Inhuur van interim managers bij bureau jeugdzorg
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
JZ/GJ-2891755
10 november 2008
Bij gelegenheid van eerdere debatten met uw Kamer over de provinciale jeugdzorg heb ik toegezegd om u te informeren over de inzet van interim managers bij bureaus jeugdzorg en de daarbij betaalde vergoedingen.
Daarnaast heb ik in mijn antwoord op de vragen van de leden Dibi en Cörüz (resp. 2869 en 2871) toegezegd dat ik in mijn overleg met de provincies uw wens tot uitdrukking zal brengen dat het toezicht van de provincies op de bureaus jeugdzorg naast de rechtmatigheid ook de doelmatigheid waarborgt. In dat licht wordt ook de inzet van interim-managers bij de bureaus jeugdzorg bezien.
Desgevraagd heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) mij in een overleg over dit onderwerp gemeld dat de kosten van de inhuur van interim-managers voor de bureaus jeugdzorg minder dan 1% bedragen van de totale personeelskosten van de bureaus. Uit een enquête van het IPO onder de provincies en stadsregio’s is gebleken dat in 2007 de totale kosten aan de inhuur van interim managers bij de bureaus jeugdzorg
euro 3,2 mln. bedroegen. De totale personeelskosten bij de bureaus jeugdzorg (bron: MOgroep jeugdzorg) bedroegen in 2007 euro 333 mln. Ook blijkt dat de dagtarieven die worden gehanteerd bij deze interim managers marktconform zijn en daarmee niet ongebruikelijk.
Gelet op de geografische spreiding van het beperkte aantal tijdelijke vacatures voor interim managers en de functiediversiteit zullen alternatieve oplossingen, zoals de inrichting van een landelijke pool, naar verwachting niet leiden tot lagere kosten.
Met het IPO stel ik op grond van het bovenstaande vast dat de kosten van de inhuur van externen in een redelijke verhouding staan tot de totale kosten van de personeelsinzet bij de bureaus jeugdzorg.
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet