Beantwoording vraag Irrgang over Fortis/ABN-AMRO
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: FM/2008-2585 N
Onderwerp: Vraag van de heer Irrgang tijdens debat Fortis/ABN AMRO
Geachte voorzitter,
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heeft de heer Tang mij gevraagd wat er zou gebeuren met de opbrengsten van een eventuele verkoop van ABN AMRO. Dit betrof de mogelijke verkoop van ABN AMRO ten tijde van de 49% deelneming van de Nederlandse staat in Fortis Bank Nederland (Holding) N.V.
Zoals in mijn brieven van 30 september en 6 oktober is beschreven zag de oorspronkelijke deelneming van 49% niet op ABN AMRO. Desondanks is het beeld ontstaan dat de opbrengsten van een eventuele verkoop van ABN AMRO geheel ten gunste zou komen van Fortis Bank Nederland, vanwege haar aandeel in RFS Holding. ABN AMRO was echter expliciet uitgezonderd van de deelneming van 49% die door de Nederlandse staat in Fortis Bank Nederland (Holding) N.V. werd verworven. Opbrengsten van ABN AMRO zouden derhalve ten gunste komen van de Fortis groep als geheel.
Tijdens het plenair debat over Fortis en ABN AMRO van 8 oktober jl. heeft de heer Irrgang mij gevraagd hierover duidelijkheid te scheppen. Ik hoop dat deze duidelijkheid hiermee is geboden.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos