'Huiselijk nest' belangrijkste factor voor aanschaf huisdieren

Consumenten vinden de huiselijke omstandigheden bij een dierenwinkel of fokker de belangrijkste overweging om een dier wel of niet te kopen.

Bijna even belangrijk vinden consumenten een gezondheidsgarantie. Dierenwelzijn en de afstand die moet worden afgelegd voor de aanschaf, scoren eveneens hoog. De prijs en een ruime keuze uit dieren is minder belangrijk. Honden worden het meest door fokkers of asielen verkocht, kleinere dieren worden vaak in winkels gekocht. De aanschaf van katten gebeurt vaak via-via, dus buiten het commerciële circuit.

Dat blijkt uit onderzoek dat is gedaan op verzoek van minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De resultaten worden gebruikt door de gezelschapsdierenbranche, die op vrijwillige basis een certificaat opstelt voor aanbieders van huisdieren, zoals fokkers, winkels, asiels en pensions. Het certificaat moet ook gaan gelden voor aanbieders van diensten, zoals trimsalons en hondenuitlaatdiensten.

Certificaat

Een groot deel van de consumenten zou rekening houden of hebben gehouden met een certificaat bij de aanschaf van een dier of het gebruikmaken van een dienst. Hoewel beide door de consument wel verschillend worden beoordeeld: een winkel of fokker moet in de ogen van consumenten vooral sterk zijn in diergezondheid en dierenwelzijn, terwijl aanbieders van diensten door de consument vooral beoordeeld op deskundigheid.

Honden- en kattenbesluit

Het certificaat en een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet het Honden- en Kattenbesluit vervangen waarin welzijnseisen staan geformuleerd voor het houden van huisdieren. Vooral aanbieders van dieren of diensten die geen certificaat hebben, zullen straks worden gecontroleerd door de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).