Persconferentie na ministerraad van 14 november 2008

Vice-minister-president Bos:

Goedemiddag, voor de tweede keer vandaag. Vanochtend hebben de minister-president en ik in een korte persconferentie gezamenlijk nog even terug gekeken op het vertrek van mevrouw Vogelaar en het aantreden van de heer Van der Laan. Dus ik denk niet dat het nodig is om daar nu verder nog iets over te zeggen.

De minister-president is daarna naar Washington vertrokken. Wij zijn ontzaglijk blij dat na een forse inspanning van iedereen die daar een rol bij kon spelen gelukt is om als Nederland aan te mogen schuiven dit weekend bij die internationale topconferentie over een nieuwe internationale financiële architectuur. We vinden ook dat we dat verdienen. Puur als je kijkt naar de grootte van onze economie en al helemaal als je kijkt naar de grootte van onze financiële sector. Ons argument is steeds geweest dat het toch raar zou zijn als uit dit type overleg allerlei verplichtingen voort zouden vloeien, ook op een gegeven moment een rekening wellicht gepresenteerd zou worden, die dan met name ook weer door Nederland betaald zou moeten worden, terwijl je zelf op geen enkele wijze de gelegenheid krijgt om erover mee te praten. We zijn blij dat het argument kennelijk uiteindelijk indruk gemaakt heeft.

Er was ook een uitnodiging voor de ministers van Financiën om mee te gaan. In het licht van de actuele omstandigheden leek het ons beiden beter dat ik in Nederland zou blijven. Vandaar dat de staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager met de minister-president naar Washington is afgereisd. In Washington zal uiteraard vooral gepraat worden over wat er in de financiële sectoren van de diverse economieën aan de hand is.

Inmiddels zien we eigenlijk dat overal de politieke discussie nu langzaam aan het verschuiven is van de discussie over de crisis in het financiële systeem naar een discussie over wat er in de reële economie in de nabije toekomst verder te verwachten is. Op dat punt hebben we nu ook de laatste cijfers binnen gekregen van het CBS voor het derde kwartaal in Nederland. Geen recessie, geen min, wel een nulprocent groei het afgelopen kwartaal. Daarmee blijft Nederland aanmerkelijk beter presteren dan de meeste andere Europese economieën. We denken dat dat ook een beeld is wat zich zal voortzetten de komende tijd. Zij het dat we niet mogen uitsluiten dat de ramingen voor volgend jaar - en u weet de laatste raming van het CPB zoals die tijdens Prinsjesdag nog aan de orde was voorspelde een groei van ruim 1% in 2009.

Onze verwachting is inmiddels dat we in de richting van de nul zullen gaan. En dat het er een beetje boven of een beetje onder kan zitten. Maar dat het algemene beeld dat de Nederlandse economie zelfs dan relatief beter zal doen dan menig andere economie in Europa. Waarschijnlijk wel bestendigd zal blijven. Binnen het kabinet zijn we natuurlijk ondertussen druk bezig om met elkaar te bekijken wat dat betekent in termen van waar het gaat piepen en kraken in de samenleving in de economie, of er dan extra maatregelen aan de orde moeten komen, hoe daarvoor betaald moet worden. Daar zal de komende weken ook met de sociale partners verder over gesproken worden. En we gaan dat overleg rustig en vol vertrouwen in.

Daarnaast zijn vandaag in de ministerraad op een paar punten uiteraard ook besluiten gepasseerd. Ik wilde er drie uitlichten. Een was al eerder bekend zoals wel vaker voorkomt, namelijk het voorstel van de minister van Binnenlandse Zaken om eisen te gaan stellen aan kleding en uiterlijk van politiepersoneel. Het gaat dan bijvoorbeeld om tatoeages en piercings, maar ook halskettingen, hoofddoekjes en roze driehoekjes. En van al dat soort lifestyle uitingen. Dat is dus ook niet enkel en alleen beperkt tot religieuze uitingen, maar lifestyle uitingen. Het is eigenlijk nu de opvatting dat dat afbreuk kan doen aan het gezag, aan het onpartijdig geachte gezag van politiepersoneel. En er zal daarom onderwerp worden van eisen zoals die gesteld gaan worden aan het politiepersoneel.

Tweede belangrijke besluit dat vandaag genomen is, zij het dat u daar al wat langer van op de hoogte bent, is dat we vandaag het wetsvoorstel voor de herziening van de Wajong naar de Tweede Kamer zullen zenden. Zoals u weet zullen daarbij de uitkeringspercentages niet veranderd worden, maar zullen we wel proberen om in een veel vroeger stadium mensen die in de Wajong terecht dreigen te komen maar waarvan we denken dat met wat extra aandacht en wat extra inzet het toch mogelijk moet zijn om hen niet voor eeuwig in de Wajong op te sluiten, maar hun kans op arbeidsmarktparticipatie te geven. Dat is de kern van het voorstel en dat voorstel gaat vandaag naar de Tweede Kamer.

En ten slotte hebben we nog even naar aanleiding van de commotie van de afgelopen dagen gepraat over de VIA en de VIR, de verwijsindex. We hebben geconstateerd dat het in het licht van het feit dat er een nieuwe bewindspersoon is aangetreden op Wonen, Wijken en Integratie, het feit dat een aantal bewindspersonen ook nog nader zouden willen discussiëren over deze materie en het feit dat er ook nog een Raad van State-advies ligt dat tot nu toe niet in de discussie betrokken is geweest, dat het verstandig is om de brief die over dit onderwerp eerder aan de Kamer is gestuurd in te trekken. En dat zal de komende week dan ook gebeuren, zodat we daar met elkaar nog een keer naar kunnen kijken. Dat waren de belangrijkste besluiten van de ministerraad van deze week.