Verslag overleg overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongens
Tijdens het spoeddebat met uw Kamer op 25 september jl. hebben wij op verzoek van de PvdA fractie toegezegd om op korte termijn met een aantal burgemeesters in overleg te treden over de aanpak van de overlast door Marokkaans-Nederlandse jongens. Tevens hebben wij u toegezegd om u een verslag van die bijeenkomst te doen toekomen. Op 22 oktober jl. hebben de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en voor Wonen Wijken en Integratie en Jeugd en Gezin gesproken met de burgemeesters van tien gemeenten. Aan dit gesprek hebben ook vertegenwoordigers van OM en politie deelgenomen. Tijdens de bijeenkomst is de ernst en omvang van de specifieke problematiek van overlastgevende en cirminele Marokkaans-Nederlandse jongens besproken. Ook is gesproken over de aanpak, zowel over het huidige instrumentarium als mogelijke aanvullingen daarop.
In deze brief informeren wij u mede namens de ministers voor WWI en Jeugd en Gezin over de hoofdlijnen van dit gesprek en het vervolg daarop. Hiermee beantwoorden wij ook aan het verzoek van het lid De Wit, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden d.d. 22 oktober 2008, om het verslag van het overleg van 22 oktober te ontvangen.
Aard en omvang van de problematiek
Marokkaans-Nederlandse jonge mannen zijn oververtegenwoordigd in overlast en criminaliteit. De meeste gemeenten geven aan dat het aantal overlastgevende en criminele jongeren kleiner is geworden. Wel is de ernst van de overlast toegenomen (harde kern problematiek). Daarnaast vragen gemeenten, OM en politie specifieke aandacht voor de groeiende groep overlastgevende en criminele kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar. Juist deze groep is bijzonder moeilijk aan te pakken. Het belang van vroegsignalering en tijdige interventies werd hierbij door de deelnemers benadrukt.
De aanwezigen gaven aan dat een groot deel van het probleem ligt bij overlast. Daarbij gaat het vooral om respectloos gedrag, belediging en intimidatie. Deze overlast is niet of nauwelijks aan te pakken via het strafrecht en is op zichzelf ook geen grond voor jeugdzorg of jeugdbescherming, maar kunnen mensen grote hinder bezorgen en de publieke ruimte voor hen onveilig en ontoegankelijk maken. Tevens kwam aan de orde de problematiek dat kleine criminelen zich achter de overlastgroep verschuilen. Dit is onacceptabel. Daarom moeten we de komende tijd nog steviger inzetten op de aanpak van overlast. Burgemeesters vragen zowel om meer capaciteit (met name wijkagenten), als om meer bevoegdheden om dit te kunnen doen.
Het beschikbare instrumentarium is de laatste jaren uitgebreid en enkele wetsvoorstellen, waaronder het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, zijn momenteel in voorbereiding of al in behandeling bij de Tweede Kamer. Zie voor een nadere toelichting de brief die wij uw Kamer op 25 september jl., mede namens de collega’s van WWI en Jeugd en Gezin, hebben gezonden. De lokale partners vragen om versnelling van de betreffende wetsvoorstellen.
Aanpak
De aanwezigen waren het erover eens dat tegen overlast en criminaliteit altijd stevig moet worden opgetreden. Zowel ‘harde kern’ als de ‘meelopers’ worden individueel aangepakt. Op lokaal niveau worden ook goede ervaringen opgedaan met de zogeheten groepsaanpak volgens de systematiek van Beke en Ferweda. De samenwerking krijgt onder meer vorm binnen de Veiligheidshuizen die landelijk worden uitgerold.
Het is van belang dat instellingen die te maken hebben met probleemjongens alle relevante informatie met elkaar delen. Gedegen dossiervorming en persoonsgerichte aanpak zijn daarbij essentieel. Informatie vanuit de zorg wordt samengebracht met politiële en justitiële gegevens. Hieraan wordt momenteel in alle gemeenten hard gewerkt. De wil tot informatie-uitwisseling is er, maar in de praktijk moet er nog veel verbeteren.
Een effectieve aanpak richt zich niet alleen op de jonge overlastgevende en criminele jongens, maar ook op het gezin. Broertjes lopen het risico om op het verkeerde pad te raken als de ouders niet in staat of bereid zijn hun kinderen te corrigeren. Sommige ouders hebben hierbij hulp nodig in de vorm van opvoedondersteuning of doorverwijzing van kinderen naar specialistisch onderwijs of psychiatrische zorg. Als ouders weigeren mee te werken, moeten zij gedwongen kunnen worden hulp te accepteren. Ook gaven de aanwezigen aan dat verplichte heropvoeding van overlastgevers in campussen een belangrijke pijler moet worden in de aanpak. Op verzoek van het kabinet heeft de Raad van State voorlichting verstrekt over de juridische mogelijkheden voor een bevoegdheid van de burgemeester om opvoedondersteuning dwingend op te kunnen leggen. Het kabinet zal de Kamer de inmiddels verstrekte voorlichting, voorzien van een standpunt, binnen enkele weken doen toekomen.
Het is cruciaal dat de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap intensief betrokken is bij de aanpak van deze problemen en hiervoor mede-verantwoordelijkheid neemt. Op lokaal niveau zijn er voorbeelden van goede samenwerking.
Het vervolg
De problematiek van overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongens is hardnekkig. Daarom is de komende jaren extra inzet nodig op diverse terreinen: veiligheid, zorg en welzijn, onderwijs, werk en inkomen, integratie. De benodigde aanpak is tweeledig: grenzen stellen en perspectief bieden. Dit najaar stuurt het kabinet uw Kamer een nadere uitwerking van deze bredere aanpak in de beleidsbrief over Marokkaans-Nederlandse probleemjongens.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
DE MINISTER VAN JUSTITIE,
dr. E.M.H. Hirsch Ballin