies over de financiering van het landschap. Dat advies gaat ook over wat wij samen kunnen doen. Er is veel dat mensen, bedrijven, overheden en organisaties zelf kunnen doen met hun omgeving. Hoe iederéén een tastbaar aandeel in het landschap kan hebben. Dat is: landschappelijk verantwoord ondernemerschap. Ik zou willen dat dat begrip een plaats krijgt naast maatschappelijk verantwoord ondernemen, want er valt veel te winnen. Zulk ondernemerschap kunt u ook als recreatiesector laten zien. Ik ga er de komende tijd graag over met u in gesprek.
Dames en heren,
Ik zie twee centrale punten waar u het kabinet aan uw zijde vindt. De kwaliteit van het landelijk gebied en de verbindingen tussen stad en platteland. Het wordt interessant hoe wij dit begrenzen. Kinderen tekenen soms uitdijende cirkels. Het begint bij het meest vertrouwde: het huis, de straat, de buurt. Dan komen dorp of stad, regio en land aan de beurt. Tot slot Europa, de wereld en het heelal.
Ik ga er van uit dat wij samen lijnen trekken. De grote èn de kleine cirkels van onze ruimte. De grote om weids te kunnen denken, de kleine om te bepalen wat we met onze omgeving willen. Lijnen in de stad en rond de stad. Rond de boerderijen in de Randstad. Langs fiets-, vaar en wandelroutes. Via investeringen in onze groene omgeving.
Ik zie u denken: de directeur van de ANWB en de minister van LNV komen een heel eind samen. Maar we zijn het nog niet roerend eens. Ik kan u gerust stellen. Want er is mij veel aan gelegen om de vrije tijdsautomobilist tot ander gedrag te bewegen. Het zou mooi zijn als uw leden op zondag de auto de auto lieten. Als ze nóg vaker de fiets of de benenwagen namen. Je komt er prima mee vooruit. Ik kan u dat uit eigen ervaring melden! Dank u wel.