Antwoorden op kamervragen van Leijten over tillift
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2893826
13 november 2008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over tillift (2080904870).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brief van A. de G. over de situatie van haar vader in het verzorgingshuis Asingahof?
Antwoord 1
Ik begrijp uit de briefwisseling dat de cliënt beter af zou zijn als de zorg in een andersoortige instelling plaats zou vinden, maar dat deze overname van zorg nog niet is opgelost. Als voorlopige oplossing om de cliënt meer te mobiliseren kan volgens de instelling die nu de zorg levert aan de cliënt een tillift ingezet worden.
Vraag 2
Kan een zorginstelling weigeren een tillift aan te schaffen als dit noodzakelijk is voor een bewoner? Zo neen, wat gaat u hieraan doen? Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Antwoord 2
Een tillift is een algemeen toegepast hulpmiddel voor het personeel. Het zorgt er voor dat verzorgenden niet onnodig fysiek worden belast bij het verplaatsen of het in- en uit bed helpen van mensen. Dit hulpmiddel dient uit het budget van een zorginstelling te worden gefinancierd. In deze instelling schijnt men niet over een tillift te beschikken. In dat geval zou het personeel zelf moeten tillen en dat schijnt bij deze cliënt niet mogelijk te zijn.
Ik vind dit geen wenselijke situatie, maar ik begrijp uit de bijgevoegde briefwisseling dat men dit zelf ook onderkent en naar een oplossing zoekt.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over het huurbedrag van 10 euro? Bent u van mening dat dit de toegankelijkheid van de zorg ten goede komt?
Antwoord 3
Ik acht eigen betalingen in deze ongewenst, omdat tilliften ter ontlasting van de draagkracht van de hulpverleners zijn geïntroduceerd. Als de instelling er niet over beschikt en toch een tillift nodig acht, dient de instelling dit te regelen en uit het budget te betalen.
Vraag 4
Welke keuze heeft de heer de G. als hij de huur niet kan betalen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Op basis van het klachtrecht kan de cliënt een klacht indienen bij de zorginstelling.
Vraag 5
Wat is uw oordeel over het stopzetten van de zorgovereenkomst per 7 augustus? Bent u van mening dat er op een correcte wijze vervangende zorg is gegeven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ik zei al dat ik uit de briefwisseling begrijp dat het voor de cliënt beter is als de zorg geleverd zou worden door een andersoortige instelling, maar dit nog niet is gerealiseerd. Ik vind het betreurenswaardig dat het uitblijven van deze oplossing tot een conflict dreigt te leiden.
Vraag 6
Welke rol speelt het zorgkantoor in een casus als deze? Heeft zij de plicht in te grijpen bij het stopzetten van een zorgovereenkomst?
Antwoord 6
Het zorgkantoor dient de betrokken instelling te wijzen op haar plichten ten aanzien van goede zorg uit het budget en mee te werken aan het overplaatsen van de cliënt als daar aanleiding voor is.
Vraag 7
Bent u bereid een onderzoek te doen naar de verschillende eigen bijdragen die zorginstellingen vragen aan hun bewoners? Zo neen, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 7
Ik acht het van belang dat duidelijk is wat tot de zorg op basis van de AWBZ behoort. Het College voor zorgverzekeringen verstrekt hierover regelmatig informatie aan het publiek.
Eigen bijdragen op basis van vrijwilligheid zijn een private en geen publieke aangelegenheid.
Vraag 8
Bent u van mening dat er een maximum moet zijn aan de vrijwillige eigen bijdrage? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Het gaat om bovenbudgettaire zaken en het stellen van een maximum aan de daarbij behorende eigen bijdragen acht ik geen zaak van overheidsregelgeving.
Vraag 9
Wat is uw mening over het gegeven dat het verzorgingshuis onderdeel is van Philidelphia en dat wij meerdere meldingen hebben van het doorberekenen van allerlei leefkosten aan hun bewoners? (Kamervragen 2008: 2070822970)
Antwoord 9
U hebt inderdaad bij eerdere vragen ook een onderdeel van Philidelphia ter sprake gebracht. Ik zal hierover contact opnemen met de Inspectie.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het overleg over de contracteerruimte AWBZ en de zorgkantoren?
Antwoord 10
Ja.