Brief aan de Tweede Kamer over financiële ontwikkelingen bij de Nederlandse politie
U heeft mij verzocht u te informeren over de financiële positie van de Nederlandse politie, mede naar aanleiding van berichtgeving in de media. Hierbij refereert u onder andere aan de uitzending van NOVA van 23 oktober 2008.
In die NOVA uitzending wordt het beeld geschetst dat de regionale korpsen in 2011 met een tekort van euro 103 miljoen zullen kampen en dat dit ten koste van de primaire taakuitvoering gaat. Verder wordt gesuggereerd dat aan de regionale korpsen afgelopen jaren extra taken zijn toebedeeld terwijl de financiële vergoeding voor deze taken is uitgebleven.
Onderstaand treft u de gevraagde informatie aan.
Vooraf wil ik graag opmerken dat ik de signalen over de financiële positie van de korpsen zoals deze via de media maar ook uit gesprekken met korpsen en korpsbeheerders naar voren komen zeer serieus neem. Ik ben daarom al geruime tijd in gesprek hierover met de korpsbeheerders. Tegelijk hecht ik er wel aan dat de discussie wordt gevoerd in de juiste context en op basis van feiten. Ik zal daarom onderstaand eerst ingaan op de ontwikkeling van de uitgaven voor de politie over de afgelopen jaren en vervolgens ingaan op de actuele situatie bij de korpsen.
Ontwikkeling beschikbare financiële middelen voor de Nederlandse politie
Tussen 2002 en 2006 zijn de uitgaven voor de politie met 28% gestegen van circa euro 3,4 miljard per jaar naar euro 4,3 miljard per jaar. Dit is onder andere ten goede gekomen aan extra politiemedewerkers, kwaliteitsverbeteringen en materiële zaken zoals ICT.
Ook het huidige kabinet investeert in een vergroting van de veiligheid en als onderdeel daarvan in de Nederlandse politie. Daartoe heeft het kabinet circa euro 187 miljoen extra beschikbaar gesteld. Dit geld is bestemd voor 500 extra wijkagenten en 500 forensische medewerkers, voor de programmatische aanpak van financieel-economische criminaliteit, cybercrime en zware en georganiseerde criminaliteit, voor de extra lasten die een aantal korpsen hebben op het terrein van bewaken en beveiligen en voor het opvangen van de toenemende uitstroom en het opleiden van nieuwe instroom als gevolg van het met pensioen gaan van een grote groep medewerkers bij de politie. Daarnaast is extra budget beschikbaar gesteld voor Burgernet en voor het vingerafdrukkensysteem Havank.
Naar aanleiding van de CAO 2008-2010 voor de Nederlandse politie is van rijkszijde nogmaals ruim euro 350 miljoen structureel en euro 220 miljoen incidenteel geïnvesteerd in het personeel van de Nederlandse politie.
De Nederlandse politie heeft de afgelopen jaren een grote bijdrage geleverd aan het vergroten van de veiligheid van Nederland. Daartoe is de afgelopen jaren ook landelijk meer op de prestaties van de politie gestuurd. De politie heeft deze prestaties veelal gerealiseerd. Van de politie mag echter ook voortdurend verwacht worden dat zij zich zodanig organiseert dat met het beschikbare budget maximale effectiviteit en doelmatigheid wordt gerealiseerd. In het Coalitieakkoord is daarom ook vastgelegd dat het kabinet de samenwerking tussen de politiekorpsen verbeterd wil zien. Verbeteringen zijn zowel op het terrein van ICT, specialisatie tussen korpsen als op het terrein van gemeenschappelijk beleid voor materiaal en personeel, en beheer mogelijk en gewenst. Meer samenwerking bevordert op de langere termijn de doeltreffendheid en de doelmatigheid. Naast de intensiveringen heeft er daarom ook een korting op het budget plaatsgevonden (een gelijkmatig oplopende reeks in 2008 beginnend met euro 25 miljoen en eindigend in 2011 met het structurele bedrag van euro 100 miljoen) op het budget voor de Nederlandse politie plaatsgevonden
Om te waarborgen dat de taakstelling daadwerkelijk gerealiseerd wordt en niet ten koste gaat van blauw op straat en opsporing heb ik op hoofdlijnen met de korpsbeheerders een aantal afspraken gemaakt. Met mijn brief van 12 november 2007 heb ik u hierover geïnformeerd. Afgesproken is dat de besparingen ten eerste gevonden worden in de samenwerking op het gebied van inkoop en in besparingen bij de bovenregionale voorzieningen en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (VtsPN). Daarnaast zullen de korpsen besparingen zoeken in de materiële kant.
Indien de taakstelling op deze manier niet geheel kan worden ingevuld dan zal er zoveel mogelijk gezocht worden naar besparing op de overhead. Het hiermee gemoeide aantal fte’s moet binnen de met uw kamer afgesproken bandbreedte voor de politiesterkte blijven. Ik heb deze bandbreedte vastgesteld op plus en min 2,5% van de landelijk afgesproken sterkte.
Actueel Financieel beeld
Op basis van de herziene begroting 2008-2012 staat momenteel slechts één korps feitelijk onder preventief toezicht. De andere zeven die ik onder preventief toezicht had gesteld hebben op basis van de intensiveringen en door inzet van eigen vermogen het financiële beeld meerjarig sluitend kunnen krijgen.
Momenteel ben ik in afwachting van de begrotingen 2009-2012 van de regionale politiekorpsen. Op grond van de Politiewet moeten korpsen uiterlijk op 15 november 2008 hun begrotingen voor het jaar 2009 en volgende bij mij indienen. Op basis van deze begrotingen kan ik u een meer actueel oordeel geven over mogelijke toekomstige financiële tekorten en de redenen hiervoor.
Uit recente gesprekken met korpsbeheerders en individuele korpsen ontstaat wel een beeld dat een toenemend aantal korpsen moeite heeft om de begroting meerjarig sluitend te krijgen zonder te snijden in capaciteit voor het primaire proces. Mede in het licht van de gemaakte afspraken acht ik deze uitkomst niet acceptabel.
Ik realiseer mij zeer wel dat veel korpsen de afgelopen jaren binnen het eigen korps al de nodige efficiency maatregelen hebben getroffen. De mogelijkheden om de taakstelling op de schaal van het individuele korps op te vangen zijn daardoor vaak beperkt. Tegelijkertijd blijf ik van mening dat er door intensievere bovenregionale maar vooral landelijke samenwerking nog voldoende besparingsmogelijkheden te vinden zijn. Korpsbeheerders hebben mij er tot nog toe niet van weten te overtuigen dat zij de mogelijkheden op dit gebied voldoende hebben benut. Dit terwijl juist in deze samenwerking nog voldoende mogelijkheden liggen om de kosten van ondersteunende processen bij de Nederlandse politie substantieel omlaag te brengen en de vrijgespeelde financiële middelen niet alleen in te zetten voor realisatie van de taakstelling maar ook versterking van de primaire taakuitvoering.
Ik blijf derhalve van mening dat het mogelijk moet zijn om een korting van ruim 2% op de totale uitgaven voor de politie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van blauw op straat. Momenteel ben ik hierover in overleg met de korpsbeheerders om te bezien welke maatregelen moeten worden getroffen om de financiële positie van de politie ook op de lange termijn gezond te houden. Ik ben bereid te bezien of ik de korpsen daarbij kan ondersteunen, op voorwaarde dat korpsbeheerders zich willen verbinden aan de hiervoor benodigde intensivering van landelijke en bovenregionale samenwerking en hiervoor een inspanning leveren.
Ik zal u hierover nader informeren zodra het overleg met de korpsbeheerders is afgerond.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst