Angst voor een terroristische aanslag in Nederland afgenomen
Nederlanders maken zich momenteel meer zorgen over de economische ontwikkelingen dan over terrorisme en terroristische aanslagen. Het gevoel van veiligheid is toegenomen en daarmee is de waakzaamheid afgenomen. Ook wordt een meer genuanceerde opstelling geconstateerd ten aanzien van de herkomst van terrorisme en de gevolgen van radicalisering voor de Nederlandse samenleving. Zo denkt 89% dat terroristen niet als zodanig worden geboren en denken Nederlanders dat radicalisering niet alleen onder islamitische groeperingen voorkomt. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van het publieksonderzoek 2008, naar de risicobeleving en informatiebehoefte van het Nederlandse publiek in relatie tot terrorisme(bestrijding).
Het betreft de vijfde editie van een onderzoek dat sinds 2004 jaarlijks wordt uitgevoerd, in samenspraak met de Rijksvoorlichtingsdienst. Doel van het jaarlijks herhalen van dit onderzoek is het monitoren van de publieke opinie rond het onderwerp terrorisme, zodanig dat vergelijkingen kunnen worden gemaakt en op termijn tendensen kunnen worden aangetoond.
De kans op een terroristische aanslag wordt steeds minder groot geacht en daarmee vermindert de angst voor een aanslag. Op dit moment is nog 13% bang voor een terroristische aanslag en 85% niet. Het ontbreken van een concrete dreiging en van aanslagen in Nederland doet het gevoel van veiligheid steeds verder toenemen; dit jaar voelt 35% zich ‘overal in Nederland’ veilig, vorig jaar was dat 30%. Men maakt zich nu meer zorgen over de (gevolgen van) de economische ontwikkelingen. Dat is een punt van zorg voor 56% van de Nederlanders tegenover 8% die zich nu zorgen maakt over terrorisme.
Het toenemende vertrouwen in de overheid als beschermer tegen terrorisme en terroristische aanslagen lijkt samen te hangen met de overheidsinformatie over deze onderwerpen. Er is redelijk vertrouwen (49%) in deze informatie en misschien met de gedachte ‘geen nieuws is goed nieuws’ neemt de behoefte aan informatie steeds verder af (van 22% naar 20%). De informatie die de overheid verstrekt, wordt ook steeds minder waargenomen. Vorig jaar had nog 5% informatie ‘in de afgelopen week’ gezien; nu is dat gedaald naar 1%.
Het aantal mensen dat zich zorgen maakt over radicalisering is gedaald van 21% naar 8%. Men heeft meer het gevoel dat een terroristische dreiging voornamelijk gevoed wordt vanuit het buitenland. Tevens wordt de mate van radicalisering onder islamitische groeperingen lager ingeschat dan vorig jaar.