EU Jeugdraad 20 november 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJenG/AJG-2891320

14 november 2008

Hierbij bied ik u mijn annotaties aan bij de agenda van de Onderwijs, Jeugd en Cultuurraad (OJC), onderdeel Jeugd, van 20 november 2008 in Brussel. Voor het jeugdgedeelte staan er waarschijnlijk drie punten op de agenda.

Resolutie over de gezondheid en het welzijn van jongeren
De resolutie meldt dat de gezondheidstoestand van de Europese jongeren globaal genomen bevredigend is, maar dat de toestand op bepaalde gebieden zoals voeding, lichaamsbeweging, overmatig alcohol¬gebruik en seksuele en geestelijke gezondheid, te denken geeft. Daarom dienen een gezonde manier van leven en preventieve maatregelen gestimuleerd te worden, vooral op seksueel gebied en met betrekking tot overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik, roken, eetstoornissen, obesitas, geweld, kansspelen en verslaving aan informatie- en communicatietechnologieën.
De lidstaten worden verzocht de kennis en het onderzoek omtrent dit thema te verbeteren en regelmatig bij te werken, met inachtneming van de verschillen op het gebied van gezondheid en welzijn van jongeren en om voorlichtingscampagnes op te zetten over de factoren die de gezondheid van jongeren aan¬tasten.
De Raad zal de resolutie aannemen na een gedachtewisseling. Nederland kan met de resolutie akkoord gaan. De voorgestelde activiteiten sluiten goed aan op het lopende Nederlandse beleid. In het beleidsprogramma ‘Alle kansen voor alle kinderen’ is een belangrijke rol weggelegd voor een ‘gezonde’ jeugdcultuur.

Aanbeveling van de Raad over mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa
Het initiatief is bedoeld om de mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa te bevorderen. Het voorstel gaat er van uit dat vrijwilligersactiviteiten een rijke ervaring in een niet-formele educatieve context vormen, die de beroepsvaardigheden en -competenties van jongeren vergroot, en bijdraagt aan hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Men constateert dat in heel Europa een breed scala van vrijwilligersactiviteiten georganiseerd wordt door het maatschappelijk middenveld en overheden. Deze activiteiten moeten in stand gehouden worden, verder worden ontwikkeld en de internationale samenwerking tussen de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten moet worden vergemakkelijkt.
In dit kader doet de Commissie een aantal aanbevelingen aan de lidstaten, waaronder: het verbeteren van het kennisniveau over de nationale vrijwilligersactiviteiten en het delen van deze informatie met de Europese Commissie voor verdere verspreiding; het gemakkelijk toegankelijk maken van informatie over mogelijkheden voor vrijwilligersactiviteiten in het buitenland voor jongeren, en het bevorderen van het gebruik van de bestaande Europese mechanismen (bijvoorbeeld ‘European Voluntary Service’ en ‘Jeugd in Actie’) waarmee de mobiliteit van jongeren kan worden ondersteund. De Commissie merkt op dat bij alle aanbevelingen in het document terdege rekening gehouden wordt met de nationale kaders en wetgeving op het gebied van vrijwilligersactiviteiten, de eigen algemene nationale prioriteiten en bestaande plaatselijke mogelijkheden, en dat tevens de nationale stelsels voor overheidsuitgaven in acht genomen worden.
Tenslotte heeft de Commissie het voornemen om een Europees portaal (‘internet portal’) voor jonge vrijwilligers over vrijwilligersactiviteiten te ontwikkelen op basis van reeds bestaande gegevens op Europees en op lidstaat niveau.

De Raad zal de resolutie aannemen na een gedachtewisseling. Nederland staat neutraal tegenover deze aanbeveling. In Nederland bestaat geen nationaal systeem voor vrijwilligerswerk, maar is het lokaal ingebed. De gemeentelijke verantwoordelijkheid hiervoor is in de WMO vastgelegd. Nederland acht vrijwilligerswerk zeer van belang, ook voor jongeren. Aangezien Nederland geen stelsel kent voor vrijwilligerswerk als hoofdactiviteit, is het vrijwilligerswerk per definitie een bijactiviteit naast school of werk. Het Nederlandse beleid is erop gericht dat jongeren hun startkwalificatie halen en gaan werken. De promotie van fulltime vrijwilligerswerk in het buitenland past hier niet in.
Nederland kan instemmen met het document aangezien het een niet bindende aanbeveling is, er geen dwingende maatregelen uit kunnen voortvloeien op nationaal niveau, en voldoende gewaarborgd is dat nationale kaders gerespecteerd worden.

Gedachtenwisseling over een aantal onderwerpen op het terrein van Europees Jeugdbeleid
De Europese Commissie heeft in samenwerking met het Franse voorzitterschap een voorstel gedaan voor een nieuw element ter invulling van de Raad. In plaats van louter een ‘tour de table’ langs alle lidstaten, stelt het voorzitterschap voor om met een beperkt aantal deelnemers iets langer te praten over een onderwerp. Het voorzitterschap stelt voor om dit aan de hand van een drietal onderwerpen te doen: mobiliteit van jongeren in Europa, gestructureerde dialoog, en het Europees pact voor de jeugd. Nederland is gecharmeerd van dit voorstel en denkt dat het voor een beter debat in de Raad kan zorgen. Tijdens de Raad zal Nederland spreken in de groep over de gestructureerde dialoog aan de hand van de centrale vraag hoe een doeltreffende en constructieve dialoog met jongeren en jongerenorganisaties op Europees niveau kan worden verbeterd. De gestructureerde dialoog is een initiatief van de Europese Commissie om de dialoog van beleidmakers en politici met jongeren beter en gestructureerder vorm te geven. Nu is de gestructureerde dialoog op Europees niveau ingevuld met verschillende jongerenactiviteiten die gekoppeld worden aan de halfjaarlijkse presidentschappen en de ‘European Youth Week (dit jaar van 2 tot 9 november).
In het debat in de Raad zal Nederland melden dat Nederland het betrekken van jongeren bij beleid van groot belang acht. Nederland zal een tweetal goede voorbeelden aandragen die de gestructureerde dialoog met jongeren zou kunnen versterken. Ten eerste het jaarlijkse nationale jeugddebat tussen Tweede Kamerleden, bewindspersonen en jongeren. Het debat wordt georganiseerd door de Nationale Jeugdraad en beoogt jongeren bij de politiek te betrekken én de politiek te verbeteren door de inbreng van jongeren. Een Europese variant zou eenzelfde impuls kunnen betekenen voor (Europese) politieke betrokkenheid van jongeren. Ten tweede het initiatief ‘Your World’: Rotterdam Europese jongerenhoofdstad 2009. Ter voorbereiding van dit jaar laat Rotterdam de jongeren zelf aan het woord en vraagt hen ook om inbreng voor de invulling van het programma van Your World. Een dergelijke invulling van de Europese jongerenhoofdstad past bijzonder goed in het concept van de gestructureerde dialoog en zal hier zeker aan bij kunnen dragen.

Tenslotte wil ik u er graag op wijzen dat, zoals te doen gebruikelijk, over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de OJC-Raad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet