Antwoorden op kamervragen over belemmeren van hulpverlening
Vraag 1
Is het u bekend dat het ambulancepersoneel in Amsterdam heeft gestaakt naar aanleiding van de zoveelste zaak waarbij ze door omstanders werden belemmerd in hulpverlening aan een bij een steekpartij gewonde persoon? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Hoe vaak is het ambulancepersoneel in Nederland het laatste jaar door omstanders belemmerd in hulpverlening aan een hulpbehoevende? Hoe vaak is het ambulancepersoneel daarbij geconfronteerd met geweld of bedreiging met geweld? Wordt van al die gevallen aangifte gedaan en hoe vaak leidt dat tot een veroordeling?
Antwoord
Uit een onderzoek dat in 2007 is verricht in het kader van het actieprogramma “geweld tegen werknemers met een publieke taak” is gebleken dat 89 % van het ambulancepersoneel in het jaar voorafgaand aan de meting te maken heeft gehad met een vorm van ongewenst gedrag door externen. Van ongewenst gedrag komt verbaal geweld het meest voor (62%). Fysiek geweld komt minder voor (24%). Het onderzoek uit 2007 laat tevens zien dat in 20% van de gevallen van het ongewenste gedrag melding wordt gedaan bij de politie. Dat leidt in 37% ook tot een aangifte. Er zijn geen cijfers bekend in hoeveel gevallen aangifte leidt tot een veroordeling.
Relevant in dit kader is nog dat Ambulance Zorg Nederland (AZN) zich door middel van het ondertekenen van een verklaring, d.d. 26 oktober 2006, heeft gecommitteerd aan het bovengenoemde actieprogramma. AZN heeft daarmee de verplichting op zich genomen alle incidenten met agressie of geweld te registreren. In 2007 is door AZN gedefinieerd welke zaken in dat kader geregistreerd moeten worden. In 2008 is door de regio’s gestart met de registratie. Landelijke cijfers over 2008 worden in 2009 via AZN bekend. Om aangifte te bevorderen heeft AZN een brochure ontwikkeld voor het doen van aangifte
Vraag 3
Hoe kon het eigenlijk gebeuren dat na een steekpartij er wel ambulancepersoneel maar geen politie ter plaatse was verschenen? Deelt u de mening dat na een misdrijf de politie ervoor heeft te zorgen dat zij op zijn minst gelijktijdig met het ambulancepersoneel ter plaatse arriveert om het ambulancepersoneel te beschermen en sporen van het misdrijf veilig te stellen?
Antwoord
Ik deel de mening dat de politie in dergelijke gevallen snel ter plaatse moet zijn. Voor geweldsincidenten en/of dreigend gevaar voor ambulancepersoneel geldt in Amsterdam-Amstelland dat de politie bij voorkeur, voor of gelijktijdig, met het ambulancepersoneel aanwezig is. Hierover zijn ook afspraken gemaakt met de meldkamers van de betreffende diensten in deze regio. Tijdens de steekpartij in Amsterdam-West op 3 september jl. kwam de politie iets later aan dan de ambulance. De reden hiervoor was dat in het district nog een aantal andere spoedeisende incidenten plaatsvonden waarbij noodhulpauto's moesten worden ingezet. Bij aankomst is de politie het ambulancepersoneel direct te hulp geschoten en is om extra assistentie gevraagd. Die is ook gekomen. Vanzelfsprekend is de hulpverlening bij de steekpartij na afloop met de betrokken diensten geëvalueerd. Uit dit gesprek kwam naar voren dat de ambulancediensten in de regel tevreden zijn over de reactietijd van de politie en dat de politie het betreurt dat zij in dit geval later ter plaatse was dan de ambulance.
Vraag 4
Wilt u de strafbaarstelling van het belemmeren van de uitvoering van openbare diensten (artikel 184 Wetboek van Strafrecht) verhogen van drie maanden gevangenisstraf naar bij voorbeeld vier jaren gevangenisstraf, zodat verdachten ook buiten heterdaad kunnen worden gearresteerd en deze misdrijven ook zwaarder kunnen worden bestraft door de rechter? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De (strafrechtelijke) verantwoordelijkstelling van verdachten van dit soort delicten werd eind 2006 aangescherpt in een aantal strafvorderingrichtlijnen voor geweld (de zogenaamde Polaris-richtlijnen). In geval van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, maar ook in geval van agressie en geweld tegen andere beroepsbeoefenaren, is de strafeis verhoogd. Het effect hiervan wordt momenteel geëvalueerd en de resultaten van dit onderzoek zijn naar verwachting eind dit jaar beschikbaar. Ik wacht graag eerst deze onderzoeksresultaten af en daarna zullen de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer informeren over de aan deze resultaten verbonden conclusies en maatregelen.
1) NOS Teletekst, 4 september 2008